De nieuwste games Sun en Moon verschijnen in een jaar waarin Pokémon volop in het nieuws waren. Dankzij de release van Pokémon Go voor op de smartphones maakte werkelijk de hele wereld kennis met Pokémon en weet nu zelfs je oma wie Pikachu is. Een ideaal moment om een nieuwe klassieke Pokémon-game op de markt te brengen.
Sun en Moon zijn alweer de 7de in een reeks van games waarbij je op avontuur moet om Pokémon te vangen. Om het nog steeds interessant te houden voor spelers van de eerdere delen alsook voor nieuwkomers, is de game op flink wat punten aangepast en daardoor een stuk leuker geworden. De basis is echter hetzelfde gebleven: je moet op pad om Pokémon te vangen en te trainen.
Het verhaal in deze game stelt niet zoveel voor en dat is helemaal niet erg. Je bent net samen met je moeder komen wonen in Alola, een tropische eilandengroep die sterk doet denken aan Hawaii. Op deze eilanden wonen allemaal bijzondere Pokémon die je kunt ontdekken. Tijdens je eerste dag op Alola maak je kennis met een professor (die steevast vergeet een shirt aan te trekken) die je op weg helpt bij je Poké-avontuur.
Net als bij de eerdere delen kun je aan het begin kiezen uit 3 Pokémon. Met de Pokémon van je keuze (in mijn geval Litten) ga je op pad. Met behulp van je pratende Pokédex, die ook dienst doet als handige kaart, zie je eenvoudig waar het volgende deel van het avontuur op je wacht. In het kort komt het erop neer dat je paden afloopt en onderweg gevechten kunt aangaan met andere trainers en ook wilde Pokémon kunt vangen. Ook kom je geregeld langs een Pokémon Center en winkels waar je bijvoorbeeld Potions kunt kopen.
In deze games zijn de gyms verdwenen. Dit keer is een zogenaamde Trail het belangrijkste doel. Tijdens zo’n trail voer je eerst wat opdrachten uit, waarna je aan het einde moet vechten tegen een Totem Pokémon. Dit is een grote versie van de soort die veel in de Trail en omgeving voorkomt. Vaak krijgt deze ook nog hulp van een tweede Pokémon, dus deze gevechten zijn best pittig. Het is goed om van te voren met voorbijganger te praten. Zij weten je bijvoorbeeld te vertellen welke soorten effectief zijn tegen de Totem Pokémon.
Z-Power
Na afloop van zo’n gevecht ontvang je een Z-Power. Een speciale element-aanval die je kunt koppelen aan een Pokémon van de bijbehorende soort. Deze aanval is extra krachtig. Je kunt hem 1 keer per gevecht gebruiken, dus gebruik hem tactisch. Na een tijdje de Trails en paden van de eilanden van Alola te hebben afgelopen, heb je ook de beschikking om Pokémon te laten rijden, een erg fijne toevoeging. Sowieso omdat rijden sneller gaat dan lopen, maar ook omdat iedere Pokémon extra functies heeft: zo kan een Tauros rotsen kapot beuken en een Stoutland verborgen schatten vinden in de grond. Andere Pokémon helpen je om makkelijk op andere plaatsen te komen: met een Lapras ga je makkelijk over water en met Charizard vlieg je in no time heen en weer tussen de verschillende locaties in de Alola-regio.
Het is makkelijk te zeggen dat deze nieuwe Pokémon-games met stip de leukste zijn sinds de originele Red en Blue. De sterke elementen uit de voorgaande edities zijn gebleven, de minpunten lijken weggepoetst. Het enige jammere is dat de game nog steeds behoorlijk lineair is, met als irritante voorbeelden daarvan types die een weg versperren en opeens aan de kant gaan als je een bepaalde Trail hebt gehaald. Verder moet je natuurlijk houden van dit soort games met veel nutteloze dialogen en een tas vol met items waarvan je zeker aan het begin niet weet wat je er allemaal mee moet. Ik heb er inmiddels 50 uur in de game opzitten en het verveelt nog steeds niet. Dan kun je toch echt spreken van een erg goede game.