Het Portugese eiland Madeira is niet zomaar een vakantiebestemming. Naast de zon en de zee biedt Madeira ook een spectaculaire natuur én heeft het bijzondere wijnen. Reden genoeg om af te reizen naar het zuiden.
Dankzij de geïsoleerde ligging (700 kilometer uit de kust van Afrika) en de vulkanische oorsprong kent Madeira een uniek klimaat met bijpassende flora en fauna. Het eiland heeft werkelijk een spectaculaire natuur vol groene bergen en heel veel bloemen. Tijdens een reis naar Madeira blijf je dus niet alleen aan het zwembad of strand liggen, maar ga je op pad om het eiland te ontdekken.
Onze uitvalsbasis is Funchal, de hoofdstad van het eiland. Ons hotel heet The Views Baía. Dit zeer recent gerenoveerde hotel kijkt heel mooi uit over Funchal en heeft een heerlijk zwembad én een restaurant met een Michelin-ster. Normaal gesproken genoeg redenen om lekker chill in en rond het hotel te blijven, maar wij willen natuurlijk meer zien van Funchal en de rest van het eiland.
Madeira met tonic
Op de eerste avond ontdekken we al een klein beetje van wat Madeira te bieden heeft tijdens een etentje in Design Centre Nini Andrade Silva. Deze plek is zowel de uitvalsbasis van de lokale ontwerper Nini Andrade Silva als een restaurant. Het complex is te vinden op een pier bij de centrale haven van Funchal, waar ook de cruiseschepen aanmeren. Via een lift ga je omhoog en kom je op een terras waar we al meteen een glas Madeirawijn met tonic in onze handen krijgen gedrukt. Terwijl we genieten van het uitzicht over Funchal en de zee proeven we ook al iets van de beroemde wijn van het eiland.
Daarna krijgen we een kleine rondleiding langs het fraai tentoongestelde werk van Nini Andrade Silva. Vooral de schaal met bananen vinden we erg mooi. Daarna schuiven we aan in het door de designer ingerichte restaurant. Het interieur is minimalistisch met invloeden van Scandinavisch en Japans design met lokale elementen. Voeg daaraan het eerder genoemde uitzicht en het fantastische eten toe en we beginnen al de eerste vlinders van verliefdheid te voelen voor Madeira.
Oscar Niemeyer
Na het diner wandelen we terug naar het hotel. Dat blijkt een pittige wandeling, want de straten in Funchal zijn op sommige plekken erg steil. Onderweg komen we langs het retrofuturistische casino van Madeira dat is ontworpen door de Braziliaanse architect Oscar Niemeyer. ’s Avonds is dit gebouw, dat gebaseerd is op de zon, prachtig uitverlicht. Het hotel ernaast is ook van Niemeyer en heeft de vorm van een halve maan. Na een paar straatjes die stevig bergop gaan, zijn we bij het hotel. Madeira bevalt ons nu al.
Wil je een authentieker verblijf op Madeira? Dan is een quinta een perfect alternatief voor een hotel of appartement. Een quinta is een landhuis met een stuk grond eromheen. Wij bezochten tijdens ons bezoek aan het eiland twee quintas met ieder hun eigen charme. Allereerst rijden we naar Câmara de Lobos waar we langsgaan bij Quinta da Saraiva. Hier zetten ze zich volop in op agrotoerisme. Deze quinta heeft een grote bananenplantage, een wijngaard en een kleinere boerderij met geiten en kippen.
Bezoekers kunnen, als ze dat willen, hun handen uit de mouwen steken. Wij worden uitgenodigd om te helpen met de druivenpluk. De druiven voor de Madeira-wijn zijn al geplukt, dus wij mogen aan de slag met druiven die ze op Madeira Americano noemen. Dit zijn rassen als Jacquet en Herbemont waar de eilandbewoners simpele tafelwijnen van maken. Na het plukken gaan alle druiven in een pers, waar we met de blote voeten de druiven pletten zodat we sap krijgen. Verder krijgen we een rondleiding langs alle gewassen die op de quinta groeien en bekijken we enkele van de kamers waar de gasten kunnen verblijven.
Barbecue
Na de arbeid in de wijngaard is het goed rusten aan het zwembad met uitzicht op de bananenplantages en de zee. Om de honger te stillen, eten we een verse banaan die we van een grote tros mogen plukken. Intussen gaat de barbecue aan voor een kennismaking met traditionele gerechten van het eiland. Daarbij drinken we heerlijke zelfgemaakte sangria, waarvan vooral de witte met verse passievrucht echt heerlijk is. Als laatste proeven we ook zelfgemaakte Madeira-wijn van de familie die de quinta runt. We begrijpen meteen hoe fijn een vakantie op een quinta moet zijn.
Terug in Funchal rijden we naar een nietszeggende straat waaraan een grote poort te vinden is. Na aangebeld te hebben, worden we via de intercom welkom geheten en gaat er automatisch een deur open. Plots staan we in een prachtige tuin met de meest exotische bloemen, planten en bloeiende bomen. Via een pad wandelen we naar beneden naar het klassieke landhuis. Halverwege worden we hartelijk welkom geheten door gastvrouw Emily. Zij een nakomeling van de Engelsman John Blandy die in 1808 voet zette op Madeira en een paar jaar later een handel in de heerlijke versterkte wijnen van het eiland begon.
Het bedrijf van John Blandy zal uitgroeien tot een groot bedrijf met de naam Madeira Wine Company. Daar vallen een aantal merken onder waarvan Blandy’s een van de bekendste is. Op de Quinta Santa Luzia van de familie Blandy staan deze wijnen centraal. De wijngaarden rondom de quinta worde gebruikt om klassieke druivenrassen in stand te houden. Vroeger werden de vier verschillende soorten Madeira gemaakt van verschillende druivensoorten. In 1875 roeide de druifluis bijna alle wijnstokken op Madeira uit. Sindsdien is er gekozen om alle varianten van de wijn van de druif Tinta Negra te maken.
Proeverij van Madeira-wijn
In de wijngaarden van deze quinta zien we oude druivenrassen als de Terrantez en Boal (ook bekend als Bual) waarmee wijn in heel kleine en exclusieve oplagen gemaakt wordt. Na de wandeling langs de wijnstokken en de vele verhalen van Emily komen we weer aan bij het landhuis waar we Madeira gaan proeven. Hedendaagse Madeira is ingedeeld in vier soorten: Sercial (droog), Verdelho (half droog), Boal of Bual (half zoet) en Malvasia of Malmsey (zoet). Er is gekozen voor de 10 jaar oude variant van alle soorten. Madeira krijgt zijn rijke smaak door het versterken met alcohol en daarna nog vatrijping en warmte. De vaten staan in de loodsen vaak op zolder waardoor de temperatuur flink oploopt. Dat zorgt voor de unieke smaak van Madeira-wijn.
Veel mensen denken bij Madeira vooral aan de zoete varianten, maar de droge wijnen zijn ook verrassend lekker. Het is ook aan te raden deze wijnen licht gekoeld te drinken, dan zijn ze het lekkerst. Bij de Sercial proeven we hazelnoot, appel en hout. De Verdelho heeft mooie fruittonen als peer, appel en vijg. De Bual geeft tonen van gedroogd fruit, kruiden en vanille. En in de Malmsey proeven we karamel, noten, gebrande suiker en marmelade. We zijn na het proeven aangenaam verrast door de veelzijdigheid aan smaken. Alle wijnen zijn lekker, maar de Verdelho is een nieuwe favoriet.
De avond brengen we door in het oude deel van Funchal, bij de zee. In het historische Forte de São Tiago uit 1614 zit Restaurante do Forte. Tussen de opvallend gele muren van het fort eten we heerlijke specialiteiten van het eiland met uitzicht op zee. Dit voelt echt als vakantie. Als afsluiter van de avond gaan we nog langs bij een van de vele gezellige terrasjes in Funchal om de Poncha te proeven. Deze lokale specialiteit is een mix van aguardente de cana (gedestilleerd suikerrietsap), suiker en het sap van sinaasappel en/of citroen. De glazen zijn niet voor niets klein want de aguardente heeft een alcoholpercentage van rond de 70%. Er zijn ook varianten van de Poncha met andere lokale fruitsoorten als passievrucht of mandarijn.
Câmara de Lobos
Wie naar Madeira gaat moet ook zeker de natuur van het eiland gaan ontdekken. Beroemd zijn de vele wandelroutes in de bergen langs de levadas (irrigatiekanalen), de kliffen aan de zuidkust en het groene noorden. Madeira is enorm veelzijdig. Om zo veel mogelijk van het eiland te zien in één dag gaan we op pad met een lokale gids in een 4×4. Vanuit Funchal rijden we eerst naar Câmara de Lobos. We bezochten daar eerder al Quinta da Saraiva, maar nu gaan we naar het oude centrum en de haven van dit fotogenieke stadje. We wandelen langs de plek waar Churchill in 1950 verbleef en spotten daar vlakbij een prachtig kunstwerk van Bordalo II.
Vanaf daar neemt de gids ons via binnendoorweggetjes mee naar Cabo Girão. Bovenaan deze klif van 580 meter hoog is een glazen skywalk gebouwd. Onder je voeten kijk je dus bijna 600 meter naar beneden. Op de skywalk heb je ook een prachtig uitzicht over de rotsachtige kustlijn. Even verderop naar het westen is nog een uitkijkpunt te vinden. Bij de Miradouro da Partilha kijk je uit over de zee en het stadje Ribeira Brava. Vanaf Ribeira Brava loopt ook een weg naar het noorden van het eiland. Vanwege de relatief hoge bergen kun je niet overal de oversteek van noord naar zuid maken. Hier loopt de doorgaande route via een aantal tunnels, maar de gids neemt met zijn Land Rover ‘de oude route’ over prachtige bergweggetjes.
Mist in de bergen
Je merkt dat de temperatuur daalt en de luchtvochtigheid stijgt. Madeira kent vele microklimaten, waarbij die in de bergen echt anders zijn dan aan de kust. Hier vind je ook de beroemde laurierbossen en lijkt er altijd een mysterieuze mist tussen de bergtoppen te hangen. Onderweg zien we ook velden vol met de Agapanthus (of Afrikaanse lelie) in bloei. Vanaf een hoogte van boven de 1000 meter dalen we weer af en komen we uit in het noordelijke deel van Madeira. Hier is het groener (en koeler) dan in het zuiden. Via een stuk offroad over een modderig pad met aan weerszijden prachtige bloemen en planten komen we uit op een wijngaard. In het noorden is de druivenpluk altijd één a twee weken later dan in het zuiden.
Uiteindelijk komen we uit bij Quinta do Barbusano, een wijngaard hoog in de bergen met uitzicht op de vallei waar São Vicente in ligt. Verderop zien we het blauw van de zee. Wat een prachtige plek. Ondanks de afgelegen locatie is het er best druk met mensen die op deze mooie plek komen lunchen of de wijnen van de quinta willen proeven. Hier maken ze geen Madeira, maar tafelwijnen. We mogen er een flink aantal proberen. Hierbij vinden we de witte versie van de Vinhas do António het lekkerst. Deze wijn is gemaakt van Verdelho en de Duitse druif Arnsburger. Ook de lunch bij Barbusano is erg lekker.
Versterkte cider
Als we ’s avonds weer terug zijn in Funchal gaan we aan tafel in restaurant Kampo van chef Julio Pereira. Het mooie van Madeira is dat je kunt dineren in uitzonderlijke goede restaurants voor een schappelijke prijs. Ook wat dat betreft is Madeira een culinaire aanrader. Naast de bijzondere specialiteiten van het eiland proeven we hier een erg goede versterkte cider van Quinta da Moscadinha. Een aanrader!
De stad Funchal moet natuurlijk ook ontdekt worden. Samen met een gids maken we een stadswandeling waarbij culinaire tussenstops centraal staan. Via de groene parken Parque de Santa Catarina en Jardim Municipal do Funchal komen we uit bij Blandy’s Wine Lodge. We waren natuurlijk al op bezoek geweest bij de Quinta van dit wijnhuis, maar hier gaan we dieper in op het unieke verhaal van de Madeira-wijn. We zien de vaten waarin de wijn (soms decennialang) rijpt en leren van alles over de technieken die ze op Madeira gebruiken om de wijn te maken. We sluiten af met een proeverij. Daarna bezoeken we de uitgebreide winkel. Heel mooi hier is de service om in deze winkel te kopen om het vervolgens later op het vliegveld na de douane op te halen. Ideaal als je met alleen handbagage vliegt of het niet aandurft om een mooie fles in een koffer te doen.
Via een mooie tussenstop bij de 15de-eeuwse kathedraal van Funchal gaan we de kleine straatjes van de oude stad in om uit te komen bij Uaucacau waar ze heerlijke pralines maken. Vooral de chocolaatjes met lokale ingrediënten als Madeira-wijn, banaan of Surinaamse kers zijn heel erg de moeite van het proeven waard. Meer lokale lekkernijen vinden we iets verderop bij Fábrica Santo Antonio. In het mooie interieur verkopen ze lekkere koekjes en cake met Madeira-wijn.
Borduurwerk
In de Rua Dr. Fernão de Ornelas, de belangrijkste winkelstraat van Funchal, gaan we naar binnen bij Bordal. Van buiten zie je slechts een deur met daarachter een trap, maar eenmaal binnen bevinden we ons in een van de laatste plekken waar je het beroemde Madeira-borduurwerk kunt kopen én waar je kunt zien hoe arbeidsintensief het proces is om dit borduurwerk te maken. Niet alleen lokale families zijn klant bij Bordal, maar ook modehuizen als Chanel kloppen hier regelmatig aan.
Na een bezoek aan de traditionele boerenmarkt in de Mercado dos Lavradores, waar we nogmaals ons verwonderen over alle tropische soorten fruit die op Madeira groeien, gaan we naar visrestaurant Peixaria no Mercado voor de lunch. Daarna wandelen we door de oude straten van Funchal naar het begin van de Teleférico Funchal-Monte, de kabelbaan van Funchal naar het bergdorpje Monte. Daar bezoeken we de indrukwekkende mooie botanische tuin met zowel veel tropische bomen en planten als een Japanse Tuin. Ook heeft de tuin een museum met moderne kunst van onder andere Joana Vasconcelos.
Weer terug naar beneden gaan we natuurlijk met de Monte Toboggan of Carreiros do Monte, een gevlochten slee die in hoge snelheid over het asfalt glijdt. Behoorlijk toeristisch, maar wel een onvergetelijke ervaring. Bedenk wel dat je niet helemaal beneden naar Funchal gaat, maar halverwege uitkomt bij een strategisch geplaatste souvenirwinkel waarna je een bus of taxi naar Funchal moet nemen. Ben je een beetje sportief, dan is wandelen de goedkoopste en gezondste optie.
20 jaar oude Bual
Na het bezoek aan Monte zit de trip naar Madeira er al weer bijna op. Als laatste gaan we nog naar restaurant Horta bij de Jardins do Lido in het westen van Funchal. De afgelopen dagen hebben we al heerlijk gegeten, maar Horta weet alle culinaire ervaringen te overtreffen. Geweldige service, heel erg goed eten en een mooie wijnkaart. En dit alles voor een fractie van de prijs die je in Nederland voor een soortgelijk restaurant zou betalen. We sluiten af met een kaasplankje met een 20 jaar oude Bual van Blandy’s en proosten nog eenmaal op het goede leven op Madeira.