Zijn we nog op tijd? Het full-length debuutalbum van het Deense When Saints Go Machine werd bijna de dupe van de manier waarop nieuwe muziek soms wordt gerecenseerd:
Acts die ergens een belletje doen rinkelen komen eerst aan de beurt, en de rest moet proberen in de shuffle zich te onderscheiden. Op die manier meende uw recensent de nieuwe Antony, nee wacht, de nieuwe Hercules & Love Affair te horen?! Dat bleek niet waar – het ging hier om de eerste single van Konkylie – het über-catchy Kelly.
Daarmee is het eerste geheim van deze band opgehelderd: zanger Nikolaj Manuel Vonsild doet ernstig aan Antony van The Johnsons denken. En tot onze grote verbazing stoort dat niet. Het past eigenlijk perfect bij de muziek – een kruising van lichte elektronica en wereldmuziek die zo typerend is voor het eens roemruchte K7-label waarop deze plaat is uitgebracht (Red: Kom op jongens – waar blijft die debuutplaat van Kruder & Dorfmeister? Het wordt toch een beetje de Duke Nukem van de muziekwereld op deze manier). Enfin, When Saints Go Machine dus.
Fantastische tweeluik
Wij kunnen ons voorstellen dat bij mensen die lezen over wereldmuziek en een theatrale zanger de nekharen al overeind gaan staan. De band slaagt er wonderwel in om, mede dankzij de kwaliteit van het songmateriaal en het fantastische tweeluik Whoever Made You Stand So Still / Add Ends, de aandacht er gedurende vrijwel het hele album bij te halen. Vrijwel, want een heel enkele keer glijdt de band over het randje van kitsch, en bekruipt ons het gevoel dat we naar de nieuwe Wes zaten te luisteren.
De plaat begint rustig met het titelnummer, hetgeen vocaal aandoende synth-klanken afwisselt met een tempoloze zangpartij. Aan het eind komen de eerste Chinese toonladders en instrumentatie voorzichtig om de hoek kijken. De semi-klassieke Chinese “feel” blijkt een terugkerend thema te zijn in vaak onverwachte stukken elders op het album. Church and Law doet, met opnieuw een Oosters vleugje, bijna denken aan iets wat Sneaker Pimps 15 jaar geleden hadden kunnen uitbrengen.
The Art of Noise
Parix lijkt met z’n ouderwets aandoende synths bij vlagen op een nog oudere invloed van de band – elektronica-pioniers The Art of Noise. Single Kelly is veruit het meest poppy nummer op de plaat, en geeft de geleidelijke opmaat naar het einde. Whoever Made You Stand So Still gaat nog één keertje de Chinese hoek in, gevolgd door constant wisselende maatsoorten en steeds breder uitvliegende synthesizer. Afsluiter Add Ends gaat hier nog overheen met bij wijlen swingende pizzicato-strijkers. Klein kritiekpuntje bij de afsluiter is dat wie het onzalige idee had om een snelle zanglijn dan maar over elkaar heen te mixen, per direct uit de platenindustrie moet worden verwijderd.
De kritiekpuntjes over kitsch en productie moeten echter wel worden gezien in het licht van het feit dat Konkylie een heerlijke, meeslepende plaat is. Absoluut niet iets wat je iedere dag te horen krijgt, en misschien even doorbijten. Wellicht moet je ‘m in de shuffle een kans geven…