Dit jaar is Leeuwarden Hoofdstad van de Smaak en in 2018 is de stad zelfs Culturele Hoofdstad van Europa. Een mooi moment om deze Friese stad eens te verkennen.
De wekker moest op zaterdag vroeg worden gezet om rond 10 uur al in te checken in het Oranje Hotel in Leeuwarden. Dit hotel tegenover het station zou een weekend lang mijn uitvalsbasis worden. Het Oranje Hotel is trouwens ook meteen het startpunt van de eerste ontdekkingstocht door de stad. We Are Grutsk (dat is Fries-Engels voor Wij Zijn Trots) heeft namelijk een Friese Food Tour uitgestippeld die je langs allerlei interessante en vooral smakelijke adressen in de stad voert.
Friese Food Tour
Eerst kom je langs de opvallende kiosk van We Are Grutsk. Daarna gaat de tocht verder naar één van de beroemdste plekken van Leeuwarden: de Oldenhove. Deze toren uit 1529 staat hartstikke scheef en is ook nog eens krom. Eigenlijk had de toren hoger moeten worden. Bovendien was het de bedoeling dat er nog een grote kerk aan zou worden gebouwd. Daar is echter na het bouwkundig debacle maar van afgezien. Dit is de reden waarom de toren aan zo’n groot plein ligt.
Je kunt de toren ook beklimmen en dat is zeker de moeite waard. Naar de eerste verdieping kun je gaan in een moderne glazen lift. Hierdoor kun je het gebouw goed bewonderen. Let bijvoorbeeld eens op de bijzondere glas-in-lood-ramen. Daarna voeren smalle trappetjes eerst naar de klokken en vervolgens naar het dak. Wie geen last heeft van hoogtevrees kan daar op een glazen platform stappen dat uitsteekt buiten de toren. Door de bodem kun je 40 meter naar beneden kijken. Het mooist daarboven is echter het uitzicht over de stad en omgeving. Je kunt zelfs de vuurtorens van Ameland en Schiermonnikoog zien.
Vanaf de Oldenhove is het niet ver naar de Kleine Kerkstraat dat al een paar keer is verkozen tot beste kleine winkelstraat van Nederland. Voor liefhebbers van lekker eten, en dan vooral streekproducten, is deze straat verplichte kost als je Leeuwarden bezoekt. Zo heeft de Zuivelhoeve fantastische boerenkazen uit de regio en kun je bij de bakkers Salverda en Broadsje terecht voor lekkernijen als suikerbrood, dúmkes en oranjekoek. Ga ook eens kijken in de ruime designwinkel van Eric Steenbergen.
Om de hoek van deze straat ga je terug in de tijd met een bezoek aan het museum van Boomsma Beerenburger. Hier kun je verschillende dranken proeven. Vraag vooral eens naar de oude jenevers van Boomsma. Ik proefde er een oude jenever die 5 jaar op whiskyvaten had gelegen: fantastisch! Als je met een paar borreltjes op weer de hoek om gaat kom je uit bij de Grutterswinkel. Ook hier waan je je terug in de tijd. De kans is groot dat ze het snoep uit je kindertijd daar nog op voorraad hebben.
Marijke Meu
Helaas was er geen tijd om de Tour verder af te maken, want ik had een (heerlijke) lunchafspraak in de tuin van De Brasserie. En daarna volgde een stadstour met niemand minder dan Marijke Meu (voluit: Maria Louise van Hessen-Kassel). Deze dame speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van ons land en ons Koningshuis. Twee zeer grappige, maar ook kundige, acteurs lieten me de mooiste plekken van de hoofdstad zien en vertelden alles over de tijd van de Friese stadhouders en het feit dat de huidige koning helemaal niet afstamt van Willem van Oranje, maar Fries bloed door de aderen heeft stromen.
Opvallend is hoe rustig de straatjes in het noorden van de oude binnenstad zijn. Hier zie je ook goed dat Leeuwarden gebouwd is op drie terpen rondom het stroomdal van de rivier de Ee. Marijke laat me mooie plekken zien als de Waalse Kerk, de Grote of Jacobijnerkerk, het Stadhouderlijk Hof, de oude joodse buurt en de prachtige straatjes rondom het Sint Anthony Gasthuis. De tocht eindigt in oude paleis waar nu het Keramiekmuseum is gevestigd. Zoek je een mooi cadeau, dan moet je zeker even de museumwinkel in! Na deze wandeling loop ik via een omweg langs de Tweebaksmarkt en de Blokhuispoort terug naar het hotel.
Restaurant élevé
Restaurant élevé is de culinaire trots van Leeuwarden. Net buiten het centrum kun je dit restaurant vinden op de elfde verdieping van het World Trade Center. Door de grote ramen heb je een geweldig uitzicht over de stad. Alleen daarvoor is een bezoek aan élevé al de moeite waard zou je denken, maar het echte spektakel is die avond op de borden te vinden. Het restaurant van chef de cuisine Gilbert van der Heide is in bezit van een Michelinster en dat blijkt ook uit de prachtige gangen die voorbij komen. Het zeer vriendelijke personeel begrijpt ook goed wat de wensen zijn van de gasten.
Op de kaart van élevé staan bijna geen vegetarische gerechten, maar op verzoek weet de keukenbrigade geweldige dingen zonder vlees en vis te maken. Boontjes en erwtjes met karnemelk en pistache is één van die geweldige gangen. Net als een geweldige mozzarella met orzo-pasta, paddestoeltjes en een jus van veldkers. En niet te vergeten de brandnetelpuree met kwarteleitjes en groene asperges. Elke gang is een verrassing en ziet er fantastisch uit. Ook de wijnkaart is dik in orde. Ik dronk een grüner veltliner uit Oostenrijk en een riesling uit de Elzas. Als toetje was er een spannende combinatie van red velvet-cake, rabarber, ingedroogde kaas, lavendel en vanilleijs.
Fries Museum
De tweede dag begon met een bezoek aan het Fries Museum. Daar is op dit moment (tot 30-8-2015) de fotoserie Vissers van Kadir van Lohuizen te zien. Het mooie van het werk van deze fotograaf is zijn herkenbare stijl. De foto’s zijn op zichzelf staand al prachtig, maar bij elkaar gezet vertellen ze een bijzonder verhaal. Dit verhaal gaat over vissers op de Waddenzee waar de visserij nog kleinschalig is en mede daardoor ook ouderwetser dan de grote visserij op de Noordzee. Je ziet mooie portretten van de vissers, weidse uitzichten over de Waddenzee en het harde leven aan boord.
Ook de rest van het museum is de moeite waard en heel divers. Er is moderne kunst, geschiedenis, een tentoonstelling over de boekenserie van De Kameleon en een grappig gepresenteerde tentoonstelling over rijke adel. Ook zit in het gebouw het Fries Verzetsmuseum met indrukwekkende voorwerpen uit oorlogstijd.
Welcome to the Village
Na het museum was het tijd voor iets compleet anders. Net buiten Leeuwarden vond het festival Welcome to the Village plaats. De organisatie was zo vriendelijk om mij een dag rond te laten kijken op het festival. De locatie is heel mooi en bevindt zich in een natuurgebied. Centraal ligt een meertje waarin je kunt zwemmen of pootjebaden. Een echt strand op een festival is natuurlijk een heel groot pluspunt. Zeker als het mooi weer is! Ook opvallend is de manier waarop het terrein is ingedeeld: lekker ruim, met veel natuur en gras.
Eén van de leukste plekken is Baaiduinen. Je moet daarvoor een brug over naar de andere kant van het meertje. Daar aangekomen vind je een grote biertuin met een ruim aanbod goede bieren welke je gewoon uit glas kunt drinken. Naast de biertuin staat een klein amfitheater van hooibalen waar je op intieme wijze naar muziek kunt luisteren. Op het festivalterrein is ook opvallend veel plek voor creativiteit. Je kunt kunst maken of meedenken over duurzame oplossingen voor het festival.
Muzikaal gezien is Welcome to the Village een mooie mix van de beste alternatieve acts van ons land, een paar internationale headliners, lokaal talent en opkomende acts uit België en Duitsland. Er valt dus genoeg te ontdekken, maar zonder dat je alleen maar onbekende acts staat te kijken. Mijn favorieten van de zondag waren het veelbelovende Mountain States uit Nijmegen en het altijd geweldige Alamo Race Track. Volgend jaar moest ik maar eens een heel weekend voor Welcome to the Village uittrekken.
Als je dit hele stuk hebt gelezen, dan ben je waarschijnlijk net als ik tot de conclusie gekomen dat Leeuwarden echt de moeite van een bezoek waard is. Ik kom zeker nog eens terug en dan niet alleen voor het festival.