Langzaam maar zeker komt het normale leven weer op gang. Zo kunnen we bijvoorbeeld weer naar de bioscoop. De film First Cow is een goede reden om binnenkort weer eens te gaan.
Deze charmante film van Kelly Reichardt (Old Joy, Night Moves) draait om twee mannen die een beetje buiten de boot vallen in de ruige wereld van pelsjagers in het ruige Oregon van zo’n 150 jaar geleden. Cookie is kok en King-Lu een Chinese immigrant die op de vlucht is voor Russische criminelen. Na een eerste ontmoeting in het bos komen ze elkaar weer tegen in een provisorisch dorp vol ruige pelsjagers.
King-Lu blijkt net daarbuiten een huisje te hebben gebouwd en Cookie trekt bij hem in. Om geld te verdienen bakken de twee een soort van donuts/oliebollen die ze in de nederzetting verkopen. Het probleem is echter dat ze voor de melk afhankelijk zijn van de enige koe in het dorp en die is van een steenrijke landeigenaar. De oplossing die het tweetal bedenkt is er eentje waarvan je weet dat deze nooit goed kan aflopen.
Dicht op de acteurs
Het eerste dat opvalt aan de film is het formaat. De film is in ouderwets 4:3, wat het gevoel geeft dat je naar een oudere film zit te kijken. Ook de donkere en soms grove beelden dragen daaraan bij. Veel scenes zijn ’s nachts in het dichte bos opgenomen. Kelly Reichardt zet hierbij de camera vaak dicht op de acteurs, zodat je het gevoel hebt onderdeel te zijn van het gezelschap. Door de film in de hedendaagse tijd te laten beginnen, weet je min of meer de afloop van de film, maar toch biedt het verhaal genoeg verrassingen.
First Cow oogt in alles als een klassieke film. Zeker ook dankzij de fraaie soundtrack van William Tyler. In eerste instantie denk je naar een mooie, kleine film te hebben gekeken, maar je zult merken dat het verhaal en de beelden nog lang in je gedachten blijven rondspoken.