Mixed Grill had de afgelopen week de eer om meerdere keren een bezoek te mogen brengen aan het Rijksmuseum. Onze bevindingen willen we graag hier delen. We doen dat in 2 delen.
In dit artikel lees je alles over het vernieuwde gebouw en de kunst. In een volgend artikel gaan we dieper in op de heel bijzondere nieuwe verlichting van het museum en wat dat doet met de collectie.
Het is bijzonder om weer vrij te kunnen lopen door de beroemde onderdoorgang van het museum. Ooit een veelgebruikte fietsroute voor Amsterdammers, maar de laatste jaren vooral een punt van discussie en misschien ook wel een belangrijke reden waarom de verbouwing van het Rijks zo lang heeft moeten duren. Op uitnodiging van Nike was ik hier een paar weken geleden ook al eens, maar toen was de onderdoorgang nog een echte bouwput. Daar is nu geen sprake meer van.
Wat dan als eerste opvalt zijn de lichte atriums aan beide zijden van de onderdoorgang. Vroeger bestonden de muren uit baksteen, maar nu zijn de wanden van glas. Als je hierdoor naar binnen kijkt vallen de enorme ruimtes aan weerszijden op. Hier ga je ook naar binnen. Het mooie is dat je deze ruimte ook kunt bezoeken zonder een kaartje voor het museum. Je kunt dan gewoon gebruik maken van het restaurant en de winkel.
Het is even zoeken maar onder de onderdoorgang bevinden zich de kassa’s en de garderobe en op deze manier kun je ook binnendoor van het ene atrium naar de andere lopen. Alles is uitgevoerd in prachtig, grijs Portugees Gascogne-marmer. Later zal blijken dat niet voor niets is gekozen door grijs, maar dat deze kleur een belangrijke rol speelt in de rest van het gebouw.
Dan is het tijd om het museum in te gaan. Natuurlijk begin je dan bij de Eregalerij met alle topstukken. Daarvoor moet je door de indrukwekkende voorhal. Als sinds de dood van Pierre Cuypers (de architect van het Rijksmuseum) in 1921 was deze ruimte witgekalkt. Het oorspronkelijke ontwerp van Cuypers was volgens velen ’te katholiek’. Het museum leek te veel op een kerk. Deze mening duikt nog steeds op, ook naar aanleiding van deze recente verbouwing, maar de meesten zullen de Voorhal indrukwekkend vinden. Cuypers heeft hier gekozen voor een nostalgische terugblik op de Nederlandse geschiedenis. De muren en ramen staan dan ook vol met heldhaftige Batavieren en nationale helden als Joost van den Vondel. In combinatie met een mozaïekvloer vormt dit een ruimte waar je echt even de tijd voor moet nemen, ook al wachten de topstukken om de hoek op je.
Voor wie zich een bezoek aan het ‘oude’ Rijksmuseum nog kan herinneren, lijkt er niet zoveel veranderd in de Eregalerij. Dat klopt ten dele. De collectie is inderdaad zo goed als hetzelfde. Je loopt langs topstukken van Johannes Vermeer, Jan Steen, Frans Hals en Rembrandt van Rijn en ziet aan het einde De Nachtwacht hangen. Toch zijn hier verschillen waar te nemen. De muren waar de schilderijen aan hangen zijn nu allemaal 1 kleur, dat waren eerst verschillende kleuren en de plafonds zijn, net als bij de Voorhal, ontdaan van de witkalk. De verschillende grijstinten die de muren in het museum hebben zorgen dat de schilderijen en andere kunstvoorwerpen prachtig uitkomen en de kleuren het beste tot hun recht komen. Ook de belichting speelt hierbij een cruciale rol, maar daar gaan we in een volgend artikel uitgebreid op in.
Wie na het bewonderen van de topstukken in de Eregalerij verder het museum ingaat zal een van de grootste veranderingen zien. De collectie is namelijk onderverdeeld per eeuw en niet meer per kunstvorm. Vroeger hingen alle schilderijen bij elkaar en stond ook al het aardewerk of zilver in een ruimte. Nu staat dat door elkaar. De collectie is nu niet alleen dynamischer geworden, maar ook de context is duidelijker. Je kunt nu bij wijze van spreken in 1 zaal portretten bekijken van de notabelen uit die tijd en tegelijkertijd de zilveren kunstvoorwerpen uit hun huis bekijken. Dit geeft een veel completer beeld van de kunst uit die periode.
Die periodes lopen grofweg van van 1100 tot 1950. In de kelder kun je de, vaak religieuze, kunstvoorwerpen uit de Middeleeuwen bekijken en helemaal bovenin eindigt het met de 20ste eeuw. Hier zie je bijvoorbeeld meubels van Willem Hendrik Gispen, schilderijen van De Stijl en zelfs een vliegtuig uit 1918. Het Rijksmuseum bewijst met de collectie en de manier waarop deze is opgezet dat een nieuw nationaal historisch museum eigenlijk overbodig is. Het Rijksmuseum is dat immers al.