Waar ligt de grens tussen taal en terreur? Frank Westerman onderzoekt die vraag in zijn nieuwste boek Een woord een woord, waarin onderhandelingsgesprekken met gijzelaars centraal staat.
Het mooie van de boeken van Frank Westerman vind ik dat hij journalistieke observaties heel knap vermengd met persoonlijke verhalen. In dit boek blijkt dat hij als kind de Molukse treinkapingen van dichtbij heeft meegemaakt. Deze kapingen (en de gijzeling van een school in Bovensmilde) lopen als een rode draad door het boek. Zo lees je gedetailleerde verslagen van alle kapingen van die tijd en legt Westerman verbanden met andere gijzelingen uit die periode.
Beknopte geschiedenis van het terrorisme
Tegelijkertijd is Een woord een woord een beknopte geschiedenis van het terrorisme. De lijn van Gavrilo Princip die in 1918 aartshertog Frans Ferdinand doodschoot naar de hedendaagse terreur van IS verloopt in 4 duidelijke stappen. In dit boek staat centraal hoe overheden op gijzelingsactie reageren. De Dutch Approach is om de dialoog aan te gaan en de actie met woorden vreedzaam om te buigen. Dat werkt soms heel goed en in andere gevallen niet. Vaak ligt dat aan het feit dat de verkeerde dingen worden gezegd of dat een politicus besluit tot militair ingrijpen
Interessant om te lezen is de andere kant van het verhaal. One nations terrorist is another’s freedom fighter is een bekende uitspraak hierin. Westerman laat ook een van de treinkapers aan het woord en schetst het verhaal van de Molukkers in Nederland. Ook blijkt hij op Cuba een voortvluchtige lid van de Rote Armee Fraktion te hebben ontmoet. Een woord een woord is een zeer interessant en prettig leesbaar boek over de kracht van taal en hoe deze als wapen tegen terreur kan worden gebruikt.