Het is even geleden dat ik een headset met draad heb gebruikt om te gamen. Het comfort van geen draad om je schouder, of die langs je polsen naar de controller loopt went erg snel.
Toch wilde ik voor de Game One gaming headset van Epos | Sennheiser graag een uitzondering maken. Sennheiser kennen we natuurlijk van de hoge kwaliteit audioapparatuur en ze hebben al meerdere gaming-headsets op de markt gebracht, dus ik was erg benieuwd naar wat zij op het vlak van gaming konden presteren.
Rustig design met stijlvolle accenten
Als je aan een gaming headset denk, zie je al snel een headset voor je met een over-the-top design en zware RGB-verlichting. In dat opzicht valt het design van de Game One reuze mee. Het heeft dan wel geen heftige RGB-verlichting, toch is zie je aan de designvormen dat deze toch echt voor gamen bedoeld is en is hij niet “standaard” genoeg om ook naar buiten te dragen. Vooral de subtiele rode accenten die erin verwerkt zijn ben ik een fan van en zorgen voor een stijlvolle touch waarmee hij zich toch weet te onderscheiden. Het heeft geen grote hoeveelheid knoppen op de schelpen en het enige wat je in die trant tegenkomt is een draaicirkel voor volumebeheer die niet opvallend op de rechteroorschelp is verwerkt. De Game One is licht qua gewicht, maar voelt daardoor tegelijkertijd wat plastic-achtig aan. Met name de hoofdband voelt iets te stijf aan waardoor ik het gevoel kreeg dat ik deze niet te ver kon buigen zonder dat hij zou barsten.
Goed geluid, middelmatige microfoon
Maar nog veel belangrijker dan het design is natuurlijk het geluid wat de headset produceert. De Game One heeft dan wel geen virtuele 7.1, Bass Boost, Dolby Atmos, of andere snufjes, maar daar had ik tijdens het gamen zelf geen last van. De “open” oorschelpen zorgen voor een wat helderder geluid en dat in combinatie met de typische Sennheiser kwaliteit maakt voor een fijne ervaring. Desalniettemin is hij door het gebrek aan technische extra’s wel iets te prijzig (op de meeste sites gaat hij voor 179 euro over de toonbank). Andere concurrerende headsets in deze prijsklasse hebben dergelijke functies wel.
Door de 3.5mm jack kan de headset ook gemakkelijk voor andere apparaten worden gebruikt, maar zal je hem onder andere door de vrij forse opvallende microfoon niet bepaald snel gebruiken voor je smartphone. De microfoon van de Game One is eigenlijk het enige minpunt dat ik ben tegengekomen aan de headset zelf. Niet vanwege het formaat ervan, want hij is makkelijk weg te klappen waarmee je hem ook mute, maar de kwaliteit ervan. Tijdens het gamen kreeg ik te horen dat deze te zacht was waardoor mijn online teamleden mij niet altijd goed konden horen. Iets wat bij een teamgame toch vrij belangrijk is.
Comfortabel
Ondanks de eerder genoemde goedkopere feeling, zit de Game One wel erg comfortabel door de door de zachte stoffen oorschelpen en hoofdband. Door het gebruikte materiaal kan je hem ook gemakkelijk met een bril dragen zonder dat de pootjes daarvan in je huid worden geduwd. Zoals eerder gezegd is de Game One een “open koptelefoon” waardoor het aardig veel geluid van buitenaf doorlaat. Nu is dat in mijn geval – waar ik tijdens de game sessies ‘s avonds op een babyfoon moet letten – geen overbodige luxe, maar het zorgt er minder voor dat je in de daadwerkelijke game zit. Eerlijk is eerlijk, ondanks dat zorgen open oorschelpen wel voor een helderder natuurlijk geluid in plaats van de meer zwaardere intense ervaring van een gesloten. Naar mijn mening wel iets om mee te nemen in je overweging als je volledig afgesloten wilt gamen.
Conclusie
Voor wat je krijgt voor je geld is de Game One wat mij betreft net iets te duur. Hij zit comfortabel, ook tijdens langere sessies, en het geluid van de headset is helder en geeft de Sennheiser-kwaliteit die we gewend zijn. Toch mist het net extra wat de prijs rechtvaardigt. Gaming headsets uit dezelfde prijsklasse hebben vaak net wat meer toeters en bellen en zijn voorzien van een betere mic.