Zon, palmbomen, felle kleuren en pretparken. Florida lijkt voor velen het paradijs op aarde. Toch zijn er ook genoeg mensen die dat niet zo ervaren. Neem nu de 6-jarige Moonee en haar moeder uit de film The Florida Project.
Regisseur Sean Baker neemt ons mee naar een zonovergoten wereld vol zorgen. In een motel, niet ver van Walt Disney World gelegen, woont een bont gezelschap aan mensen. Ze hebben een gezamenlijke overeenkomst: niemand kan zich een normaal huis veroorloven. Gevolg is dat meerdere mensen in een krappe motelkamer wonen. Beheerder Bobby (Willem Dafoe) tracht alles een beetje in goede banen te leiden.
Voor de kleine Moonee is de wereld niet veel groter dan het motel, fastfoodrestaurants en outletwinkels langs de snelweg. Vaak haalt ze daar samen met haar vriendjes Scooty en Jancey kattenkwaad uit. Intussen probeert haar moeder het hoofd financieel boven water te houden. Iets waar ze niet al te goed in is.
Naïeve blik
Je bekijkt de film grotendeels vanuit de ogen van de kinderen die een ietwat naïeve blik op alle ellende hebben. Gelukkig maar. Als kijker prik je daar op een gegeven moment doorheen en dan zie je dat het verhaal nooit goed af kan lopen. Of toch wel? De zorgeloze wereld van Walt Disney is immers om de hoek.
Baker neemt de tijd om het verhaal rustig op te bouwen, maar saai is het nooit. Vooral de interactie tussen de ondeugende Moonee en de goedzak Bobby is heerlijk om naar te kijken. Willem Dafoe is niet voor niets genomineerd voor een Oscar voor deze rol. Ondanks dat de kinderen de echte sterren zijn, laat hij zien wat voor ervaren acteur hij is door vooral niet zo heel erg veel te doen. De kunst van het weglaten zogezegd.
The Florida Project is prachtig verpakte treurigheid vol met echte mensen en al hun bijbehorende gebreken.