Soms komt er iets op je pad wat je totaal out of the blue weet te verrassen. Dat was Death’s Door voor mij. De game die slechts door een klein clubje mensen gemaakt is, stond tot de week van de release nog niet eens op mijn radar. Het moment dat ik er mee begon, veranderde dit vrijwel meteen en nadat ik hem in een aantal dagen had ik de game uitgespeeld staat hij nu torenhoog bovenaan mijn Game of the Year 2021-lijst.
In Death’s Door speel je een kleine kraai die als zielenjager werkt voor een grote organisatie. In de dimensie waar zij wonen werkt tijd net een beetje anders en kunnen kraaien voor altijd leven. In de buitenwereld waar zij moeten jagen is dit echter niet het geval, worden ze ouder en zijn ze sterfelijk. Tijdens een opdracht waarin hij een “grote ziel” moet verzamelen, wordt deze van hem afgepakt en gebruikt door de dief in een poging om de titulaire Death’s Door te openen. Zonder succes, dus is het aan de kleine kraai om drie andere grote zielen te verzamelen om de deur te openen en zijn bounty terug te vorderen zodat hij weer naar huis mag.
Invloeden
Wat is het dan dat zo’n “kleine” game zo geliefd heeft gemaakt? Het is een combinatie van meerdere invloeden uit andere games, die allemaal klikken, verdraaid goed werken met elkaar en daardoor toch als iets nieuws aanvoelt. Death’s Door lijkt nog de meeste invloed te hebben genomen uit de klassieke top down Zelda-games zoals A Link to the Past. Ieder gebied heeft zijn eigen grafische stijl, muziek, memorabele personages en dungeons – die uiteraard gepaard gaan met een nieuwe ability om je verder te helpen.
Of je nou de besneeuwde bergen, een groot huis waarin een Studio Ghibli-achtige heks woont, of het fabelachtige bos waar een kwaadaardige kikkerkoning regeert bezoekt, het is een lust voor zowel oog als oor om ze te tot in kleinste hoekjes te verkennen. De muziek is dusdanig goed dat het nu regelmatig opstaat tijdens mijn dagelijks werk en de omgevingen dagen je ook daadwerkelijk uit om op onderzoek te gaan.
Dit heeft ook mede te maken met de Metroidvania-gameplay waarbij je nieuwe gebieden – maar ook eerder ontoegankelijke plekken uit vorige – kan verkennen na het verkrijgen van een upgrade. In alle rust zal dat verkennen niet gaan, want de vijanden in Death’s Door zullen flink wat tegenstand bieden. Deze gevechten doen qua gameplay erg denken aan het sublieme Hades die vorig jaar zowel Sander als mij in zijn greep hield en de moeilijkheid van Dark Souls. De creativiteit uit de omgevingen kom je ook tegen in de monsters en hoe je ze zal verslaan.
Dood zal je gaan en als je te snel wil gaan vaak ook. Gelukkig kan je de statistieken van je kraai zoals zijn kracht en snelheid steeds sterker kunnen maken middels upgrades die je koopt met de zielen van vijanden. Waar je bij een Hades, of Dark Souls vrijwel helemaal opnieuw moet beginnen, zonder je verzamelde zielen, sta je in Death’s Door vrijwel direct bij de laatste deur waar je doorheen bent gekomen en behoud je de hoeveelheid zieltjes die je hebt gespaard. Mocht je tegen een pittigere eindbaas aanlopen, dan zou je er dus voor kunnen kiezen om souls te grinden, maar persoonlijk vond ik het uitdagender om erachter te komen wat het patroon van de vijand was.
De ontwikkelaars plegen leentjebuur bij een aantal games, maar doordat ze dit hebben gedaan met een eigen stijlvolle twist voelt het toch als een opzichzelfstaande game die je van begin tot eind vasthoudt en niet loslaat. Met name het mysterie rondom de “Lord of Doors” de grote baas achter de organisatie is intrigerend waar je steeds kleine hints naar hem krijgt.
Afhankelijk van je eigen skills, hoe je speelt en of je al opzoek gaat naar geheimen, rollen na zo’n zes tot acht uur de credits over je scherm. Het is daarna nog niet klaar, want endgame die het verhaal vordert en nog meer geheimen heeft om te ontdekken rekt de gameplay verder op.
Conclusie
Death’s Door heeft het vrijwel allemaal; sterke gameplay die je beetgrijpt, een Zelda-achtige sprookjeswereld en prachtige muziek die je helpt te transporteren daarnaartoe. Het moment dat de credits liepen wilde ik meer en ik hoop dan ook oprecht dat de developers meer in de pijpleiding hebben. Er is dan ook heel wat voor nodig om Death’s Door nog van mijn persoonlijke GOTY 2021 troon te stoten.
Death’s Door is nu beschikbaar voor de PC, Xbox One en Xbox Series X|S. Voor deze review is hij op de Series X gespeeld.