Recensie: Where the Wild Things Are

monster achter een boom

Eerder deze week bespraken we al de soundtrack, en nu de film in de VS is uitgekomen en onze redacteur aldaar snel naar de bioscoop is gegaan, kunnen we het ook over de film Where the Wild Things Are zelf gaan hebben.

Regisseur Spike Jonze (Adaptation, Being John Malkovich) heeft er jaren over gedaan om het beroemde kinderboek van Maurice Sendak te verfilmen. Eerdere berichten waren verontrustend: ouders die schreeuwende kinderen uit de pre-screenings weghaalden, bezorgde filmbazen en monsterpakken die te kwetsbaar en zwaar waren om fatsoenlijk in te kunnen acteren.

Vanaf de openingsshots, waarin de logo’s van onder meer Warner Brothers ondergekliederd zijn met kindertekeningen in de vorm van monsters en de handtekening van hoofdrolspeler Max is het niet duidelijk in hoeverre we hier eigenlijk met een kinderfilm te maken hebben. Het publiek waar wij tussen zaten was grotendeels 30+, en had waarschijnlijk in hun jeugd het simpele korte verhaaltje voor het slapengaan te horen gekregen. Het grote risico voor Jonze was dan ook het te ver afwijken van de oorspronkelijke 10 zinnen, die in de VS net zo’n mythische status hebben als het werk van Annie M.G. Schmidt in Nederland. Nu hebben Jip & Janneke en Where the Wild Things Are ook wel thematische overeenkomsten: kinderen mogen best stout zijn.

Fort van wc-rollen

Max wordt afgebeeld als een gefrustreerd, eenzaam en fantasierijk achtjarig jongetje. Zijn oudere zus is een echte puber, zijn gescheiden moeder heeft het moeilijk met werk, en probeert voorzichtig nieuwe liefde te vinden. Niemand wil met hem spelen, en als de vriendjes van zijn zus uiteindelijk met hem stoeien, wordt daarbij zijn iglo van sneeuw gesloopt. Plekjes waarin hij kan wegkuipen spelen een belangrijke rol in de spelwereld van Max – naast zijn iglo staat in zijn kamer een fort van WC-rollen en bouwt hij een fort van zijn stapelbed. Als niemand zijn fort wil komen kijken, gedraagt hij zich als het dwarse kind bij zijn moeder en diens nieuwe vriend, waarna zijn moeder kwaad op hem wordt en naar zijn kamer stuurt. In plaats daarvan rent hij naar buiten. Vanaf dat moment wordt de dagelijkse verlaten. Max vindt een bootje en zeilt over grote zeeën naar een eiland waar de Wild Things zich bevinden.

Het samenzijn van Max met de Wild Things is een improvisatie van Jonze – in het boek zijn alleen afbeeldingen van Max spelend met de monsters te vinden. Jonze geeft de Wild Things namen, stemmen (onder meer een geweldige James “Tony Soprano” Gandolfini als Carol), en een melancholie die grenst aan manische depressie. De monsters vestigen vertrouwen in de kleine Max, zeker als die vertelt over zijn eerdere avonturen als overwinnaar van de vikingen en zijn superkrachten. Als koning van de Wild Things, met zijn kroontje en zijn wolvenpak, hetgeen hem stout durft te laten zijn, bepaalt hij wat de grote monsters moeten gaan doen. De dialogen van zowel Max als Wild Things zijn enerzijds kinderlijk naïef (denk aan het buiten spelen waarbij de regels van het spelletje ter plekke door het meest bijdehande jongetje worden verzonnen), anderzijds diep treurig. Zowel Max als de Wild Things willen het liefste luidruchtig spelen, dat niets verandert, en dat er een plek is waar iedereen in kan wegkruipen. De groep bouwt een fort, na eerst met z’n allen op een hoop in slaap te vallen. Als het fort eenmaal gebouwd wordt, begint de verantwoordelijkheid van het koning-zijn Max zwaar te vallen – het liefste zou hij in het Wild Things fort een klein kamertje bouwen waarin hij zich kan verstoppen.

Relatieperikelen

Deze beschrijving klinkt doet enigszins klinken als een pure kinderfilm, maar Where the Wild Things Are werkt, net als het beste werk van Disney / Pixar, op meerdere niveaus. Kinderen zullen vooral niets liever willen dan door de bossen rennen en stoeien met grote zachte monsters, terwijl hun ouders vooral (of wij zelf) vooral geraakt worden door de eenzaamheid, de vergankelijkheid en de geborgenheid van thuis. Qua toonzetting is dit echter zeker geen kinderfilm: geen vrolijke kinderliedjes, bruingrijze bossen en vuur in plaats van de heldere kleuren die je normaal gesproken in een kinderfilm verwacht, en thema’s als relatieperikelen, echtscheiding en volwassen worden. De kinderen die naast ons zaten hadden daar geen boodschap aan: die zaten te genieten van de stoere, stoute Max en zijn grote harige vrienden.

Where the Wild Things Are is een prachtige en bovenal een moedige film: moedig om zo’n (in Amerika) bekend boek te verfilmen en moedig om af te wijken van de gebruikelijke methode van kinderfilms maken. Het resultaat is een film waarin je, je, net zoals Max, lekker anderhalf uur lang kunt verstoppen.

Jacco Kuipers