Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem is op zoek naar kleding uit de periode 1950 tot nu. Iedereen in Nederland is welkom om de eigen kledingkast in te duiken om een donatie te doen aan het museum. Het doel is het Nederlandse modebeeld van de afgelopen 75 jaar nog beter vast te leggen met aansprekende en herkenbare voorbeelden.
Als je denkt dat jouw (oude) kleren niet goed genoeg zijn om te doneren aan het Openluchtmuseum, dan heb je het mis. De Nederlandse museumcollecties bevatten tot nu toe vooral hoogtepunten uit de geschiedenis van de Nederlandse en internationale mode. Het Nederlands Openluchtmuseum museum wil juist de dagelijkse kleding van iedereen in Nederland verzamelen en bewaren. Het gaat dus niet speciaal om haute couture of kleding gemaakt door Nederlandse (beroemde) ontwerpers. Het bijzondere zit ‘m juist in het alledaagse.
Gabberpak
Denk aan confectiekleding, zelfmaakmode, het meerdere keren met liefde verstelde huishoudschort van oma, opa’s stoere Beatles-jasje, de wortelbroek uit begin jaren ’80, het gabberpak uit de jaren ’90 of een lievelingsoutfit uit de coronatijd. Waar het Openluchtmuseum in het bijzonder naar op zoek is, zijn kledingstukken én accessoires die passen bij een specifieke modestijl of subcultuur die de afgelopen decennia in het straatbeeld te zien waren. Denk aan hippie, punk, gothic, hip-hop of de college-stijl van de ‘kakkers’. Schoenen, tassen, brillen, petten of sieraden zijn ook interessant voor de collectie. Helemaal mooi is het als er ook foto’s zijn van de stukken uit de tijd zelf.
Hoe werkt het?
Wie een kledingstuk, kledingstukken, accessoires of een hele outfit heeft waaraan hij/zij ook een mooie herinnering heeft, kan (een) foto’s maken en die met het verhaal opsturen naar het Openluchtmuseum (modekleding@openluchtmuseum.nl). Het museum maakt een keuze uit de kledingstukken of accessoires die in de museumcollectie worden opgenomen. Uiteindelijk publiceren ze de kledingstukken en de verhalen (natuurlijk met toestemming) op de website. De verworven kleding kan nog niet in het museum worden getoond, maar dat is uiteindelijk wel de bedoeling.
