Geuze, lambiek, kriek. Deze klassieke Belgische bierstijlen worden wereldwijd steeds populairder. Alsmaar meer mensen waarderen de friszure smaak van deze bieren. Uniek is dat ze worden gebrouwen (en gestoken) in een kleine regio in de buurt van Brussel. Een goede reden om daar naartoe te reizen.
Er zijn twee streken waar dit bier gemaakt kan worden: Pajottenland en de Zennevallei. Wij brachten een bezoek aan die laatste streek om alles te leren over de klassieke bieren en natuurlijk om ze te proeven. Uitvalsbasis is het stadje Halle. Met de trein slechts 10 minuten verwijderd van station Brussel Midi kom je in de meest zuidelijke stad waar nog Nederlands wordt gesproken.
Koelkast
We checken in bij De Kaai, een uitstekend visrestaurant met daarboven enkele kamers voor gasten. De zeer vriendelijke gastvrouw heet ons welkom en wijst ons de weg. Als verrassing heeft ze in de koelkast op de kamer alvast een paar biertjes koud gezet. Een goed begin is het halve werk. Van te voren hadden we bedacht dat we graag Brouwerij 3 Fonteinen wilden bezoeken, maar die was uitgerekend dit weekend per hoge uitzondering gesloten vanwege een teamuitje.
Gelukkig is het aantal brouwerijen in de Zennevallei groot en zijn er nog genoeg andere interessante namen om te bezoeken. We trappen af bij Boon. Daar worden we voor de deur opgewacht door Nick van Gueuze Experience Tours. Hij heeft nog niet zolang geleden een bedrijf opgezet dat rondleidingen op maat organiseert. Nick is erg enthousiast over de lokale brouwerijen en bieren en deelt zijn kennis graag met ons.
In Brouwerij Boon zijn ze momenteel druk bezig met verbouwen. Binnenkort gaat er een mooi bezoekerscentrum met bar open. Een goede reden om eens terug te komen. Een van de eerste dingen die Nick ons laat zien is het koelschip, een zeer belangrijk onderdeel bij het maken van geuze. Een koelschip was vroeger een houten bak, maar inmiddels worden vooral stalen exemplaren gebruikt. Het koelschip is de plek waar de wilde gisten in de lucht hun magische werk doen.
De brouwers vullen het koelschip met wort en stellen deze dan een tijd bloot aan de buitenlucht. Bij Boon doen ze dat eenvoudig door de ramen open te zetten. Vervolgens doen de wilde gisten (Brettanomyces) die hier in de lucht zitten de rest van het werk. Bijzonder aan deze wilde gist is dat deze alleen in Pajottenland en de Zennevallei voorkomen. Na de toevoeging van oude hop ontstaat er dan lambiek.
Foeders
Lambiek gaat vervolgens in vaten waarna de brouwmeesters de inhoud van verschillende vaten blenden tot een geuze. Dat blenden noemen ze steken. Als je aan de lambiek kersen zou toevoegen dan krijg je kriek. Bij Brouwerij Boon hebben ze een indrukwekkende verzameling vaten en foeders (dat zijn extra grote vaten). Om op zo’n grote schaal te kunnen werken, moeten wel wat concessies worden gedaan. In tegenstelling tot veel andere lokale brouwerijen gebruikt Boon geen Belgische hop en kersen, maar halen ze die uit respectievelijk Duitsland en Polen.
Boon is dus een buitenbeentje in de wereld van geuze en lambiek, maar wel een met veel kennis over het vak. Frank Boon, de naamgever van de brouwerij, wordt door velen gezien als de beste steker die er is. De commerciële bieren van Boon zijn op zich prima in orde, maar voor de liefhebbers zijn vooral de monoblends interessant. Deze bestaan voor 90% uit lambiek uit 1 foeder en 10 procent jonge lambiek. Elk vat heeft zijn eigen unieke smaak.
Geïnspireerd fietsen we terug van Lembeek naar Halle. Op de vraag waar we in Halle nog wat moeten gaan drinken was het antwoord unaniem: ’t Parlement. Hier hebben ze een indrukwekkende kaart vol lokale bieren, aangevuld met trappisten en een mooie selectie whisky’s. Begeleid door een fantastische kaasplank proeven we eerst de Cuvée Lambikstoemper 2014 en de Oude Riesling Tilquin à L’Ancienne (2019-2020). Echt heel erg goede bieren.
Riesling
Daarna zijn we te gast in het restaurant van De Kaai. Chef-kok Christian Devreker weet ons te verwennen met gerechten die op zichzelf al een reis naar Halle waard zijn. Christian werkte eerder bij onder andere Oud Sluis en die ervaring zien en proeven we bij elke hap. Bij het eten drinken we trouwens een frisse Riesling, die mooi aansluit bij het laatste bier wat we dronken.
Na een avond in de meest beruchte club van Halle zitten we ietwat brak aan het ontbijt in De Kaai. Ook dit is weer uitstekend. Alles is vers en van hoge kwaliteit. We worden hier echt in de watten gelegd. Een reden om snel weer eens terug te gaan naar Halle en De Kaai. Ondanks het slechte weer springen we toch op de fiets voor een ritje naar Boerenerf Eylenbosch. Een beetje verzopen arriveren we daar om 10 uur op een zondagochtend.
De ontvangst is allerhartelijkst en al snel gaat er een fles Oude Kriek open. Boerenerf Eylenbosch is nog niet zo heel lang actief op eigen benen, maar kent toch een lange traditie. De naam Eylenbosch was vroeger jarenlang verbonden aan een brouwerij. Sinds een paar jaar is er op de oude locatie een nieuwe generatie begonnen aan een nieuw hoofdstuk. En dat doet Senne Eylenbosch met zijn team op fenomenale wijze.
In de zomer van 2020 kwamen de eerste bieren op de markt en deze waren direct een succes. Vooral de Oude Schaarbeekse Kriek en de Kweepeerlambiek Met Cider weten geuzeliefhebbers te overtuigen. Reikhalzend kijkt men uit naar wat komen gaat. Tijdens een rondleiding krijgen wij al een smakelijke preview. Zo proeven we bier met bijvoorbeeld rabarber of kruisbes en bier dat op sherryvaten heeft gerijpt. Ook is er cider en een (nu al) fantastische mede op rumvaten.
Koelschip
Ook zien we de groeiende voorraad vaten en komen we langs de plek in de oude boerderij waar een eigen koelschip moet komen. Boerenerf Eylenbosch is wat ons betreft de naam om in de gaten te houden de komende tijd. Vanaf mei 2022 zijn ze weer open voor bezoekers. Zelf hopen we in die tijd ook weer eens langs te gaan om te kijken wat dan de stand van zaken is en om het zelfgemaakte ijs te proeven.
Zwaar onder de indruk van deze relatief nieuwe naam in de Zennevallei fietsen we (door de nog steeds stromende regen) richting het dorp Buizingen waar we het warme en droge café Den Herberg induiken. Hier worden we met open armen ontvangen door de familie Devillé. Zij runnen niet alleen een café, maar hebben ook een eigen brouwerij. Eerst werden er alleen klassieke Belgische stijlen gebrouwen, maar nu maken ze ook hun eigen geuze en lambiek. De Oude Geuze Devillé à l’ancienne is inmiddels een gerespecteerd bier onder liefhebbers en andere brouwers uit de regio.
Want wat heel erg opvalt is dat alle brouwers en stekers uit de Zennevallei vol respect over hun collega’s spreken. Ze werken allemaal samen aan een uniek lokaal product dat nog niet zo heel lang geleden bijna verdwenen was. Inmiddels zijn geuze en lambiek wereldwijd geliefd onder bierliefhebbers. Heel bijzonder is dat vrijwel alle bieren uit dezelfde regio komen. Daardoor is het heel makkelijk om als liefhebber een fietstocht te plannen langs een aantal brouwers. We kunnen het van harte aanbevelen. Wij keren volgend jaar zeker weer eens terug. Sowieso is Vlaams-Brabant erg interessant om te bezoeken voor bierliefhebbers.
Met dank aan NS Internationaal voor het sponsoren van de treinkaartjes.