Dragon Quest XI – Echoes of an Elusive Age is misschien wel de meest traditionele Japanse Role Playing game die je in de komende jaren zult spelen. Als een serie die minstens zo lang meeloopt als Final Fantasy, verandert en vernieuwt Dragon Quest zijn formule nauwelijks en levert daarmee consistent een zeer vertrouwde, maar tegelijkertijd zeer solide ervaring. Zo ook dit laatste deel, dat het verhaal en de terugkerende elementen zo goed weet neer te zetten dat het gebrek aan originaliteit totaal niet uitmaakt.
Want in Dragon Quest XI volgen we het verhaal van onze naam- en stemloze held, die ontdekt een Luminary te zijn. Een kracht van licht die de strijd aan zal moeten gaan tegen de duistere machten van de Darkspawn, dat erop uit is om de prachtige wereld van Erdrea te vernietigen. Licht tegen duister, trekken door de wereld waarbij je personages aan jouw team toevoegt – we hebben het allemaal al honderd keer eerder gezien. Maar de manier waarop Dragon Quest XI zijn personages neerzet en uitdiept, laat je dat al gauw vergeten. Je leeft mee met ieder van hen en geniet van hun onderlinge interacties en opbouwende band.
De bekende stijl van Dragon Ball-artiest Akira Toriyama is direct herkenbaar en dus is een enkele blik op een screenshot voldoende om te weten wat je in huis haalt. Gaaf om te zien is hoe deze stijl, die we door de jaren heen gezien hebben op diverse consoles en handhelds, zo goed werkt op de PlayStation 4. Dragon Quest XI heeft strip- of tekenfilmachtige personages en zet deze in een realistisch ogende wereld neer, die er werkelijk adembenemend uitziet. Geen sombere toon is er te bekennen: de kleurintensiteit- en contrastknoppen worden helemaal open gedraaid. Het geeft een heel bijzondere setting, waarbij de felle kleuren van de wereld weer aansluiting vinden bij personages. Dragon Quest XI is prachtig om te zien. Alles wordt omlijst door een bombastische, opgewekte soundtrack die afwisselt met traditionele midi-bliepjes en geluidjes die we kennen uit eerdere delen.
Pepped Up
Naast het verkennen van de wereld en diens kleine dorpjes, grote steden en uitgestrekte landschappen ligt er een flinke nadruk op turn-based combat. Wederom één van Dragon Quest’s sterk aanwezige identiteit, voelt het om beurten plaatsen van een aanval compleet op z’n plek. Fysieke klappen worden afgewisseld met sterke magische aanvallen en ook de vele buffs en debuffs (die bijvoorbeeld de weerstand van de speler verhogen of de vijand extra gevoelig maken voor een bepaald type aanval) mogen natuurlijk niet ontbreken. Daarnaast introduceert Dragon Quest XI het Pep-powers systeem waarbij je een speciale aanval kunt doen – al dan niet versterkt door een teamgenoot – na een aantal aanvallen te verduren hebben gekregen. Deze staat houdt echter wel even aan en zolang je ‘Pepped Up’ bent, doe je meer schade en heb je een hogere weerstand, dus wil je als speler niet te vroeg je kruit verschieten.
We mogen hier dan wel met het elfde (hoofdlijn) deel van Dragon Quest te maken hebben – zoals diens grote tegenhanger Final Fantasy – desondanks is ieder deel een compleet losstaande ervaring. Natuurlijk zijn er bekende elementen die terugkeren, waaronder de vrij komische puff-puff scenes en de grote spierbundelpersonages met maskers, is Dragon Quest XI een prima startpunt voor nieuwkomers. De game is namelijk toegankelijk als wat en geeft veel uitleg over hoe z’n systemen werken zonder dat het vervelend is. Daarbij kent de game zeker in het eerste 20 uur nauwelijks momenten waar ik het gevoel had dat ik niet sterk genoeg was. Het was zeker niet dat ik ieder gevecht aanging, maar de flow van game voelde allemaal zeer natuurlijk en bij vlagen zelfs wat gemakkelijk.
Ieder personage heeft daarbij natuurlijk zijn eigen skilltree waar punten verdeeld worden om nieuwe vaardigheden en eigenschappen op te doen. Naast twee soorten wapens waar iedere personage zich in kan ontwikkelen heeft iedereen ook een klasse-specifiek gedeelte waar je zeker naar wilt kijken. Door de constante stroom van XP en de gevechten met leuk vormgegeven monsters bleek levelen een geweldige ervaring zonder ooit echt als grinden te voelen.
De game kent een autosave-functie, maar handmatig zal je dit (zoals in alle eerdere delen) bij kerken in steden doen of heilige standbeelden die door de wereld verspreid staan. Rusten in herbergen kost je echter geld, evenals betere uitrusting moeten kopen. Als alternatief daarvoor zijn er kampvuren te vinden waar je gratis weer op kracht kunt komen en je voortgang opslaat. Hier vind je ook de Fun Sized Forge, waar je zelf een nieuwe uitrusting kunt smeden. Gepaard met een aardige mini-game waarbij je klappen uitdeelt op het metaal om deze op het juiste punt te krijgen en zo een extra bonus uit je nieuwe wapen te halen, voelt het smeden van wapens en kettingen als leuke noodzaak. Zeker wanneer je bedenkt dat materialen zoeken vrijwel ongemerkt verloopt en je veel geld bespaart door het zelf te doen. Wees daarom ook extra alert op kasten met een rood boek erin, daar haal je plannen uit om nieuwe uitrusting te maken.
Conclusie
Dragon Quest XI geeft met 70 tot 120 uur aan speeltijd flink waar voor zijn geld en iedere minuut daarvan voelt goed. Niet alleen ziet de game er subliem uit, het laat je nooit twijfelen over wat te doen, heeft fantastische personages en een heerlijk combatsysteem. Misschien wel het beste voorbeeld van wat een traditionele JRPG kan doen in de moderne wereld. Dragon Quest XI is een echte aanrader.