Met de grote hoeveelheid games die wekelijks verschijnt, is het soms moeilijk om helemaal bij te blijven. Om ruimte te geven aan games die ondersneeuwden in de drukte presenteert Mixed Grill een nieuwe toevoeging aan de serie ‘Mogelijk Gemist’, waarin we games aandacht geven die hun moment misten. Vandaag duiken we in de terugkeer van een heel bekende titel en een nieuwe indie met een bekende inspiratie.
Hunt the Night
Met die laatste wil ik dan ook aftrappen, want dat is Hunt the Night, een 2D Pixel Art Souls-like van Moonlight Studios en uitgegeven door DANGEN Entertainment. Het voelt een beetje als een mix tussen Zelda en Bloodborne in een prachtige stijl met bijzonder sfeervolle muziek en straffende combat. We spelen als Vesper die bezeten wordt door een demonische gedaante en missies voltooit voor een groep genaamd the Stalkers. Het staat er slecht voor met de mensheid en het is aan Vesper om het einde van deze eindeloze nacht te brengen. Dit uit zich in een sterke actie-RPG waarbij vaardigheden belangrijker zijn dan uitrusting.
Hunt the Night oogt beeldschoon met duidelijke pixelgraphics die voelen alsof ze op een Super Nintendo of vroege PlayStation 1-console thuishoren. Het druipt sfeer en duisternis: pure horror, zo uit het boekje van Lovecraft! Een wereld gecorrumpeerd door zwarte tentakels en vuurrode ogen over Gothische architectuur. De game heeft in die zin wel wat weg van Bloodborne, een gevoel dat nog meer kracht wordt bijgezet door Vesper zelf. Zo heeft zij een melee-steekwapen, zoals een zwaard of speer naast een vuurwapen dat slechts enkele schoten huist. Gevechten komen aan op het herkennen van patronen, goed benutten van de dodge en diens i-Frames en spaarzaam omgaan met de afstandsschoten die je hebt. Veel hiervan is stamina management, dus dodges kun je gebruiken tot die balk op is. Wanneer dit voorkomt en moet bijladen wil je niet op de verkeerde plek staan. Vijanden delen rake klappen uit en geregeld zag ik het game over scherm waarna ik opnieuw kon beginnen.
Trial en Error is van groot belang en zal je verder brengen, zeker wanneer je naar de Boss Battles en hun indrukwekkend grote sprites kijkt.
Tussen de veilige save punten, vergelijkbaar met bonfires uiteraard, zal je de wereld moeten doorkruisen en de nodige mini-elementaire puzzels moeten oplossen. Zo zal je correct moeten dodgen over giftige plassen water (wat later dankzij Umbra’s teleport gemakkelijker wordt), maar ook kom je geregeld voor een dichte deur die meerdere acties vereist. Vaak zijn er twee paden die bewandeld moeten worden waar eerst iets moet gebeuren voor de poort opent of de lift beschikbaar is. Dit is waar het leveldesign van Hunt the Night de kans krijgt om te schitteren, waarbij je de gangen na een lange uitputtingsslag in elkaar verweven om je weer veilig te laten
thuiskomen.
Exploratie voelt ontzettend goed en deze momenten waarop ik weer door kon motiveerden me weer na de vele tegenslagen die de zware combat me gaf. Hunt the Night maakt geen grappen met zijn moeilijkheidsgraad en liet me geregeld vloeken. Het resulteerde er
in dat ik sommige gebieden door rende om maar verder te komen. Wapenupgrades en synergie helpen, maar Hunt the Night vereist skill en soms iets meer dan mij lief was. Echter verdwijnt dat gevoel wanneer je dan eindelijk die horde overkomt en op weg gaat naar het
volgende obstakel. Hunt the Night is zeker niet voor iedereen, maar zeker het proberen waard voor iedereen die een flinke uitdaging aan wil.
Resident Evil 4 Remake
Van iets wat lijkt op een geliefde serie, naar een pure remake van een geliefde serie en dan wel één van de meest geliefde delen. Resident Evil 4 was baanbrekend op de GameCube in 2005 en nam de Zombieserie een hele nieuwe richting in. De statische camerapunten werden
verruild voor een over-de-schouder-cam en de nadruk verschoof van langzame survivalhorror naar veel meer snelle actie. Daarbij troffen we bizarre settings, personages en de meest cheesy dialogen denkbaar; Resident Evil 4 is een klassieker en zag vele heruitgaven over de jaren.
In de lijn van de Resident Evil 2 en 3 Remakes was het dan ook tijd dat deel 4 diezelfde behandeling kreeg en de kwaliteit spat er van af. De game oogt geweldig, al draait ie nog steeds gewoon op PlayStation 4 en alles is vanaf de grond opnieuw opgebouwd voor een nieuwe generatie. Dit betekent dat het vele malen duisterder is en slechts een klein tikje serieuzer. De slechte oneliners van Leon zijn er nog steeds, maar de echt schunnige opmerkingen zijn er uitgehaald. Toch is het onmiskenbaar wat je aan het spelen bent zodra je het weer onder ogen krijgt en de nostalgie toeslaat. Zoals het lastige gevecht met het hele dorp in de opening van de game, waarbij je radeloos tussen de gebouwen en over de daken probeert te ontkomen en munitie te vinden. Of wat te denken van het bizarre voorkomen van Ramon Salazar in zijn kasteel; alle charme van het origineel is hier te vinden, alleen in een nieuwere jas.
Die nieuwe jas brengt gelukkig ook wat vernieuwingen met zich mee. Zo is er in bepaalde gebieden meer te verkennen, wat ik met name bij het meer enorm kon waarderen. In het origineel vormde dit enkel de backdrop voor een bossfight, maar hier in de Remake kunnen we
het meer en de bijbehorende grotten verkennen voor extra’s. Grootste verbetering is echter de mogelijkheid om te kunnen lopen en schieten tegelijkertijd, waardoor je al schietend langzaam weg kunt proberen te komen van de Las Plagas-geïnfecteerden. De PlayStation 5-editie die ik speelde trekt daarbij ook de stoppen uit de kast met de Dual Sense-controller. Zo geeft het kleine tikjes wanneer je op hout loopt en komt de dialoog over de radio nu uit de speaker.
Resident Evil 4 is een parel en mogelijk nu zelfs nog beter, completer en meer toegankelijk. Heb je de game gespeeld dan vind je hier een feest der herkenning, maar ervaar je dit voor het eerst dan zal je begrijpen waarom deze game zo geliefd is.