Dumber and Dumber To is de terugkeer van de sukkelige helden Lloyd and Harry op het witte doek. Daarbij is de allergrootste verrassing dat de film ook echt heel grappig is.
Ik had gemengde gevoelens toen ik voor het eerst las dat er een tweede deel ging komen van Dumb and Dumber. Het was immers 20 jaar geleden dat die film uitkwam en in de laatste jaren hadden zowel Jim Carrey als de Farrelly Brothers geen echt goede film meer gemaakt. Dat ze met het juiste team weer de magie en humor van vroeger kunnen oproepen blijkt dus uit Dumb and Dumber To.
Het verhaal is nog net zo dun en vergezocht als bij het eerste deel: je ziet eerst hoe het de twee vrienden in de afgelopen 20 jaar is vergaan waarna het verhaal al snel op gang komt vanwege het feit dat Harry een nieuwe nier nodig heeft en hij ook nog een dochter blijkt te hebben. Wat volgt is bijna twee uur ouderwets goede slapstick. De chemie tussen Jim Carrey en Jeff Daniels werkt nog steeds en de typetjes zijn nog steeds zo leuk als 20 jaar terug.
Flauw en lekker banaal
Ook de humor is nog steeds van hetzelfde niveau. Dus vooral erg flauw en lekker banaal. Binnen een paar minuten zat ik al hardop te lachen in de bioscoopzaal en dat terwijl ik normaal gesproken comedy’s best grappig vind, maar maar zelden hardop moet lachen. Let trouwens ook op de grappige bijrollen van bijvoorbeeld Bill Murray en Kathleen Turner.
Zoals ik al eerder in dit stuk schreef is het verhaal lekker simpel, maar toch ook best interessant om te volgen. Je weet namelijk geen moment wat voor wendingen het verhaal gaat nemen. In combinatie met het hoge gehalte grappen maakt dat Dumb and Dumber To tot een film die je zeker zeer binnenkort met een groep vrienden moet gaan zien.