Recensie: The Walkmen – Metro, Chicago

uithangbord

“We will be right back. We’re old enough to do this in two sets.” Zo eindigde Walkmen-zanger Hamilton Leithauser de eerste van twee sets waarmee de band haar tienjarige bestaan in Chicago vierde.

Ter ere van het Tomorrow Never Knows-festival was de band, afkomstig van de Amerikaanse oostkust, als headliner aangesteld om een volledige avond te organiseren. En daar lustte het publiek wel pap van. Want waar The Walkmen in Europa niet heel veel voorstelt, is de intelligente indie-rock met americana en Mexicaanse invloeden in het thuisland van de band een stuk populairder. Pitchfork aanbidt de band (The Rat werd nog uitgeroepen tot een van de beste tracks uit het eerste decennium van de 21e eeuw), en met hun stijlvolle muzikale en mode-technische invulling is The Walkmen een uitstekende live-band.

Voor de gelegenheid ging The Walkmen (zonder ondersteuning van een voorprogramma) op een chronologische reis door haar eigen repertoire. Voor niet-ingewijden: songs van The Walkman onderscheiden zich door een uniek gitaargeluid, een hyperactieve drummer en het karakteristieke stemgeluid van Leithauser. Live is de band steevast volledig in pak, met een ouderwetse kroegpiano op de hoek van het podium. Qua uitstraling paste de band uitstekend bij de sfeer van het oude theater The Metro. Nadeel van deze locatie is wel dat er vrij weinig zichtlijnen zijn, hetgeen voor ons en vele anderen betekende dat we meer hoorden dan zagen.

Trompetkwartet

Na een vijfluik van het geniale debuutalbum Everybody Who Pretended To Like Me is Gone met veel pingelende piano’s en rustigere songs werd de eerste set steeds steviger. Het publiek werd ook getrakteerd op een paar nieuwe songs van de langverwachte opvolger van Lisbon uit 2010. Daarna schoof de aandacht weer naar historie: Diverse songs van Bows + Arrows en A Hundred Miles Off. Vlak voor de pauze werd een trompetkwartet toegevoegd voor Canadian Girl en het prachtige Stranded.

Na de aangekondigde pauze ging het gaspedaal erop: van het surf-achtige Woe Is Me tot de woede van The Rat, de band genoot zichtbaar gedurende de bijna drie uur durende set. Het einde bestond uit een aantal verzoeknummers uit het extatische publiek, en Heartbreaker als het vierde nieuwe nummer. Ze zijn er weliswaar al 10 jaar, maar de band is nog steeds niet verleerd hoe ze intrigerende songs moeten schrijven en deze met verve voor een enthousiast publiek kunnen brengen. Dat er maar vele jaren mogen volgen, met hopelijk wat meer erkenning in de rest van de wereld.

Recensie: Jacco Kuipers