Met de grote hoeveelheid games die wekelijks verschijnen, is het soms moeilijk om helemaal bij te blijven. Om ruimte te geven aan games die ondersneeuwden in de drukte presenteert Mixed Grill een nieuwe toevoeging aan de serie ‘Mogelijk Gemist’, waarin we games aandacht geven die hun moment misten.
Disney Illusion Island
Bij de aankondiging van Disney Illusion Island wist ik het meteen: dit is een titel die mij op het lijf geschreven is. Een Rayman Legends-achtige Disney game met de grafische stijl van de moderne Mickey cartoons, die ik ook nog eens met mijn kids kon spelen! Wat ik toen nog niet wist, was dat Illusion Island qua gameplay eigenlijk helemaal niet lijkt op Rayman Legends. Het is namelijk een Metroidvania, waardoor hij eerder te vergelijken is met games als Metroid (duh) en Ori and the Will of the Wisps! En net als Ori heeft ook Disney Illusion Island een prachtige graphics en een soundtrack waar je u tegen zegt.
Mickey, Minnie, Donald en Goofy zijn onder valse voorwendselen uitgenodigd naar Monoth waar zij al snel op avontuur gaan om een paar gestolen magische boeken terug te brengen naar de inwoners. Gaandeweg krijgen ze – zoals het een echte Metroidvania betaamd – nieuwe gadgets en krachten om verder te komen in de wereld, maar ook gebruikt kunnen worden in eerder verkende gebieden om daar collectibles te vinden waar je eerst niet bij kon komen.
Het maakt niet uit met welk personage je speelt, want allemaal zijn ze even snel, springen ze even hoog en hoewel de vaardigheden er per personage anders uitzien, doen ze precies hetzelfde. Het feit dat je de game met vier spelers kan spelen en per speler kan instellen dat je personage geen schade kan krijgen, maakt Disney Illusion Island de perfecte “Baby’s First Metroidvania” voor de jongere gamers.
Red Dead Redemption op de Switch en PlayStation
Terwijl iedereen met smart wacht op de eerste beelden van GTA VI komende maand, is Rockstar de afgelopen tijd vooral bezig geweest met zoethoudertjes. GTA V spelen we inmiddels op de derde generatie consoles en de GTA Trilogy van vorig jaar was niet heel best. Als laatste strohalm om de boel op te rekken heeft Rockstar Red Dead Redemption opnieuw uitgebracht voor de PS4 en Nintendo Switch.
Van die twee was voor mij toch wel de grote vraag of de Switch hem aankon. Slechts op een enkel moment als er in Undead Nightmare een grote horde zombies op me afkwam dipte de framerate lichtjes in, maar verder dan dat is Red Dead Redemption op Nintendo’s handheld zoals ik mij hem herinner. Chapeu.
Op het gebied van gameplay en verhaal is Red Dead Redemption nog altijd een topper. Maar voor het bedrag dat deze port wordt verkocht (50 euro) had er toch echt wel wat meer extra aangeboden mogen worden. Want hoewel de fenomenale Undead Nightmare uitbreiding is toegevoegd in deze release, is de multiplayer waar ik mijzelf destijds enorm mee heb vermaakt jammer genoeg niet aanwezig.
Fort Solis
Aan enge games in de ruimte geen gebrek dit jaar, want na The Callisto Protocol en de Dead Space Remake kwam ook Fort Solis uit. Waar de vorige twee de focus leggen op volle horror met monsters en een enorme bak gore, is Fort Solis meer een psychologische thriller met een focus op het verhaal en personages. Het acteerwerk is dan ook erg sterk door de performances van Troy Baker (Joel in The Last of Us) en Roger Clarke (Arthur Morgan in Red Dead Redemption 2). Waar het verhaal erg spannend begint en je voor het grootste gedeelte op de punt van je stoel zit, is het einde teleurstellend te noemen. Er worden op het laatste moment nieuwe plotpunten geïntroduceerd en voelt daardoor wat afgeraffeld.
Ondanks het einde is mijn grootste hekelpunt bij Fort Solis toch wel dat de game enorm traag is en dan vooral de loopsnelheid van je personage. Ik ben absoluut niet vies van ‘walking sims’ zoals het fenomenale What Remains of Edith Finch (games waarin je langzaam rondloopt om je volledig in de persoonlijke verhalen te zuigen en het verhaal vaak via collectibles wordt verteld) en dat de gameplay voor het grootste gedeelte bestaat uit QTE’s. Maar in Fort Solis – waar je het gevoel krijgt dat je op ieder moment een jumpscare voor je kiezen kan krijgen of zelfs opgejaagd wordt – is dit vrij frustrerend. Hoeveel je van het verhaal meekrijgt hangt ook af van hoeveel je op onderzoek gaat. Het zou mij dan ook niet verbazen dat als je dit niet hebt gedaan, je op je hoofd krabt als de credits lopen.
Immortals of Aveum
Bij een game met een titel als Immortals of Aveum verwacht je hoogstwaarschijnlijk een fantasy RPG met heel veel statistieken, diepgaande personages waar jij het lot van bepaald door middel van morele keuzes en waar je minstens 100 uren in kan steken. Uit dat rijtje klopt alleen de fantasy setting, want wat de rest wél is kan daar niet meer van afwijken. Immortals of Aveum is namelijk een lineaire first person shooter met grote setpieces die doen denken aan die van Call of Duty. Maar in plaats van een grommende soldaat met een M4 en granaten, speel je een Warlock met magische powers (die te vergelijken zijn met de gebruikelijke wapens).
Het verhaal heeft boeiende personages, mooie omgevingen en de combat voelt verdraaid lekker aan. Tegelijkertijd voelt het tijdens het spelen ook als een shooter die uit had kunnen komen in het Xbox 360-tijdperk. Precies om die reden wist Immortals of Aveum bij mij de juiste snaar te raken, want in een jaar waar games steeds langer en langer duren om uit te spelen, is een rollercoaster van een shooter best lekker.