Naar IJsland ga je natuurlijk voor de adembenemend mooie natuur, maar de hoofdstad Reykjavik is ook de moeite van het verkennen waard. Wij geven je tips voor de beste plekken die je in deze stad kunt bezoeken.
Mocht je een rondreis maken of slechts een paar dagen op IJsland verblijven: de route loopt vrijwel altijd via Reykjavik. De hoofdstad van IJsland ligt op zo’n 45 minuten rijden van het nationale vliegveld. Vanaf Reykjavik kun je je weg naar de rest van het eiland vervolgen, maar je kunt de stad ook goed gebruiken als uitvalsbasis voor dagtrips zoals de Golden Circle of een tocht langs de zuidkust.
In Reykjavik is ook van alles te doen en te zien, maar bedenk wel dat het een relatief kleine stad is. Er wonen maar 130.000 mensen. Voordeel daarvan is dat vrijwel alles te voet te doen is en je lekker veel tijd hebt om in een goed restaurant of café door te brengen.
Bezienswaardigheden
Reykjavik is een charmante mix van een uit de klauwen gegroeid vissersdorp en een internationale hoofdstad. Dit zorgt voor een afwisselend straatbeeld, dat bovendien enorm aan het veranderen is. Rondom de oude haven en langs de waterkant in het noordelijk deel van het centrum zie je nu heel veel hijskranen die nieuwe gebouwen uit de grond stampen.
Boven dit alles torent het bekendste bouwwerk van de stad uit: Hallgrímskirkja. Doordat deze kerk op een heuvel staat, is deze bijna overal in de stad te zien. Met behulp van een lift kun je naar de top van de toren, van waaruit je een prachtig uitzicht over de stad en de omgeving hebt. De kerk zelf is gebaseerd op de vulkanische basaltblokken die je op meerdere plaatsen op IJsland kunt vinden. Naast de kerk vind je een opvallend gebouw waar ooit kunstenaar Einar Jónsson vertoefde. In de vrij te bezoeken tuin achter het huis kun je een aantal van zijn sculpturen bekijken.
Een ander beroemd bouwwerk in Reykjavik is de hypermoderne Harpa. Dit concert- en congresgebouw staat aan het water bij de oude haven en is ook qua architectuur geïnspireerd op de zeshoekige vorm van basalt. Architect Henning Larsen werkte hiervoor samen met de Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson. Hij bedacht de glazen panelen die de Harpa een unieke en indrukwekkende uitstraling geven. Je kunt het gebouw gewoon binnenwandelen en de trap of lift naar boven nemen om te genieten van de architectuur.
Heeft moderne geschiedenis jouw interesse? Dan moet je zeker langs Höfði. Dit houten gebouw is bekend vanwege de besprekingen tussen Ronald Reagan en Michail Gorbatsjov over het beëindigen van de Koude Oorlog. Misschien dat je het gebouw ook kent van een aflevering van Wie is de Mol uit 2012.
Als je met de auto of bus vanuit het zuiden Reykjavik inkomt, dan zie je ongetwijfeld een modern gebouw op een heuvel. Dit gebouw heet Perlan. Van oorsprong is het een waterreservoir voor de stad, maar nu vind je er horeca en een museum over de bijzondere natuur op IJsland. Hoogtepunten zijn de kunstmatige geiser en het prachtige uitzicht vanuit het restaurant.
Kunst
Kunstliefhebbers komen ook aan hun trekken in Reykjavik. Vooral lokale kunst en kunstenaars staan centraal. Voor moderne kunst moet je bij het Reykjavik Art Museum zijn. Dit museum heeft meerdere vestigingen. De grootste en interessantste is het Hafnarhús bij de oude haven. Een vleugel in het museum is geheel gewijd aan de pop-art van Erró. Hier zie je enorme muurschilderingen met superhelden of verdraaide versies van de kunst van Picasso en Miró. De rest van het museum toont wisselende tentoonstellingen. Soms cool, soms moeilijk en vergezocht.
Liefhebbers van fotografie kunnen hun hart ophalen in het Reykjavík Museum of Photography. Houd je meer van geschiedenis, dan moet je bij het Saga Museum of Nationaal Museum zijn. Minder serieuze zaken kun je vinden in het Punk Museum en het Game Museum die naast elkaar in voormalige openbare toiletten zijn te vinden of het Penis Museum waar je fallussen van vrijwel elk dier kunt bekijken.
In Reykjavik is ook mooie landschapskunst te vinden. Vanuit de stad is het een heerlijke wandeling naar Þúfa, een kunstmatige heuvel van Ólöf Norda in het havengebied. Niet alleen de heuvel is mooi om te zien, je krijgt er ook nog een prachtig uitzicht op de stad bij cadeau. Vlakbij Höfði kun je een boot pakken naar het eiland Viðey, een tochtje van slechts 7 minuten. Op dit eiland kun je heerlijk wandelen, maar ook kunst van Richard Serra en Yoko Ono bekijken.
Winkelen
In de belangrijkste winkelstraten van het centrum vind je geen bekende ketens, maar slechts lokale ondernemers (op een vestiging van Subway na). Voor de dagelijks boodschappen of andere benodigdheden gaan de inwoners van Reykjavik naar één van de 2 malls aan de rand van de stad. Voor toeristen zijn de 2 winkelstraten in de stad des te interessanter. De Skólavörðustígu en de Laugavegur staan haaks op elkaar. De eerste loopt omhoog naar de Hallgrímskirkja. In deze straat vind je onder andere de vestiging van Geysir, de mooiste winkel van IJsland. Verdeeld over 3 filialen kun je terecht voor heren- en dameskleding en design. Een aanrader voor een mooi souvenir of cadeau is een mooie wollen deken uit hun eigen collectie.
Verder vind je in deze straat een authentieke platenzaak met veel lokale muziek, een boekhandel, een winkel met designertoys en een lokale fotograaf die mooie prints van de stad en het land verkoopt. Eenmaal beneden kun je links of rechts de Laugavegur op. Ook hier zijn een paar mooie conceptstores met kleding en design. De fijnste winkels zijn de flagshipstore van het hippe outdoormerk 66°NORTH en de snoepwinkel Vínberið. Hier moet je zeker een doos Lava-cakes en een zak Sambó Þristur aanschaffen. Laatstgenoemde is een reep met zowel drop, chocolade en karamel.
Eten en drinken
Laat ik beginnen met een drank die voor sommigen essentieel is om te kunnen functioneren: koffie. Met een beetje geluk lukt het je om een plekje te bemachtigen in Mokka. Dit piepkleine koffiehuis is aan de binnenkant al 50 jaar hetzelfde, maar serveert geweldige koffie. Andere goede adressen zijn Reykjavik Roasters en Café Babalu. Op andere plekken is de kwaliteit van koffie soms erg wisselend. In een goed restaurant kan zomaar na het dessert een thermoskan op tafel verschijnen.
Wat je ook niet over mag slaan is bakkerij Brauð & Co. Gerund door jonge IJslandse hipsters die het lekkerste brood maken dat je ooit hebt geproefd. En dan heb ik het nog niet eens over de fenomenaal lekkere kaneelbroodjes. Met een beetje geluk komen ze vers uit de oven. Deze plek is echt een aanrader!
De nationale snack op IJsland is de hotdog. De beroemdste plek om die te eten is Baejarins Beztu Pylsur, tegenover het Hafnarhús. De IJslanders zullen je trots vertellen dat Bill Clinton hier bijna onder een passerende auto lag, omdat hij zich roekeloos snelde naar de hotdogkraam. Een betere hotdog eet je echter bij Pylsuhusid Hot Dog House. IJslanders zijn ook dol op ijs. De lekkerste eet je bij Valdís. Om hier te komen moet je naar de Grandagarður, een straat voorbij de haven. Hier vind je een aantal leuke eethuisjes waar bijna alleen lokale IJslanders komen.
Brunchen is in het weekend een favoriet tijdverdrijf bij de lokale bevolking. De fijnste plek om dit te doen is Snaps Bistro. Het ligt in het centrum, maar wel een beetje uit de loop. Daarom vind je ook hier vrijwel geen toeristen. De kaart is eerder Frans dan IJslands te noemen, maar de kwaliteit is zo goed dat dat geen probleem moet zijn voor de culinaire reiziger.
Het beste restaurant in de stad is zonder twijfel Sumac. Chef Thráinn Freyr Vigfússon combineert hier traditioneel IJslandse gerechten met invloeden uit Noord-Afrika en Libanon. Fusion op zijn allerbest. Achterin het restaurant vind je een deur naar een geheime plek. Hier is in het weekend restaurant OX te vinden. Vigfússon staat hier persoonlijk in een keuken waar maar 15 mensen aan de bar kunnen zitten.
Andere fijne plekken om te eten zijn de Fish Company in het centrum en de befaamde pizzeria zonder naam. Die laatste vind je in een prachtig pand aan Hverfisgata 12. Op de eerste etage zit restaurant Systir. Op de begane grond vind je Dill, het enige restaurant op het eiland met een Michelinster. Op zolder zit Mikkeller & Friends, een dependance van de beroemde bierbrouwer uit Kopenhagen. Hier drink je geniaal goede bieren in een prachtige omgeving. De mensen achter de bar geven je graag advies. (Helaas zijn Mikkeller en de pizzeria zonder naam opgedoekt in de zomer van 2019, vanwege de uitbreiding van het restaurant)
Uitgaan
Na een paar biertjes bij Mikkeller zijn de IJslanders klaar om te gaan stappen. Het nachtleven gaat tot vroeg in de ochtend door en de lokale bevolking drinkt alsof alcohol gratis is op het IJsland. Een mooie plaats om te bezoeken is Kaldi Bar, een zeer populair café onder IJslanders. Ze brouwen hier hun eigen bier dat prima te drinken is. Iets verderop zit Bar Ananas. Loop binnen de trap op en je bent op de piepkleine dansvloer waar het heel gezellig is. Bedenk wel dat IJslanders niet aan personal space doen tijdens het uitgaan en je dus letterlijk mensen tegen je aan hebt staan zonder dat ze bijbedoelingen hebben.
Na Bar Ananas kun je afzakken richting gay bar Kiki, die ook voor hetero’s erg leuk is. IJslanders zijn het meest tolerante en relaxte volk te wereld. Tijdens het uitgaan hoef je nergens bang te zijn voor vechtpartijen, lastige types of mensen die je spullen proberen te jatten. Een verademing. Om de hoek bij Kiki zit Bar Lebowski waar je natuurlijk een White Russian drinkt of een milkshake met drank erin. Wie dan nog niet moe is, gaat naar Pablo Discobar (ja, ze zijn in Reykjavik dol op cheesy namen) om te dansen en de geweldige cocktails te proeven.
Met dank aan Icelandair.