En opeens was daar, in 2008, het debuutalbum van danceact Hercules and Love Affair. Of eigenlijk was daar eerst de meesterlijke single Blind, met medewerking van Anthony (“and the Johnsons”) Hegarty. Pitchfork riep de track uit tot beste single van 2008, en tot een van de 20 beste van het decennium, en muziekcritici buitelden over elkaar heen met superlatieven over de combinatie van theatrale zang en dansbare beats.
De band heeft sindsdien uitgebreid getourd, en brengt deze maand het vervolgalbum Blue Songs uit. De band (eigenlijk een variërend gezelschap) rondom de New Yorkse DJ Andy Butler komt uit de DFA-stal van James Murphy. Muzikaal is het echter wat braver dan de punkfunk waar dit label meestal mee is geassocieerd: de nadruk ligt op disco, niet op gruizigheid.
Drie elementen
Een track op Blue Songs bestaat over het algemeen uit drie elementen, waarvan er minstens twee goed of opvallend moeten zijn om de track te kunnen dragen: de beats, de vocalist, en de melodieën. Op openingstrack Painted Eyes werken de vocalist en de melodie bijvoorbeeld erg goed, terwijl de beats minder spannend zijn. Vervolg My House scoort dan weer op geen van de drie punten. De funk van Answers Come in Dreams verbloemt weer het feit dat de vocalist wat zwakker is, de track erna heeft weer weinig spannends, titeltrack Blue Songs werkt qua vocalist en beats maar niet qua melodie, enzovoorts enzovoorts.
Waar op het debuutalbum alledrie over het algemeen tegelijk goed waren, zit in dit geval meestal in elke track wel een zwaktepunt. Over het algemeen zijn de vocalisten niet van het kaliber Anthony. In plaats hiervan zijn voor het merendeel minder bekende en minder interessante krachten ingehuurd. Het constante afwisselen gaat hier ook ten koste van de identiteit van de band zelf, een probleem dat live werd opgelost door met één of twee vocalisten te touren. Wat ook begint te wringen is de obsessie met een relatief vast aantal beats per minuut, hetgeen het moeilijk maakt om het gevoel van eenheidsworst te ontlopen.
Blue Songs is wellicht een tussenalbum, waarop Butler en co. proberen hun identiteit te vinden na het succes van het debuutalbum. Een wat vastere en betere vocale invulling en sterker songmateriaal, zonder met elk liedje per se de dansvloer tevreden te willen houden, zou het potentieel (dat er absoluut is) wat beter tot uiting kunnen doen komen.