Aan het begin van dag twee werd allereerst duidelijk gemaakt dat het ingekorte optreden van Björk niet goed gemaakt zou worden, en dat iedereen zich dus maar op andere bands moest gaan richten.
Soundcheck
Wij volgden dat advies met Julia Holter, de licht experimentele singer-songwriter. Geflankeerd door een violist en cellist had zij de eer om op het kleinste podium het spits af te bijten. De geluidstechnici hadden duidelijk de schrik van de avond ervoor nog in de benen, hetgeen betekende dat tegen de tijd dat alle instrumenten en de subtiele vocale harmonieën te horen waren, haar optreden al zo’n beetje ten einde was gekomen. We hoorden mensen om ons heen zich afvragen of dit nou de soundcheck of het daadwerkelijke optreden was.
Daar had Phosphorescent duidelijk minder moeite mee. Dit project van zanger/musicus Matthew Houck overrompelde met een combinatie van intelligent geschreven, geweldig gespeelde en emotioneel gezongen songs. Veel werk van het laatste album Muchacho (met afsluiter Los Angeles en “hit” Song for Zula als hoogtepunten), hier en daar wat ouder werk, en het is duidelijk dat Houck eindelijk beloond wordt voor het gedurende twaalf jaar aan de weg timmeren.
Net toen we dachten dat we met Phosphorescent het hoogtepunt van de dag wel hadden gehad, was daar het bewijs dat een hype soms meer dan terecht kan zijn. De vier dames van Savages scheurden zich in stemmig zwart door het terecht de hemel in geprezen debuutalbum Silence Yourself. En in frontvrouw Jehnny Beth, met haar katachtige houding, Siouxsie-achtige spasmen en Sinead O’Connor-esque woedende blik heeft de band een ster in wording. De weinige publieksinteractie was geen enkel probleem: de muziek en de uitstraling spraken voor zich.
Rihanna
Daarna werd het tijd voor bands waar meer naar geluisterd dan naar gekeken hoefde te worden. Oudgedienden Swans maken nog steeds een bak atonale herrie. The Breeders speelden zich braaf door het hele album Last Splash heen (met voorspelbare gekte rondom Cannonball), maar onze oren spitsten zich pas weer bij het trio Low (eerste foto). Minimale muzikale omlijsting, prachtig getergde zang, en Rihanna’s Stay als (enigszins de soep ingelopen) cover gekoppeld aan de enige plek op het terrein met schaduw betekende dat hun optreden een welkome afwisseling was in het geweld dat zich elders afspeelde.
Andy Stott’s 45 minuten durende triphop en IDM set was een prima tussendoortje in afwachting van de twee hoofdacts van zaterdag: Belle & Sebastian op het hoofdpodium, en Rustie op het zijpodium. Die eerst is inmiddels uitgegroeid tot een volledig orkest, en ondanks het piekfijne geluid en I’m A Cuckoo als enthousiaste opener bekroop ons het gevoel dat Pitchfork opnieuw problemen heeft met het kiezen van een echt goeie headliner: het optreden kabbelde wel erg rustig van song naar song. Daar kon het gebabbel van Stuart Murdoch niets aan afdoen.
Dan maar snel naar Rustie. En ondanks het feit dat het energiepeil daar wel een flink stuk hoger lag, was zijn muzikale diepgang ver te zoeken. En er is een grens aan het aantal varianten op de Harlem Shake dat wij na een lange hete dag nog aan konden horen. Tel daarbij op dat het laatste half uur de regen met bakken uit de hemel viel, en de keuze was snel gemaakt: we strompelden richting een douche en richting wat rust voor de laatste dag.
Tekst & foto’s: Jacco Kuipers