In Nederland is het nooit écht van de grond gekomen: de swing-revival van tweede helft jaren 90. Terwijl wij allemaal voor house en Britpop gingen, borrelde aan de Amerikaanse westkust een stroming muziek op die teruggreep op de big bands van de Roaring 20’s: blazers, jazz, jives, te grote pakken (“zoot suits”) en vooral Entertainment met een hoofdletter “E”.
In het kielzog van de cultfilm Swingers verschenen bands op het podium met lachwekkende namen als Big Bad Voodoo Daddy, Squirrel Nut Zippers, Royal Crown Revue en Cherry Poppin’ Daddies. Die laatste hadden (samen met The Brian Setzer Orchestra’s Jump Jive ‘N Wail) met Zoot Suit Riot één van de weinige bonafide hits in het genre. Zo snel als het genre opkwam, zo snel was het weer verdwenen. Squirrel Nut Zippers zouden op North Sea Jazz hebben moeten optreden, maar zijn nooit op komen dagen. Brian Setzer Orchestra heeft weliswaar een dampende show in Paradiso mogen doen, maar vandaag de dag doet dat orkest toch vooral Amerikaanse tours met kerstliedjes. En de Daddies? Die hebben welgeteld één keer, 15 minuten lang, in Nederland op het podium gestaan. Op Van’s Warped Tour op Lowlands. Blink and you’ll miss it.
Dansvloer
Aan de redactie heeft het niet gelegen: wij dragen de swingmuziek nog steeds een warm hart toe. Daarom toogde ik gisteravond dan ook maar wat graag richting de City Winery in Chicago’s versie van het Meat Packing District voor een avond… zitten??? Met diner? En een wijnmenu?!?! City Winery is een concept om een wat rijker publiek naar concerten te trekken met lange tafels, Frans eten en een eigen wijnproductie. Dit rijkere publiek sloot gisteravond duidelijk niet aan bij de muzikale hoofdact: de zaal was voor het grootste gedeelte leeg. Daar liet de band zich echter niet door uit het veld slaan. Ondanks het ontbreken van een soundcheck (United Airlines werd hiervoor bedankt) knalde de band bij het openingsduo Dr Bones en No Mercy For Swine bijna van het podium af. Vier loeistrakke blazers, een solide ritmesectie, Bill Marsh als hollowbody gitaar-beest en zanger / entertainer / eeuwige tiener Steve Perry als charismatische frontman: dit was duidelijk niet geschikt voor een zitconcert. Geleidelijk schoof het publiek (leeftijden van 20 tot 70 jaar oud) dan ook naar het kleine stukje dansvloer voor het betere voetenwerk.
De live show van de Daddies is een mix van swing, ska, een enkele rock ’n roll referentie en hier en daar wat onvervalste crooners (Fly Me To The Moon gaat echter niet echt samen met Perry’s wat beknepen stemmetje). De setlist valt het beste te omschrijven als een aantal tracks van het meest recente White Teeth, Black Thoughts, een enkele ska-track uit lang vervlogen tijden, en vrijwel hun hele integrale swing-compilatie Zoot Suit Riot. En daar had ik (evenals de rest van het publiek) totaal geen problemen mee. Hoogtepunten waren toch wel de tempowisselingen in The Ding-Dong Daddy of the D-Car Line, de jive in Brown Derby Jump, de nogal dubieuze teksten van When I Change Your Mind en de strakke skank van Skaboy JFK.
Een beetje vergane glorie heeft nog nooit iemand kwaad gedaan. En de show van de Daddies was weliswaar niet muzikaal relevant, niet uitverkocht, en niet geschikt voor de locatie, maar ik zag gisteravond het publiek (en de band) met een glimlach de City Winery verlaten. Nu de jaren 90 weer hard aan het terugkomen zijn, wordt het geen tijd voor een swing-revival-revival?