Vanaf 21 oktober presenteert Wanrooij Gallery in Amsterdam een solotentoonstelling van Koh Sang Woo. Met de expositie Wild in Blue toont de galerie een selectie kleurrijke fotografische schilderijen van de Amerikaans-Koreaanse kunstenaar.
Wild in Blue bestaat uit levendige portretten van wilde dieren, met menselijke eigenschappen. Hierbij is prominent gebruikgemaakt van de kleur blauw, met een subtiel roze hart.
Blauwe tonen
Koh Sang Woo geniet internationale bekendheid om zijn ‘blue tone photography’. Ook zijn recente Blue Endangered Animals-serie is in deze karakteristieke stijl gemaakt. Voor de serie van bedreigde diersoorten, waaronder panda’s, tijgers, beren en olifanten, combineert hij fotografie met digitale schilderkunst. De beeldend kunstenaar laat zich onder meer inspireren door het werk van Jackson Pollock, Willem de Kooning en Andy Warhol.
Gelijkwaardigheid tussen mens en dier
Net als in de traditionele kunst zijn de dieren frontaal geportretteerd. Dit om met ze te kunnen communiceren en autoriteit te verlenen. Daarbij weerspiegelt de zelfverzekerde expressie op krachtige wijze karakter, persoonlijkheid en emoties, net als bij mensen. De portretten kenmerken zich door symmetrie en een gevoel van statische stabiliteit en eenheid. Als artistieke boodschap van Koh Sang Woo zijn wilde dieren gelijkwaardig aan mensen en verdienen hierdoor respect. Zijn werk onderstreept het verlangen naar een harmonieuze samenleving tussen mens en dier.
Over de kunstenaar
Koh Sang Woo (1978) woont en werkt in New York en Seoul. Hij volgde een opleiding fotografie en performance art aan de School of the Art Institute of Chicago (SAIC). De kunstenaar exposeert wereldwijd. Zijn autonome werk is gepresenteerd op toonaangevende kunstbeurzen als The Armory Show in New York, Art Basel in Hong Kong, Art Miami, KunstRAI in Amsterdam en SCOPE Basel en opgenomen in de collecties van het National Museum of Modern and Contemporary Art en het Savina Museum in Korea. Het omvangrijk en iconisch oeuvre is in 2021 gebundeld in de monografie ‘Koh Sang Woo 20 Years’.