Rap en rock kunnen, mits goed gemengd, zorgen voor een explosief mengsel. Helaas vallen de meeste pogingen van bands en artiesten behoorlijk tegen. Of de raps zijn slecht of de rock te lomp. Hyro da Hero is echter een zeer positieve uitzondering op die regel.
Laten we met het rockgedeelte beginnen. Voor het album Birth, School, Work, Death heeft Hyro da Hero samengewerkt met producer Ross Robinson die zijn strepen dik verdiend heeft in de rockwereld. Zo produceerde hij onder andere de debuutalbums van Korn en Slipknot. Voor dit album verzamelde hij een meer dan uitstekende band met leden van At The Drive-In, The Blood Brothers en Idiot Pilot. Het knapste van Robinson is dat hij niet heeft gekozen om onder ieder nummer een vette riff en een beat te stoppen. De band speelt echt als een band, die zeker kan rocken, maar ook weet dat het album om de rapper draait en niet om de gitaren.
Boos
Hyro da Hero zelf is een prima rapper, niet vernieuwend of overdonderd, maar zeker wel bovengemiddeld. Zijn teksten hebben inhoud en vertellen een verhaal dat verder gaat dan bling, guns en bitches. Hij maakt zich regelmatig boos over onderwerpen die hem raken. A Conversation With Hip Hop gaat bijvoorbeeld over het feit dat de meeste rappers zo weinig inhoud hebben in hun teksten. Hij maakt hierin alleen de klassieke fout om af te geven op rappers die het woord ‘nigger’ gebruiken, terwijl hij het in andere nummers op het album zelf ook gebruikt.
Deze schoonheidsfout is hem echter vergeven. Birth, School, Work, Death is meer dan geslaagde symbiose geworden van twee van onze favoriete genres. Sterker nog, Hyro da Hero vult met dit album eindelijk het gat dat Rage Against the Machine al jaren geleden leeg heeft achtergelaten.