Ik, J. Kessels is een bizarre zoektocht van P.F. Thomése

dit boek heeft mooie glimmende letters

“Schrijvers zijn trouwer aan hun personages dan aan hun werkelijke vrienden”, schrijft P.F. Thomése aan het einde van de roman Ik, J. Kessels. De lezer heeft er dan al een wilde rit opzitten. Een rit door de nachtelijke straten van Tilburg, waarin niets is wat het lijkt.

Na J. Kessels: The Novel en Het Bamischandaal duikt de kettingrokende en zuipende countryliefhebber J. Kessels weer op in een roman. Verwacht in dit geval echter geen ordinaire roadtrip naar Hamburg, door Texas of naar Shanghai. Dit keer blijven we dichter bij huis: Tilburg. Dat is immers de plaats waar de legendarische J. Kessels woont.

Het begint allemaal met het gegeven dat P.F. Thomése een manuscript van een nieuwe J. Kessels-roman in zijn handen gedrukt krijgt. Een boek over zijn beroemdste personage, maar dan niet door hemzelf geschreven. Om te ontdekken wie achter dit verhaal zit, gaat de schrijver op onderzoek uit. En waar moet dat anders gebeuren dan in Tilburg?

Peerke

Gaandeweg beginnen feiten en fictie steeds verder door elkaar te lopen. Wie is nu de schrijver van Ik, J Kessels? Is dat P.F. Thomése of is het die dekselse Peerke Sonnemans. Voor de lezer is het ook niet duidelijk. Het enige keuze die hij of zij heeft is door te blijven lezen.

De schrijver neemt je zodoende mee in een wilde rit door Tilburg. Soms letterlijk, achterop de Zündapp van Peerke, maar vaak ook in de gedachten van P.F. Thomése. Gedachten aan betere of andere tijden waarin hij nog de controle had over de daden van J. Kessels. Deze controle lijkt hij namelijk in dit verhaal steeds meer kwijt te raken.

Platvloers

Wie de eerdere verhalen uit de J. Kessels-trilogie heeft gelezen, weet dat het er regelmatig zeer platvloers aan toegaat. In sommige recensies neemt men P.F. Thomése deze banaliteit zeer kwalijk. Ze vragen zich af hoe een schrijver, die ook heel mooie romans kan schrijven, op deze flauwe rommel komt.

Persoonlijk vind ik dit soort banaliteit op z’n tijd zeer vermakelijk. Bovendien kent Ik, J. Kessels ook literaire momenten van een hoog niveau. Het einde waarin P.F. Thomése zijn J. Kessels vergelijkt met Dean Moriarty is heel erg fraai. Het is dan ook de combinatie van hoge en lage cultuur wat P.F. Thomése zo’n geweldige schrijver maakt.