Dag 2 van Where The Wild Things Are begon voor velen met een brak hoofd. De luxe van huisjes en appartementen nodigt uit tot het geven van afterparty’s. Het festival zelf trapte voor ons af met Jungle By Night. Zij brachten virtuoos gespeelde afrofunk en deden dat op een zeer aanstekelijke manier. Een band met zoveel energie mag van ons best wat later op het programma staan.
Daarna was het tijd voor iets compleet anders. Onder de noemer Coxtales is er op WTWTA ook een literair programma. Een (muzikaal) onderdeel van was een optreden van het Monica da Silva Trio. Dit trio bestaat uit Arjan Lubach, Tim Kamps en een Ecuadoraanse drumcomputer. Hun optreden laat zich het best omschrijven als muzikaal cabaret en bestond dus vooral uit grappige liedjes, muzikale grappen en een hilarische sketch over een nieuwe attractie in de Efteling. Wij vonden het optreden heel erg grappig en een van de hoogtepunten van de dag.
San Cisco is vooral bekend van de hit Akward, maar hebben inmiddels ook een album uit waar nog veel meer leuke liedjes op staan. Het eerste dat opviel was dat de dame in de band achter de drums zit. Dat hadden we even niet verwacht. En ze drumde ook nog heel erg goed. De rammelende popliedjes met een rock ’n roll-jasje deden het bij ons erg goed, maar echt hemelbestormend was het ook weer niet.
Jake Bugg daarentegen is echt een wereldster in wording. Dat hij mooie liedjes kon schrijven wisten we al, maar live was het ook dik in orde. Qua podiumpresentatie heeft hij goed gekeken naar onder andere Oasis. Met een zelfverzekerde/arrogante blik stond hij als een echte ster op het podium. Ook het feit dat hij bijna elk nummer van gitaar wisselde getuigt van sterallures (of zou het streven naar perfectie zijn?). In ieder geval waren de liedjes bloedmooi. Sommige nummers speelde Jake alleen met zijn gitaar, maar bij een aantal had hij een bassist en drummer als ondersteuning. Die begeleiding bestond vaak uit het Boom Chicka Boom dat we kennen van Johnny Cash. Jake Bugg lijkt van de folk over te stappen naar de rock ’n roll.
Op het kleine festivalterrein is ook lekker eten te krijgen. Festivals krijgen steeds beter door dat het publiek behoefte heeft aan goed eten, dus aten we een heerlijke ter plekke gemaakte houtovenpizza en een galette met truffel, walnoten en gruyère. Met een goed gevulde maag gingen we de tent weer in voor Local Natives. De zanger vertelde dat dit de laatste show van een lange tour was en dat was ook te merken. De band speelden heerlijk ontspannen, maar tegelijkertijd gedreven. Het samenspel en de dynamiek was uitmuntend en een goede lichtshow maakte het helemaal af.
Na een dikke sigaar te hebben gerookt in de rokerslounge van Hajenius waren we helemaal klaar voor Of Monsters and Men. Van te voren was er twijfel of de band het wel in zich had om als headliner op de zaterdagavond te fungeren, maar die bedenkingen speelden ze met gemak weg. Deze band weet heel goed de enorme positieve energie die ze bezit op het publiek over te brengen. De nummers werden uit volle borst meegezongen. Met als hoogtepunt natuurlijk de enorme hit Little Talks.
Aan DJ Sandeman was het daarna de taak om de tent klaar te stomen voor het nachtprogramma. Met een set vol hits van oa Disclosure en Duke Dumont draaide hij het publiek warm. Het Hercules and Love Affair Soundsystem hoefde alleen maar het stokje over te nemen. DJ Andy Butler had twee zangers meegenomen en aan hun was het de taak om de boel op te zwepen. De set bestond uit een mix van eigen nummers (natuurlijk Blind, maar ook My House en You Belong) en houseklassiekers (Good Life, You Gonna Want Me). Where The Wild Things Are mag dan op het affiche een festival lijken met vooral indiebandjes en singer-songwriters, op de beats ging het feest pas echt los.
Na de classics van Andy Butler mocht Tom Trago het feest afsluiten. Ook hij trapte af met een klassieker The House of God van DHS (uit 1990). Daarna ging hij lekker de diepte in. Heerlijke beats en diepe bassen en veel gedraai aan de knoppen door Trago waren de ingrediënten voor goed feest tot diep in de nacht. Hoogtepunten in de set waren de remix die Julien Parisé maakte van 1999 van Prince en Au Seve van Julio Bashmore (die Sandeman ook draaide). Een bizar detail tijdens dit feest was het feit dat er meterslange takken werden uitgedeeld vanaf het podium waardoor tientallen mensen op de dansvloer met een boom stond te zwaaien.