Bij een stedentrip naar Duitsland denk je niet direct aan Wuppertal. Wat ons betreft is dat onterecht want er is daar heel veel moois en bijzonders te zien. Bovendien is de stad niet zo heel ver weg van Nederland.
De meeste zullen de stad misschien kennen van de film Pina van Wim Wenders over choreograaf Pina Bausch. Deze film laat heel veel locaties in de stad zien waar wij, tijdens ons bezoek, ook langs zijn gekomen.
Schwebebahn
Allereerst is daar de Wuppertaler Schwebebahn, een bezoek aan Wuppertal zonder plaats te nemen in deze monorail uit 1901 is onmogelijk. Tijdens de ruim 13 kilometer lange rit met de zweeftrein krijg je een goed beeld van Wuppertal, dat niet 1 stad blijkt te zijn maar een verzameling aan elkaar gegroeide dorpen die nu samen Wuppertal vormen. Omdat het dal van de rivier de Wupper op veel plekken behoorlijk smal is koos men ruim 100 jaar geleden voor dit bijzondere vervoersmiddel.
Denk overigens niet dat het alleen maar een leuke attractie voor toeristen is, want de inwoners van de stad gebruiken de schwebebahn ook massaal om naar bijvoorbeeld het werk te gaan. Onderweg zie je goed de sporen die de geschiedenis hier heeft achtergelaten. Ooit was Wuppertal steenrijk vanwege de textielindustrie. Dat zie je aan prachtige gebouwen langs de oever en kapitale villa’s op de heuvels. Toen de industrie in elkaar klapte raakte veel pakhuizen en fabrieksgebouwen vervallen. Sommige daarvan zijn opgeknapt, anderen (nog) niet. Deze mix van rijk en arm en oud en nieuw maakt van Wuppertal een interessante stad.
Eerste Wereldoorlog
De vroegere rijkdom is goed te zien in het Von der Heydt-Museum. Ooit had iedere kern in het dal zijn eigen museum waar alle rijke textielbaronnen konden laten zien hoe veel geld ze hadden door heel veel en heel dure kunst te kopen. De collecties van die kleine musea zijn nu samengebracht in het Von der Heydt-Museum. Tijdens ons bezoek was daar de tentoonstelling Menschenslachthaus te zien, een overzicht van franse en Duitse kunst van voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog.
Vooral de kunst uit de oorlog is indrukwekkend. Vrijwel iedereen moest naar het front, dus ook (jonge) kunstenaars. Veel daarvan bleven daar gewoon doorwerken en/of lieten de oorlog en al zijn gruwelen zien in het werk. De bekendste daarvan is Otto Dix die aan het front elke dag aan het tekenen was. Van hem is heel veel werk te zien waarop de brute en smerige oorlog confronterend in beeld is gebracht.
Anno 2014 is Wuppertal nog steeds een belangrijke kunststad. Zo is het de residentie van beeldhouwer Tony Cragg. Hij heeft een prachtige villa met enorme tuin gekocht waar nu permanent een deel van zijn werk te zien is. Bovendien is in Skulpturenpark Waldfrieden ook werk van andere kunstenaars te zien. Tijdens ons bezoek was Jaume Plensa aanwezig die in het park een tentoonstelling heeft met een aantal van zijn prachtige sculpturen die bestaan uit enorme hoofden die zijn gemaakt van letters, woorden of muzieknoten.
De combinatie van de monorail, het museum en het park maken van Wuppertal een perfecte bestemming voor een cultureel uitstapje naar onze Oosterburen.