Het Franse architectenbureau Atelier Projectiles heeft een gebouw van beton en glas ontworpen als D-Day Museum in Arromanches, Normandië. Oorspronkelijk in 1954 opgericht als het eerste museum ter herdenking van de landingen op D-Day, kijkt het nieuwe museum uit op een van de vijf stranden waar soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog aan land kwamen.
Atelier Projectiles streefde naar een gebouw dat met zijn volledig glazen gevel en betonnen pilaren verwijst naar de nabijgelegen overblijfselen van een kunstmatige haven die werd gebouwd om de landingen te ondersteunen. “De relatie van het museum tot het gebied is fundamenteel,” verklaarde oprichter Daniel Mészáros. “Door zijn positie is het een observatorium.”
“Dit landschapsmuseum is opgevat als een iets dat deel uitmaakt van een veel groter museumsysteem, dat zich uitstrekt van oost naar west (van klif naar klif) en van noord naar zuid (de horizon van het dorp),” vervolgt hij.
Mulberryhavens
Het museum, dat toegankelijk is vanaf het aangrenzende Place du 6 Juin 1944, wordt aan de voorkant beschermd door een acht meter hoge colonnade dat een uitbreiding is van het slanke betonnen exoskelet. Dit is opvallend zichtbaar aan de buitenkant. Ook het interieur zit vol verwijzingen, bijvoorbeeld naar de Phoenix-caissons die nodig waren voor de aanleg van de twee Mulberryhavens
“Hoewel het museum wordt benadrukt, is het voorplein juist een ideale plek om het spektakel van het getij te aanschouwen, terwijl het de overblijfselen van de steigers onthult,” legt Mészáros uit. “Het is een museum waarvan de vele uitzichten vanuit het interieur naar het exterieur – en omgekeerd – van het grootste belang zijn,” voegde hij eraan toe.
Uitzicht
De route van het museum volgt een chronologisch pad dat loopt over een klein voetgangersbrugje en door meer compacte betonnen ruimtes, die geleidelijk openen om de uitgestrekte uitzichten op het strand te onthullen. Deze route eindigt op een dakterras waar bezoekers een panoramisch uitzicht hebben over de oceaan en het achterliggende dorp.
“Op de begane grond breiden de openbare ruimte, het plein en de straat het museum uit. En op de eerste verdieping, op het niveau van de collecties, kaarten en objecten, wordt er een dialoog aangegaan met het landschap,” aldus Mészáros. “Bij het bereiken van het dak verdwijnen structuren, gevels, galerijmuren en projecties. De confrontatie met de locatie is daar totaal.”