Wat een betoverend optreden. Van begin tot eind hangt het Utrechtse publiek ademloos aan de lippen van Bonnie “Prince” Billy en zijn driekoppige begeleidingsband. Af en toe wordt er druk gesusd in het publiek, maar het is eigenlijk niet eens nodig. Vol bewondering en respect kijken wij naar een eigenzinnige singer-songwriter, die volledig overtuigt in Tivoli.
Will Oldham, singer-songwriter en schnabbelend acteur, maakte vroeger muziek onder de ‘Palace’ paraplu (Palace Music, Palace Songs en Palace Brothers). Vanaf 1998 werkt hij onder de naam Bonnie “Prince” Billy. Zo spaarzaam als hij is met optreden, zo productief is hij in het uitbrengen van ep’s en cd’s. Over een maand zal er weer een nieuwe 7 inch uitkomen, meldt Bonnie ons. Zijn muziek is een mix van americana, country en folk. Oldham was al een bebaarde singer-songwriter voordat dat hip werd. Dat hij totaal niet met zijn imago bezig is wordt vanavond nog eens bevestigd. Met zijn grote baard, verkreukelde en bevlekte kleding, uitgelopen eyeliner en lichtblauwe nagellak, lijkt Oldham vooral willen te zeggen: het maakt me geen moer uit hoe ik eruit zie. Dat is ook zo, zolang je maar mooie muziek maakt.
Vanavond is het eerste optreden van een korte Europese tour, naar aanleiding van de in 2011 verschenen plaat Wolfroy Goes to Town. Voor Bonnie Prince ook nog eens het eerste optreden van 2012, bekent hij. Waar andere bands nog wel eens in moeten komen aan het begin van een tournee zien wij hier een volledig geoliede machine aan het werk. Oldham wordt bijgestaan door gitarist Emmett Kelly (The Cairo Gang) en zangeres Angel Olsen, die beiden ook aan de laatste cd meegewerkt hebben. Multi-instrumentalist Ben Boye begeleidt het zaakje met jazz-achtige improvisaties op trekharmonium, autoharp en vleugel. Het speelplezier spat er vanaf. De muzikanten hebben lol op het podium en luisteren vol bewondering naar elkaar. Zangeres Olsen heeft een prachtige melancholische stem die af en toe overslaat in een countrysnik. Achteloos, met de handen op de rug vult ze Oldham’s warme, doorleefde stem goed aan.
Gitarist Kelly lijkt zo uit een saloon weggelopen te zijn. Hij doet denken aan Doc Holiday, met zijn magere lijf, vettig haar en klein rond brilletje op zijn bleke gelaat. Achter dit sukkelige voorkomen schuilt een meesterlijke gitarist. Het geluid is daarnaast erg goed afgesteld. De akoestiek in Tivoli is zo zuiver dat we zelfs de zachtste noten en het ritmische voetengetik van de bandleden kunnen horen. Hierdoor weet zelfs een minimalistisch en traag nummer als ‘Cows’ te boeien.
Een fles rum
In ruim anderhalf uur tijd schotelt Oldham ons een rustige, met melancholie doorspekte selectie voor van oud en nieuw werk. Van zijn laatste plaat vallen vooral ‘Quail And Dumplings‘ en ‘Black Captain‘ positief op. Bij dit laatste nummer gaat een fles rum over het podium, want dat drinken kapiteins nu eenmaal. Tussendoor spreekt Oldham het publiek toe in mooie volzinnen. Belangrijkste les van vanavond: in de eerste zes maanden van ons leven zijn we allemaal zo cute dat we ons de rest van ons leven niet meer schuldig hoeven te voelen over de erfzonde. Oldham’s religieuze achtergrond dringt zich vaker op in zijn teksten. Opvallend genoeg is God in zijn teksten meestal een vrouw.
De set wordt afgesloten met een meeslepend uitgevoerd ‘So Everyone‘, van Lie Down in the Light uit 2008. Na een daverend applaus komt de band terug voor een korte toegift van drie nummers. Na het rustige hoofddeel gaat Oldham nu meer los met het nummer ‘Go Folks Go‘. Zijn gekke gebaartjes, het theatrale getrek met zijn been, het maakt Oldham alleen maar innemender. Geen bezoeker zal vanavond teleurgesteld Tivoli verlaten. Dit optreden is het dure toegangskaartje dubbel en dwars waard. Het is dat het pas januari is, maar Bonnie “Prince” Billy doet alvast een serieuze gooi naar titel “beste optreden van 2012”.
Recensie: Saskia Naafs
Foto’s: Erik Bremer