Review: Elden Ring Shadow of the Erdtree

Elden Ring Shadow of the Erdtree

Twee jaar geleden verscheen Elden Ring, een game die zoveel furore maakte dat zelfs collega Marc de Haas een poging durfde te wagen. Ontwikkelaar FromSoftware is berucht om de moeilijkheidsgraad van diens games en Elden Ring is verre van een uitzondering. De uitbreiding van die game, Shadow of the Erdtree, doet daar zelfs een schepje bovenop.

Ik val maar met de deur in huis: Shadow of the Erdtree is voor de masochisten onder ons. Je hebt misschien wel de rageposts op menig sociale media gelezen, hoe nieuwe én ervaren spelers klagen over de oneerlijke vijanden en de ‘moeilijkste eindbaas ooit’. Alles hiervan is waar. De drempel om Shadow of the Erdtree te kunnen spelen is groter, hoger en steiler dan welke game dan ook.

En ik wil ook dit uit de weg hebben: Shadow of the Erdtree is geen DLC. Misschien moeten we het zelfs geen uitbreiding noemen, want met een volle veertig uur die je in de Land of Shadow kan rondrennen is het praktisch een nieuwe game. Overigens kun je pas aan dit nieuwe deel beginnen als je ongeveer twee derde van de basisgame erop hebt zitten (lees: je moet de eindbazen Radahn en Mogh hebben verslagen). Wees gewaarschuwd.

Frustraties en fragmenten

Mijn eerste uitstapje in de nieuwe wereld die Shadow of the Erdtree voorschotelt was gevuld met frustratie. Alles, maar dan ook álles, hakt je in de pan. Maakt niet uit of je zestig uur in de basisgame hebt gestoken en je level 196 bent met de beste uitrusting die er bestaat. De eerste eindbaas die je tegenkomt, letterlijk om de hoek van het begingebied, slaat je letterlijk in één klap dood.

Goed begin. Zo goed, dat ontwikkelaar FromSoftware vlak na release besloot mensen een handje te helpen. Lang verhaal kort: je moet Scadutree Fragments vinden om je personage percentueel sterker te maken. Je begint simpelweg op 5 procent van je ware kracht en met elke upgrade ga je circa 5 procent omhoog. Die fragmenten liggen bij enkele checkpoints van de game – de bekende Sites of Grace – en zijn verder verspreid door de wereld. Zonder een flinke dosis verkennen loop je er zo aan voorbij.

Dat wil zeggen dat je eerste tien uur aanvoelen alsof je een steen de berg oprolt. Sla gerust een aantal eindbazen over – vertrouw me, dat bespaart veel ergernis – want met een aantal fragmenten onder de riem voelt de game een stuk beter aan. Althans, totdat je de échte eindbazen bereikt. Deze zijn sneller en meedogenlozer dan ooit tevoren en de allerlaatste eindbaas steekt daar met kop en schouders bovenuit. Beginnen aan Shadow of the Erdtree is een uitdaging, maar hem eindigen is een heuse heldendaad.

Groots, maar ook een beetje leeg

Ben je tot hier in de review gekomen en denk je: ‘Klink als mijn cup of tea’? Dan staat je iets moois te wachten. Shadow of the Erdtree is namelijk Elden Ring in overdrive. FromSoftware weet prachtige plaatjes voor te schotelen, doorgaans als je net een pittig level achter de rug hebt, en net zoals in de basisgame kun je je hier minutenlang aan vergapen. Van de jungleachtige Ruins of Rauh en de mysterieuze en blauw getinte Cerulean Coast tot het aanzicht op de Scadutree vanaf Gravesite Plain; hier heeft iemand zijn best op gedaan.

Dat geldt ook voor het leveldesign. De labyrintische aanpak waar FromSoftware intussen voor bekend staat, waarbij de meest obscure paden plotseling tot handige doorsteekroutes of zelfs nieuwe gebieden leiden, is opnieuw een genot. Vooral doordat dit keer de focus is gelegd op verticale routing, waardoor een gebied op meerdere lagen te ontdekken is. Soms vergat ik haast dat ik met een of andere queeste bezig was om Kindly Miquella te vinden, puur omdat ik alle hoekjes en gaatjes van een enorme vallei aan het onderzoeken was.

Rondsjezen op je paard Torrent om deze gebieden te ontdekken is doorgaans een pretje en brengt de nodige vrijheid met zich mee die niet in andere FromSoftware-games als Bloodborne en Dark Souls te ervaren is. Toch lijkt FromSoftware iets té graag die open world-aanpak na te streven. Toen ik uiteindelijk voor de laatste eindbaas stond en toch nog even de laatste gebieden aandeed om zeker te weten dat ik niets had gemist, merkte ik dat sommige van die gebieden eigenlijk vrij leeg zijn. Dieptepunt was een uitgestrekt bos dat op de kaart best omvangrijk is, maar waar niets anders dan een relatief simpel gevecht met een grote beer te vinden was.

Prachtige afsluiter

En de gameplay? Die is zo sterk als altijd. FromSoftware hoefde natuurlijk weinig te veranderen aan de Elden Ring-formule – ‘fight, die, repeat’, zoals collega Marc treffend verwoordde – en dat lijkt de ontwikkelaar maar al te goed te begrijpen. Voor je het weet, verdrink je in nieuwe wapens en harnassen en kun je de wildste combinaties maken, zoals een vuurspuwende martial arts-krijger. Je vindt dan ook letterlijk – en ik bedoel echt létterlijk – continu materialen om je wapens sterker mee te maken. Volgens mij staat mijn teller voor smithing stones intussen op 100+.

Shadow of the Erdtree is een prachtige afsluiter voor de Elden Ring-hype die ruim twee jaar geleden begon. De game houdt ongetwijfeld nog maandenlang de aandacht vast met zijn obscure lore en wereld vol geheimen en ik raad iedereen die het aandurft aan zo lang mogelijk van deze uitbreiding te genieten. Want ondanks het succes van Elden Ring, speelde de ontwikkelaar recent door dat opkomende FromSoftware-games waarschijnlijk geen open world hebben. Ik wacht nog steeds op een Bloodborne-remaster of een tweede Sekiro, maar tot die tijd  ga ik nog eens wat nieuwe builds proberen in Elden Ring.

Reinoud Schaatsbergen

Elden Ring Shadow of the Erdtree