‘Francafrique’ is mislukt en dat zegt de uitvinder van het plan zelf. Emmanuel Macron, de zittende president van Frankrijk, dacht de postkoloniale macht van Frankrijk opnieuw te kunnen verkopen als samenwerking, maar de voormalig koloniën uit de Subsahara zeggen ‘nee’. Afrika is geen land en dus reageert elk land anders, van het wegjagen van de Fransen, zoals in Mali, tot het willen invoeren van een eigen munt en het verstevigen van de eigen stammentalen.
De nieuw gekozen leider van Senegal, Bassirou Diamaye Faye, wil geen ‘Franceafrique’, maar ‘Africanité’, dat wil zeggen een Afrikaans nationalisme of, nog specifieker, een Senegalees nationalisme. Het West-Afrikaans land kiest voor het landsbelang doet dit met enkele pragmatische voorstellen, te denken valt aan het verbod van het leegvissen van eigen wateren door vreemde mogendheden (China en Rusland) en het terugdringen van de macht van Franse bedrijven in het land, zoals Total, Orange en Auchan. De politieke beweging in Senegal is geheel in lijn met de nieuwe dynamiek binnen de relatie van het continent met Frankrijk, maar Senegal is wel een uitzondering in de zin dat het land cultuur inzet om de eigen identiteit te verstevigen. Hier geen militair machtsvertoon, maar literaire programma’s en kunstbeurzen. De huidige president was voor zijn nieuwe functie niet alleen belastingadviseur, maar ook schrijver. Hiermee treedt Diamaye Faye in de voetsporen van de eerste president van onafhankelijk Senegal en dichter: Leopold Sedar Senghor. Onder Senghor is Senegal begonnen met het inzetten van cultuur als verbinder tussen continent en als sterke nationale identiteit. Waarom kiest Senegal voor de dichter als president?
Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom Senegal voor de dichter-president kiest. Literatuur en poëzie sluiten goed aan bij de islam, de grootste religie in Senegal. Islam kent geen beelden, maar wel een beeldende taal, zeker in deze regio, waar Islam nogal gematigd is. Een voorbeeld hiervan zijn de mouride’s, een groep vrome mannen die hun leven wijden aan het reciteren van verzen en die soms in een haast extatische toetstand verkeren. Daarnaast zijn de Wolof, de grootste stam in Senegal, van oudsher handelaars en gewend om zaken te doen met verschillende stammen en landen waarbij het woord, al is die van het geld, onontbeerlijk is. Toch is de eerste aanzet van de literaire traditie van Senegalese politiek te vinden in de persoon van Senghor. Senghor schreef gedichten in het Frans en was hij bevriend met vooraanstaande Parijse creatievelingen, zoals Jean-Paul Sartre en Pablo Picasso (die overigens zelf hevig geïnspireerd raakte door het Afrikaanse continent, zonder dat ooit te erkennen).
Senghor sloeg een brug tussen het opkomende nationalisme – een teken van emancipatie en zelfstandigheid van het onafhankelijke Senegal (een beweging die nu ook heeft gesproken in de keuze voor de huidige president) – en aan de andere kant de oude kolonisator, de Fransen, die hij als gelijkwaardige partner wilde houden om economische en militaire redenen (Senegal is in de regio een zeer stabiel en vreedzaam land waar tegenwoordig veel internationale ‘ngo’s’ zetelen).De brug tussen Senegal en Frankrijk, die Senghor in stand hield, kreeg een naam: ‘Africanité’ (of wat Senghor eerder ‘Négritude’ noemde): het nieuwe zelfbewustzijn van een onafhankelijk continent met een eigen traditie en cultuur waar het volk trots op kan zijn, vermengd met de literaire en academische kennis van Frankrijk. Dat laatste maakte Senghor ook gevoelig voor kritiek van binnen de grenzen van het land. Hij zou hiermee onvoldoende afstand nemen van de onderdrukking van Senegal waaraan de voormalige kolonisator zich schuldig had gemaakt. Africanité is vooral een pleidooi voor de eigenheid van de vele volkeren die Afrika kent.
Hoe kwam Africanité tot bloei in Senegal? Onder Senghor werd 25% van de staatsuitgaven van de republiek aan kunst en cultuur besteed. Er kwam een museum specifiek voor zwarte, Afrikaanse cultuur (nog steeds te zien, één van de geweldige musea in Dakar, de hoofdstad) en een biënnale voor Afrikaanse kunstenaars, ook uit de diaspora, genaamd Dak’art (in 2024 in het najaar weer te bezoeken). Ook kwam er een kunstacademie voor de verdere professionalisering van Senegalse kunstenaars die het voortouw moesten nemen als het ging om het uitdragen van de cultuur van Africanité. Als je nog iets wil proeven van de geest destijds dan is de oude woning van Senghor echt een aanrader. Tegenwoordig is het een museumwoning, maar het ademt nog steeds de flair van destijds (ondanks de het tragische privé-leven van Senghor met het verlies van twee zoons), een gevoel dat je eigenlijk overal in de stad kunt vinden.
Extra pijnlijk is het dan ook dat de Fransen recentelijk nog de oude bibliotheek van Senghor in de verkoop wilden doen. Senegal tekende protest aan en met succes. Het geeft aan dat de Fransen op alle niveaus op hun retour zijn en niet hoeven te rekenen op een bijzondere behandeling zoals destijds het geval was onder Senghor. Senegal is nog nooit zo zelfbewust geweest van haar kwaliteiten en talenten. Overal in het land ontpoppen zich kunstenaarsinitiatieven en leesclubs. De geest van Senghor is nog alom aanwezig of misschien was Senghor wel geboren uit de geest van Senegal.
Clare Bolle