Je hebt je familie niet voor het uitkiezen. Niet iedereen groeit op in een veilige en rustige omgeving. Neem nu de twaalfjarige Bailey die met haar vader en broer in een kraakpand woont. Ze is duidelijk niet op haar plek in die omgeving, maar wat kan ze doen?
De openingsscene van Bird is de beste in misschien wel jaren. We zien Bailey op een viaduct naar de vogels turen. Plots is daar haar vader Bug (een volgetatoeëerde Barry Keoghan) op een elektrische step. Aan het stuur hangt een plastic tas met daarin een enorme kikker. Bailey moet van haar vader achterop om mee naar huis te gaan. Onder begeleiding van de luide muziek van Fontaines D.C. rijden de twee door de straten van een typisch Brits stadje om uiteindelijk uit te komen bij het kraakpand waarin de twee met nog veel meer anderen wonen.
Dromers
Broer Hunter is vooral geïnteresseerd in zijn eerste stappen in het criminele milieu en drillrap en vader Bug is op zoek naar snelle en makkelijke manieren om geld te verdienen. Wat vader en dochter wel gemeen hebben is dat het beide dromers zijn. Bug zit vaak uit het raam te staren terwijl hij naar zijn favoriete muziek (blur, The Verve) luistert, Bailey zoekt vooral buiten de rust. Ze kijkt graag naar vogels en maakt daar ook filmpjes van met haar telefoon.
Als ze op een dag tijdens het rondzwerven in de buurt op een veldje uitkomt ontmoet ze daar de mysterieuze en ietwat vreemde Bird. Ze negeert hem eerst, maar zijn gedrag en woorden doen toch iets met Bailey. Hierdoor ontstaat een soort van vriendschap waarin Bird op zoek gaat naar zijn vader die ergens in de buurt moet wonen, maar tegelijkertijd klopt er iets niet. Intussen heeft Bailey te dealen met allerlei problemen die steeds groter lijken te worden én de aankomende bruiloft van haar vader en zijn nieuwe vriendin.
Coming-of-age
Zo op papier lijkt Bird vooral een coming-of-age-film zoals vooral de Britten kunnen maken. Men zag regisseur en scenerio-schrijver Andrea Arnold naar haar doorbraak met Fishtank als de opvolger van Ken Loach. Toch is haar werk niet alleen maar rauw-realistisch. Bij Bird zit de kracht vooral in het dromerige. De film neemt regelmatig de tijd om poëtische beelden te tonen met daaronder de intrigerende muziek van Burial. In eerste instantie lijkt niet elke scene in dienst van het verhaal te staan, maar uiteindelijk blijkt dat dit toch wel het geval is.
Juist door het geweld en de gekte van het dagelijks leven af te wisselen met de droomwereld van Bailey komt de film tot bloei. Zo zul je je waarschijnlijk af gaan vragen wat nu werkelijkheid is en wat fantasie. Heel mooi springt de film van de gedachten van Bailey naar de treurigheid van het dagelijks leven of naar de gekke fratsen van Bug. Vooral de scenes waarin muziek een hoofdrol speelt maken dat Bird werkelijk alle emoties aanspreekt. Met een aantal legendarische scenes is Bird wat ons betreft een van de beste films van het jaar.