William Boyd – De dromen van Bethany Mellmoth

de nieuwe william boyd

De nieuwe verhalenbundel van William Boyd is vandaag verschenen bij uitgever Penguin: The dreams of Bethany Mellmoth – De dromen van Bethany Mellmoth. Zoals van hem bekend, beginnen Boyds verhalen vaak in medias res: zonder verklarend aanloopje bevind je je als lezer meteen midden in het verhaal, dat zich vervolgens razendsnel verder ontwikkelt.

De hoofdpersonen in de zeven korte en de twee wat langere verhalen in deze bundel hebben, net als in het echte leven, ieder hun eigen verwachtingen en dromen. Maar meestal komt er van de uitvoering weinig terecht. Niets nieuws onder de zon, zou je op het eerste gezicht kunnen zeggen, ware het niet dat Boyd met een aantal aparte schrijfstijlen op de proppen komt die de verbeelding van de lezers op een geheel nieuwe manier prikkelen. Roepen de The man who liked kissing women, Camp K en The vanishing game prettige herinneringen op aan eerder werk van de geboren Schot, de overige verhalen zijn absolute aanraders vanwege de aangepaste verteltrant.

Zo stelt Boyd zijn stokpaard – over de kracht van het dagboek boven het geheugen – in een ander daglicht door in The diarists excerpten van dagboeken van diverse personages achter elkaar te plaatsen. Op meesterlijke wijze wordt het spanningsveld tussen wat mensen doen en wat ze denken (dat laatste blijft in de echte wereld voor de buitenwereld immers vaak in nevelen gehuld) uitgediept, waarbij de kruisbestuiving van informatie die zich vanuit de verschillende dagboeken in het hoofd van de lezer nestelt, zorgt voor een compleet plaatje. De chaos van ogenschijnlijk random gebeurtenissen wint daardoor niet alleen aan geloofwaardigheid maar ook aan logica. En dat terwijl de hoofdpersonen zelf eigenlijk geen stap verder komen in het waarom van hetgeen hun mede personages doen en laten.

Liefdesaffaire

Een andere aangename verrassing is het naar een gedicht van Robert Frost vernoemde The road not taken. Ook hier valt de lezer midden in een ontmoeting van twee personages die een gemeenschappelijk verleden blijken te hebben. Boyd vertelt hun liefdesaffaire chronologisch van achteren naar voren, waarbij hij de valkuil vermijdt van het vaak gebruikte verliefdheid-sleur-einde stramien. De personages gaan vanuit totale vervreemding ten opzichte van elkaar in goed beschreven passages terug naar het begin van het einde van hun relatie naar de dagen van lichtvoetige verliefdheid en tenslotte naar het allereerste begin: hun ontmoeting. Het is zo treffend en invoelbaar verwoord, dat je aan het einde niet snapt hoe deze twee mensen ooit uit elkaar hebben kunnen gaan. Een aanrader voor ieder stel dat in een langdurige relatie meent op elkaar te zijn uitgekeken, zo lijkt het.

In Humiliation laat Boyd zien hoe de dynamiek tussen een literatuurrecensent en een schrijver gaandeweg het verhaal van kleur verschiet. Is er eerst de vernietigende recensie die wraakgevoelens oproept bij de romanschrijver, gaandeweg ontstaat er een fijnzinnig uitgesponnen plot waarbij de een informatie in zijn schoot geworpen krijgt over de ander, die toevallig in hetzelfde hotel verblijft. Hij ziet de recensent met zijn maîtresse en als lezer zie je het al voor je: nu gaat de schrijver de echtgenote van de recensent inlichten en zo krijgt hij zijn gedroomde revanche. Maar zo gaat het niet. Om spoilers te vermijden zal ik het houden bij een ‘plotwending’ die absoluut de moeite waard is.

Regisseur

Met Unsent letters kruipt Boyd onder de huid van een regisseur die langzaamaan zijn grip op de wereld om zich heen verliest door brieven te formuleren die er niet om liegen: allerlei hem bekende personages krijgen er flink van langs, waarbij niet alleen iedere brief abrupt wordt afgebroken als gevolg waarvan je als lezer niet volledig bent geïnformeerd en er dus nog wat te raden overblijft, maar er ook doorgestreepte zinnen in de brieven blijven staan. Ondanks dat de titel al bij voorbaat weggeeft dat ze niet worden verstuurd, blijken de brieven wel een samenhangend geheel te vormen. Steeds meer raakt de regisseur in een isolement en wanneer hij zelfs zijn therapeut onheus bejegent, denk je te weten hoe het zal eindigen, maar of dat ook zo is…

The things I stole neemt de lezer mee in de beweegredenen van een kleptomaan die beargumenteert dat wanneer zijn door hem als ‘klein’ bestempelde ontvreemdingen niet worden bemerkt, technisch gesproken geen sprake is van diefstal. Begonnen als kind met het achterover drukken van een stukje speelgoed van zijn beste vriend en de sigaretten van zijn eigen moeder, pakt hij het als volwassene grondiger aan. Maar wat het ook is dat hij steelt, de hoofdpersoon vindt er altijd wel een vergoelijking voor. Alsof hij de lezer ervan probeert te overtuigen dat het allemaal wel meevalt. Kleine delen van grote sommen geld, de biertjes die mensen laten staan wanneer ze in een kroeg naar de wc gaan (die worden namelijk anders toch alleen maar warm en dus minder lekker), het is allemaal lang niet zo erg als het lijkt, vindt de hoofdpersoon. Dat hij door zijn obsessieve gedrag zowel zijn gezin kwijtraakt als jarenlang in de gevangenis verdwijnt, lijkt hem te hebben gelouterd, maar wanneer hij vertelt over het terugvinden van het speelgoed van zijn vriendje blijkt dat toch net iets anders uit te werken.

Minirol in een film

Hoogtepunt van de bundel vormt het 95 pagina’s tellend verhaal van Bethany Mellmoth. Hierin laat Boyd zien dat hij een stapje verder gaat in het wereldbeeld van chaos en mislukking dat we van hem gewend zijn. Hoofdpersoon Bethany is jong en mooi, maar worstelt met zichzelf en haar verwachtingen. Het constante innerlijke gevecht dat ze levert, over het werk dat ze doet en de relaties die ze met mannen aanknoopt, levert haar in het eerste deel van het verhaal slechts negativiteit op. Iedere keer dat ze (toevallig) te maken krijgt met iets aangenaams (een activiteit, een aantrekkelijke man), draaft ze gelijk door. Bij een minirol in een film ziet ze haar naam al groot in hoofdletters op de poster staan en wanneer ze wat aardige foto’s maakt, is een carrière als fotograaf ineens wat ze wil. En daarnaast zorgt een terugkerend loyaliteitsconflict ten opzichte van haar gescheiden ouders ook nog eens voor externe druk. De meeste impact heeft misschien nog wel een krantenbericht waarin ze leest dat de gemiddelde levensduur van een mens rond de 1.000 maanden ligt. Ze slaat aan het rekenen en beseft dat de klok tikt, terwijl ze zelf constant een stap vooruit en twee achteruit zet. ‘She does a quick calculation – she has already used up 274 months and what has she achieved in her life? Nothing.’ Die berekening maakt haar alleen nog maar meer onzeker over het feit dat praktisch al haar initiatieven tot dan toe zijn mislukt. ‘What is it about life, she wonders, that makes it so hard for it to turn out the way you want it to?’

Wanneer ze vervolgens een muzikant tegenkomt die haar vraagt of ze een beetje kan zingen, blijkt dat ze vooralsnog weinig heeft geleerd van voorgaande fiasco’s. Ook nu ziet (en hoort) ze zichzelf al een volle zaal in vervoering brengen met haar adembenemende gezang. Op tweederde van het verhaal krijgt ze echter een inzicht, dat Boydpersonages meestal ontberen. Ze beseft dat ze te veel verwacht van het leven. ‘Life, she now knows, is a malfunctioning system. Failure, breakdown, dysfunction – this is the norm. As soon as you acknowledge this fact then everything becomes easier.’ Omdenken op een Onboydediaanse manier. Ze weet nu waarmee ze haar verwachtingen kan temperen. Met een simpel zinnetje: ‘Things go wrong.’ En wanneer haar metro vertraging heeft, past ze dit nieuwe credo meteen met succes toe. Waar haar medepassagiers zich ergeren en hun afkeuring laten blijken, blijft Bethany de kalmte zelve.

Huissleutel

Maar dat betekent nog niet dat het bij haar keuze voor mannen ineens ook significant beter gaat. Ze valt voor een bipolaire stand-up comedian en voordat ze het weet, schrijft ze mee aan zijn repertoire en kiest ze, net als in haar eerdere relaties, weer veel te snel voor samenwonen. Wanneer Bethany zichzelf echter voor het eerst met de huissleutel de toegang verschaft tot het appartement en de comedian erop betrapt dat hij zichzelf met een kinderstem toespreekt, verlaat ze stilletjes de woning. Things go wrong indeed. Op de laatste pagina’s blijft het onzeker of Bethany’s leven in het vervolg nog steeds zal worden geregeerd door de chaos van haar dromen en verwachtingen of dat ze  haar nieuwe inzicht steeds meer zal kunnen uitbouwen tot een way of life. Maar ze doet in ieder geval haar best om orde te scheppen in de chaos en dat is lovenswaardig. En vooral ook nieuw voor de bedenker van het verhaal.

Boyd ontroert en verrast met zijn nieuwe verhalenbundel, niet alleen door de verschillende schrijfstijlen, maar bovenal door met Bethany Mellmoth een personage tot leven te brengen dat een bewust tegenwicht biedt aan het gedachtegoed en de handelswijze van meeste van zijn eerdere personages. Het is alleen jammer dat we nooit zullen weten hoe ze het er verder vanaf gaat brengen.

Roberto Pennino