Het is een klein stapje van post-punk naar gothic, en het Engelse Esben and the Witch slingert op haar debuutalbum meerdere malen van de ene kant van de scheidslijn naar de andere.
En dat kan commercieel gezien een probleem zijn: post-punk wordt door het bredere publiek nog wel eens hip gevonden, waar gothic in bepaalde kringen aanbeden en in andere kringen verafschuwd wordt. Waar dit album onder valt, bespreken we hieronder.
De bandnaam Esben and the Witch is een verwijzing naar een Deens sprookje. De coverart laat een met rood/roze filter bewerkt winterlandschap zien. Dergelijke factoren maken het duidelijk dat we hier te maken hebben met een band die graag (dag)droomt. En dat blijkt ook wel uit de muziek. De songs doen er vaak enige tijd over om op gang te komen, en klinken dan als een iets minder elektronische variant op M83. De vocalen van zangeres Rachel Davies zitten dicht tegen die van een jonge Kate Bush, nog zo’n beroemde droomster, aan, en passen dan ook prima bij de muziek. De muziek is in dit geval een solide muur van geluid met gitaren, heeeeeeel veel effecten, synths en veelal op de toms gespeelde percussie-partijen.
Geluidsmuur
Gevolg van deze geluidsmuur is dat dit geen band is die catchy singles zal uitbrengen. De single Marching Song met bijbehorende, uhm, indrukwekkende video maakt dat ook duidelijk, evenals opvolger Warpath. Dit is eerder een album dat in z’n volledigheid moet worden ervaren. De 43 minuten die Violet Cries duurt helpen daarbij: niet te lang voor het mooie.
Over het geheel genomen is Violet Cries geschikt voor mensen die van droney, lang uitgesponnen werken houden. Denk aan oude Sigur Rós, of het eerder genoemde M83. Het album lijkt gemaakt voor deze tijd van het jaar, met lange avonden en cabin fever. Mensen die in muziek hopen het voorjaar te kunnen horen, verwijzen we door naar het eerder gerecenseerde nieuwe album van Cold War Kids.