Een bezoek aan Brugge is altijd de moeite waard. De charmante Belgische stad is perfect voor een stedentrip. Zeker als je vóór 24 oktober gaat. Tot die datum loopt namelijk de Triënnale Brugge 2021.
Tijdens deze kunstmanifestatie zijn er opvallende werken van 13 kunstenaars te bewonderen op diverse locaties in de binnenstad. Een leuke manier om Brugge te ontdekken én om te genieten van prachtige kunst. De meeste werken zijn te vinden in de openbare ruimte, maar er zijn er ook een paar die beperkte toegangstijden hebben of waarvoor je een tijdsblok moet reserveren. Spontaan naar Brugge afreizen kan dus wel, maar een klein beetje planning van te voren is aan te raden.
Fietsen of wandelen
Als je je best doet kun je alle 13 locaties/kunstwerken in één dag bekijken, maar het is aan te raden om het over twee dagen te verdelen. Een andere mogelijkheid is om een fiets te huren, waardoor je flink wat tijdwinst kunt maken, maar door te wandelen zie je meer van de stad. De Triënnale brengt je namelijk ook naar delen van de oude stad waar vrijwel geen toeristen komen.
Met de kaart van de Triënnale in de hand navigeer je eenvoudig door de stad en langs de kunst. Op vrijwel elke plek is zo’n gratis plattegrond te bemachtigen. De kaart is ook online te vinden op de website van Triënnale Brugge. Er is geen vaste route langs de kunstwerken, dus je kunt het helemaal indelen zoals je wilt. Wij begonnen in de tuin van het Gezellehuis waar een spectaculaire installatie van de Mexicaanse kunstenaar Héctor Zamora te vinden is.
Vanwege de populariteit van dit werk kan het aan het einde van de dag hier druk zijn en sta je dus te wachten. Daarom kozen wij ervoor om hier om 10 uur ’s morgens te beginnen, zodat we het werk Strangler helemaal voor onszelf hadden. De installatie bestaat uit een gigantisch steigerwerk met felrode buizen rondom een prachtige Oostenrijkse den. Wie het aandurft om helemaal omhoog te klimmen krijgt als beloning een uitzicht over de stad.
Virussen
In dit stille deel van de stad zijn ook nog andere werken te vinden. Vlak naast elkaar vind je Museum O.L.V. ter Potterie en de Grootseminarie. In beide gebouwen is werk van de Triënnale te vinden. In het museum gaat de Amerikaanse kunstenaar Laura Splan de dialoog aan met de collectie klassieke kunstwerken. Drie videoschermen in de vorm van een triptiek tonen animaties van microscopische beelden van bacteriën en virussen. Deze zijn zo sterk uitvergroot dat ze plots een prachtige schoonheid hebben. Ook zijn er kanten uitvoeringen van uitvergrote virussen te zien. Een mooie verwijzing naar de huidige tijd en de geschiedenis van Brugge.
Loopje verder langs de Potterierei dan kom je bij het Grootseminarie. Kunstenaar Gregor Schneider nodigt je uit om binnen te komen, maar laat je vervolgens niets zien. Zijn installatie Black Lightning bestaat uit een gangenstelsel waar het zo pikdonker is dat je op de tast moet navigeren. Hierdoor staan plots al je zintuigen op scherp. Een indrukwekkende ervaring!
Iets verderop, in het uiterste noorden van de binnenstad van Brugge, vind je het meest afgelegen werk van de Triënnale. Architectenduo Gijs van Vaerenbergh maakte een bos van metalen zuilen waar je in rond kunt dwalen. Een ode aan de natuur én de architectuur. Vanaf het park waar deze Colonnade staat wandelen we weer terug naar het bekende deel van de stad.
Tussendoor maken we een stop bij de Poortersloge. Dit historische gebouw biedt onderdak aan de expositie De Poreuze Stad. Je zou deze tentoonstelling met hedendaagse kunst kunnen omschrijven als een wandeling door een dromenlandschap. Je begint in lieflijke sferen en je eindigt bij een nachtmerrie. Onderweg krijg je veel verrassingen te zien. Hoogtepunt is de zaal waar zowel een agressief naakt stel, een ranzige slaapzak (van Gavin Turk) en een ongewone, maar liefdevolle omhelzing te zien zijn.
Eenmaal buiten is het niet ver naar een rei waarlangs je drie mooie werken ziet. Hier maakte de Amerikaanse kunstenaar Jon Lott een houten kopie van een van de huizen en plaatste deze als spiegelbeeld boven het water van de rei. Nadia Naveau bracht even verderop een rij van glimmende metalen maskers versierd met linten aan en een stukje verder kun je een werk van de Braziliaan Henrique Oliveira bewonderen.
Oliveira verzamelde hout in zowel Brugge als São Paulo en maakte daarvan een installatie die doet denken aan enorme boomwortels die over een muur kruipen. Deze combinatie van een kunstwerk en de eeuwenoude architectuur van Brugge is het perfecte voorbeeld van waarom de Triënnale zo bijzonder is. Niet ver hiervandaan zijn nog drie andere werken te bekijken, maar we kiezen ervoor om eerst wat stappen te zetten richting het zuidelijkste punt van de oude stad.
Daar staan op plekken die bijzonder populair zijn onder toeristen twee werken van de Triënnale. Zo heeft kunstenaar Nnenna Okore de monumentale Poertoren uit 1477 ingepakt met een rode stof die van een afstand aan kant doet denken. Op het Begijnhof vind je vervolgens een uniek werk van het duo Joanna Malinowska en C.T. Jasper. Zij gaven een afgedankt communistisch standbeeld uit de Poolse stad Gdynia een nieuwe locatie en daarmee een nieuwe context.
Nog 4 werken te gaan en dan hebben we alle kunstwerken gezien. Deze zijn op relatief korte afstand van het centrum te vinden, maar voor sommige werken moet je wel goed zoeken. Zo plaatste Adrián Villar Rojas op diverse plaatsen in Brugge en Zeebrugge kleine vogelnestjes van modder, takken en klei. Degene die het makkelijkst te vinden is, is geplaatst op een trapgevel bij het moderne entreegebouw van het Gruuthuusemuseum. Het nestje past niet bij de architectuur, maar is daar toch op zijn plaats.
Op de Burg, waar lang geleden de Sint-Donaaskathedraal stond, staat een opvallend werk van Nadia Kaabi-Linke. Het is een bank zoals je die wel vaker ziet in de openbare ruimte, maar dan voorzien van stekels, waardoor je er absoluut niet op kunt zitten. Hiermee verwijst de kunstenaar naar het feit dat sommige sociale kringen voor buitenstaanders vrijwel niet toegankelijk zijn. Het werk heet daarom ook Inner Circle.
De Amerikaanse kunstenaar Amanda Browder ging aan de slag met de lokale bevolking van Brugge om gezamenlijk een gigantische installatie van gekleurd textiel te maken. Een deel van de installatie vind je op een brug en aan een gevel langs de Verversdijk. In de nabije omgeving is trouwens nog meer werk van haar te vinden. Bijvoorbeeld in de parkeergarage Biekorf.
Het allerlaatste werk dat we bekijken is zeker niet de minste. Op het Sint-Maartensplein staat de Danse Macabre van Hans Op de Beeck. Dit is veruit het meest fotogenieke werk van de hele Triënnale. Op de Beeck maakte een klassieke draaimolen met een luguber thema. Dit alles natuurlijk uitgevoerd in het kenmerkende matgrijs dat de kunstenaar graag gebruikt. Het werk roept vragen op over de grens tussen leven en dood, vermaak en verdriet. Dit is kunst die ontroert door de schoonheid en je tegelijkertijd laat nadenken.
Zoals we schreven aan het begin van dit artikel is het bezoeken van alle werken best een stevige wandeling, maar wel eentje die de moeite waard is. Het mooie is dat je onderweg ook vrijwel de hele stad ziet en dat er in Brugge natuurlijk genoeg horeca te vinden is voor een koffie, lunch, borrel en diner. Wie onderweg nog meer kunst en architectuur wil zien, kan ook nog de route van 25/25 volgen. Hiermee zie je opvallende gebouwen en moderne kunst in de openbare ruimte. De plattegrond is gratis af te halen bij In&Uit in het Concertgebouw of te bestellen via de website van de Triënnale.
Foto : Hugard and Vanoverschelde
Wij combineerden het bezoek aan de Triënnale met een bezoek aan het Groeningemuseum. Daar is momenteel een expositie te zien met werk van Sanam Khatibi. Zij geeft een bijzondere twist aan kunst die je normaal gesproken in Westerse musea ziet. Stillevens en schijnbaar oude vazen krijgen een extra betekenis door soms subtiele toevoegingen. Het werk van Sanam Khatibi is divers en roept op tot discussie. Daarnaast is de vaste collectie van het Groeningemuseum ook een aanrader. Je ziet er werk van Jan van Eyck, Hans Memling, Pieter Pourbus, Jheronimus Bosch, James Ensor en René Magritte.
Ons bezoek aan de Triënnale Brugge was in samenwerking met Toerisme Vlaanderen en Visit Bruges. Zij regelden voor ons een overnachting in het centraal, maar rustig legen hotel Monsieur Maurice en diners bij Nomad en Quarte Vins. Het hotel en beide restaurants kunnen we van harte aanbevelen.
