Voor alweer het tweede jaar op rij is Mixed Grill aanwezig op het Pitchfork Music Festival in Chicago. Dit festival, de kleinere tegenhanger van het veel grotere Lollapalooza, vindt al enige jaren plaats in Union Park, een pittoresk parkje (pakweg grootte Sarphatipark in Amsterdam) in een nogal dubieuze buurt aan de westkant van de stad.
Ieder jaar spelen hier opkomende acts en de wat meer gevestigde namen. Na drie relatief grote headliners in de voorgaande editie (Modest Mouse, LCD Soundsystem en Pavement) is dit jaar duidelijk meer gekozen voor de middenmoot. Op de eerste dag was dit vooral te merken door het feit dat het al vroeg goed vol was.
De eerste band die wij zagen was Warp-afvaardiging Battles. Deze band heeft enige personeelswijzigingen ondergaan na het geniale Mirrored, hetgeen tot gevolg heeft dat de nieuwere muziek (onder andere te horen op het nieuwe album Glass Drop) iets rechtlijniger is geworden. Live betekende dit dat het begin van de set iets matter werd ontvangen dan de freakouts in de twee Race-tracks aan het eind van de set. Sterke opener om vanuit de schaduw te beluisteren.
Harp en viool
Na Battles was het tijd voor het nieuwe project van Thurston Moore, de frontman van de legendarische band Sonic Youth. Voor liefhebbers van de ‘Youth’ zal het solo-werk even wennen zijn geweest, met uitsluitend akoestische gitaar, harp, en viool. Op zich mooi, maar het gestaag leeglopende veld liet merken dat het overigens zeer ruimdenkende en gevarieerde publiek hier iets anders had verwacht.
De beurt was hierna aan het rap-collectief Das Racist. Waar deze club op het album de brug tussen indie-esthetiek en hip hop goed weet te overbruggen, zakte die meerwaarde een beetje weg, waardoor een matige rap-show overblijf. De rest van deze set werd dan ook door ons gebruikt om de rest van het terrein te verkennen: de gigantische vinyl-markt onder leiding van Chicago’s Independent Radio Project – Chirp – en de screenprinters-expositie Flatstock.
Oudgedienden
Met een verse Heineken ($5 exclusief $1 tip, voor eenieder die moppert over het prijspeil op Lowlands) in de hand gingen wij terug naar oudgedienden Guided By Voices. Dit vehikel van zanger Robert Pollard is na een aantal jaren van afwezigheid terug met een nieuwe tour. Op plaat heeft de band een reputatie hooggehouden van alternatieve kleinkunst: mooie liedjes in een kort tijdsbestek. Deze reünie was een stuk minder subtiel; Pollard stond met een volle fles whisky op het podium te zwaaien en kon halverwege het optreden al geen coherente zin meer uitbrengen. De band bleef strak, maar het optreden kan niet anders dan gênant bestempeld worden.
Singer-songwriter Neko Case kwam daarna op het naastgelegen podium. Gewapend met piccolo-gitaar, en een band met baardgroei waar het aanwezige hipster-volk nog een flink puntje aan kon zuigen, stortte de zangeres zich in het repertoire van onder andere het prachtige Middle Cyclone, maar ook in ouder werk (onder andere van het relatief onbekende Blacklisted). Heel mooi, maar geleidelijk aan begon het achteraan wat leeg te lopen…
Onvervalste hype
Dat had weer te maken met de eerste onvervalste hype van deze editie van Pitchfork: James Blake. In Europa (en bij ons) al enige tijd bekend en geliefd, maar in Amerika nog vrij onbekend. En op basis van wat wij vandaag zagen, kan dit wel eens heel snel gaan veranderen. Met twee mede-bandleden (gitaar/synth en elektronische drums) nam de hyper-schuchtere Blake het massaal bijeengestroomde publiek vanaf het kleinste podium mee door zijn repertoire. De nadruk lag hierbij natuurlijk op zijn titelloze debuutalbum, maar ook de oudere EPs kwamen aan de beurt.
Geleidelijk aan werd het onmogelijk voor alle geïnteresseerden om bij het podium te komen. Dit verhoogde naast de temperatuur ook de sfeer. Wat ook hielp, was de volslagen verrassing in de ogen van Blake bij een dergelijk massaal en enthousiast publiek. Blake betoverde met zijn nerveuze bassen, meervoudig gesamplede en vervormde vocalen, en het open geluid dat op festivals zo zeldzaam is. Met The Wilhelm Scream als waardige afsluiter, stroomde de menigte eindelijk weg, richting het hoofdpodium.
Animal Collective
Daar was het tijd voor de hoofdact van de eerste avond. Zoals we al zeiden, is de line-up dit jaar wat meer stevige middenmoot, en wat minder eredivisie. Gevolg hiervan was dat Animal Collective de eer had om op het hoofdpodium (voor de gelegenheid behangen met ballonnen, slingers en schermen met vloeistofdia’s) het laatste optreden van de vrijdag te verzorgen. De band had wat te bewijzen, en dan vooral creatief brein Noah Lennox. Vorig jaar was zijn solo-optreden als Panda Bear een saaie aanfluiting. De band ging dan ook in gierende vaart en een hoop bubbelende samples van start.
Na de intimiteit en sfeer van James Blake waren het schelle geluid, de desinteresse bij de meeste bandleden en de massaliteit van het hoofdpodium eigenlijk eerder een “buzz kill” dan een hoogtepunt. Het veld rondom het hoofdpodium, vorig jaar bij de hoofdacts nog gevaarlijk druk, liep dan ook snel leeg. De bussen richting de aftershows in de diverse zaaltjes in de stad liepen snel vol. En wij gingen snel huiswaarts om nog even een goeie nacht te kunnen slapen voordat zaterdag de eerste volledige dag begint, met onder andere DJ Shadow, Twin Shadow en Fleet Foxes. Wordt vervolgd!