Where The Wild Things Are zit er weer op. Ondanks het rare weer kunnen we terugblikken op een zeer geslaagd weekend. En dat komt onder andere door de muzikaal zeer geslaagde laatste dag.
Deze begon met Anne Soldaat. We kunnen deze man niet anders bestempelen dan als de meest onderschatte artiest van Nederland. Hij behoort tot de allerbeste gitaristen van ons land en weet ook nog eens hoe je een goed liedje moet schrijven. Als bonus speelde hij ook nog een nummer van zijn oude band Daryll-Ann. Een heel sterk begin van de dag.
Toen snel naar de Action Factory. Normaal gesproken een plek waar verveelde pubers videospelletjes spelen, nu was er de rammelde rock van FIDLAR. Zij trapten meteen af met hun hit Cheap Beer, maar waarschijnlijk had het publiek de avond ervoor daar te veel van op want de reactie was matjes. De band trok daar gelukkig niets van aan en speelde nog veel meer lekkers van hun titelloze debuutalbum en langzaam maar zeker kwam ook de zaal in beweging.
Hetzelfde gebeurde daarna ook bij Everything Everything. Zij openden ook met een briljante single: Cough Cough. En ook hier moesten de aanwezigen in de tent nog een beetje warm draaien. Het feit dat het geluid aan het begin niet optimaal was maakte dat het even duurde voordat de Britse band zich van hun beste kant kon laten zien. Everything Everything bracht complexe ritmes, swingende grooves en heerlijke uitbarstingen van gitaargeweld. Daarmee gaven ze de perfecte pop van hun laatste album een geslaagd festivalsausje.
Na lekker warme maaltijd en een interview met FIDLAR zijn we in de grote tent blijven hangen om I Am Kloot te bekijken. Hun laatste album Let It All In staat vol met prachtige liedjes, maar voor ons was dit even niet wat we aan het einde van een wild weekend nodig hadden. Na een paar nummers van deze sympathieke band zijn we naar café Hamilton’s gegaan voor METZ.
We pikten daar nog een stukje van de soundcheck mee en daardoor wisten we al meteen wat we konden verwachten: snoeiharde grunge. Een half uurtje later begon de reguliere show. En wat voor een. METZ kent live maar 1 versnelling: de allerhoogste. Wat een heerlijke show! Voor ons de perfecte afsluiter van een heerlijk weekend.
De echte afsluiter was echter Jamie Lidell, die wat later begin door (waarschijnlijk) technische problemen. Achter een futuristische desk en voor een enorm videoscherm gaf Lidell een one-man-show vol funk, techno en electronica. Vooral de Prince-invloeden in de nieuwe nummers gaan we bij ons in als koek, maar toch was het tijd om halverwege de show naar huis te gaan. We voelden er weinig voor om op maandagochtend al om 10 uur het huisje uit te moeten en daardoor vroeg op te moeten staan.
We kunnen maar 1 conclusie trekken: Where The Wild Things Are was zeer geslaagd. De combinatie van een echt festival met een vakantiepark vol luxe huisjes kon ons enorm bekoren. Aan de programmering mag nog wat geschaafd worden (wat minder ‘rustige’ bandjes), maar we weten wel zeker dat we er volgend jaar weer bij zijn.