Onlangs maakten we voor het eerst een stedentrip naar Wallonië. Doel van de reis was Mons, een aangename stad ten zuiden van Brussel. Twee dagen lang genoten we op deze historische plek van allerlei bezienswaardigheden, goed eten, lekkere biertjes en de lentezon.
Bij een bezoek aan steden in het Franstalige deel van België wordt al snel gedacht aan Luik, Namen en Charleroi. Het minder bekende Mons (Vlaams: Bergen) is niettemin een bestemming die ook zeker aandacht mag krijgen. Het is een stad zoals je van België verwacht. Je hebt er een belfort, imposante kerken, street art, historische gebouwen, een Grote Markt met gezellige terrassen en een variëteit aan musea. En vlak bovendien het gastronomische aanbod niet uit.
Zoals gezegd ligt Mons onder Brussel, vlakbij de grens met Frankrijk en in de buurt van allerlei natuurgebieden, zoals de Ardennen. De stad is vanuit Nederland prima te bereiken. Wij namen de Thalys en de internationale trein. Nu ligt het nog een beetje op de schop, maar in de toekomst zal Mons een prachtig station krijgen. Het oude stationsgebouw is afgebroken om plaats te maken voor een typerend ontwerp van de bekende Spaanse architect Santiago Calatrava. Het station van Calatrava zal de oude en de nieuwe stad met elkaar gaan verbinden.
Sint-Waltrudis, beschermheilige van Mons
Daar het stationsgebouw nog niet af is, storten we ons op een andere mooie binnenkomer als je de trein uitstapt. Vanaf het station kun je namelijk de eerste historische gebouwen al op de heuvel zien prijken. Gauw lopen we richting één van de belangrijkste plekken van de stad: de Sint-Waltrudiskerk. Deze grote kerk uit de 15de/16de eeuw is gewijd aan Waldtrudis van Mons (Sainte Waudru), de vrouwelijke beschermheilige van de stad. Binnenin vind je prachtige versieringen, beelden en glas-in-loodramen. Ook worden hier het hoofd en het lichaam van de heilige Waldtrudis afzonderlijk bewaard. Pronkstuk is de Gouden Kar die staat opgesteld. Dit is een houten rijtuig versierd met engelen en gouden details, in de stijl van Lodewijk XVI. Het doet dienst tijdens de jaarlijkse processie: de Ducasse van Mons, ook vaak het feest van Doudou genoemd.
UNESCO-erfgoed
De Doudou is hét volksfeest van Mons dat ieder jaar rondom het Pinksterweekend plaatsvindt. Het is zo’n bijzonder feest dat het door UNESCO is erkend als immaterieel cultureel erfgoed. De festiviteiten, waarvan sommige al eeuwenoud, worden bijgewoond door duizenden mensen. De reliekhouder met het stoffelijk overschot van Sint-Waltrudis wordt op de Gouden Kar geplaatst en vervolgens door de stad gereden. De beschermheilige is even weer onder de mensen en dat wordt uitbundig gevierd.
Na afloop van de optocht, als de koets weer veilig in de kerk staat, start het eindspektakel. De klokken van de kerk luiden en het deuntje van de Doudou klinkt, waarop het gevecht van Sint-Joris tegen de draak begint. Iedereen beweegt zich nu richting de Grote Markt waar een wedstrijd tussen goed en kwaad zal plaatsvinden. Aan het spel doen vele figuranten mee en dit zogeheten Lumeçon-gevecht is, ook al lijkt het niet zo, de uitkomst van nauw gevolgde instructies. Tijdens de hevige strijd moeten toeschouwers trouwens proberen haren uit de paardenharenstaart van de draak te trekken. Als dat lukt, zullen ze een jaar lang geluk hebben!
Het Belfort van Mons
Na dit zijsprongetje keren we weer terug naar de Sint-Waltrudiskerk. Als je vanaf dit gebouw verder omhoog loopt, kom je uit bij het kasteelpark. Vanaf het park, dat op een heuvel ligt, heb je mooi uitzicht over de stad. In het midden ervan prijkt het eeuwenoude Belfort van Mons. Dit 87 meter hoge belfort, het enige Belgische belfort in barokstijl, staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Van dinsdag t/m zondag kun je een bezoek brengen aan het gebouw. Binnenin is een lift waarmee je tot bijna bovenin kunt komen. Daarna volgt nog een nauw klimmetje langs de vele klokken. Eenmaal aangekomen bij de top kun je prachtig uitkijken over Mons en omgeving via de ramen rondom. Aan de hand van verschillende multimedia kun je bovendien meer over het gebouw te weten komen. Aanrader!
De Grote Markt en omgeving
Vanaf het belfort naar beneden kom je al gauw uit bij de Grote Markt. Dit mooie plein vormt het middelpunt van de historische binnenstad. Het wordt omringd door monumentale panden in verschillende bouwstijlen. In het midden vind je het imposante stadhuis dat grotendeels stamt uit de tweede helft van de 15de eeuw. Op het marktplein worden door het jaar heen allerlei evenementen georganiseerd en in de zomermaanden staat het er vol met terrassen.
In de straten rondom de Grote Markt vind je allerlei soorten winkels, zoals delicatessenzaken, kledingboetieks en cadeauwinkels. We noemen bijvoorbeeld Maeri Store (hippe kleding), Chez Babette (handgemaakte accessoires), Carnaby Street (vintage kleding), Créa’City (originele cadeauwinkel) en La Vie Moderne (trendy meubels en woonspulletjes). Qua delicatessen moet je echt een bezoek brengen aan Rue d’Havré, waar fromagerie Jacquys Cange en bierwinkel L’Ode à la Bière zijn gevestigd. Bij eerstgenoemde worden allerlei soorten kaas verkocht. De vitrine is om te likkebaarden. En bij de inkoop van de kazen wordt gekeken of ze lokaal en diervriendelijk zijn geproduceerd. Bierliefhebbers moeten enkele deuren verderop zijn. Bij L’Ode à la Bière vinden zij een enorme hoeveelheid aan Belgische bieren, zowel van grote als heel kleine brouwerijen. Je kunt ze trouwens ook proeven. Heerlijk in combinatie met de kazen van Jacquys Cange.
Eten & drinken
Zoals te verwachten valt van een Belgische stad kun je ook in Mons goed uiteten. Lopend door de stad komen we overal horecazaken tegen. En op enkele plekken zien we zelfs een sticker van Bib Gourmand op de ruiten zitten, restaurants met zeer goede prijs-kwaliteit verhouding. Wij bezochten meerdere eetgelegenheden tijdens ons verblijf. We genoten van een Italiaanse lunch bij L’Impasto aan Rue de Nimy en gingen op de thee bij Mel oh cake voor fantastische taartjes en koekjes, die in de winkel zelf worden gemaakt. Wat dacht je van een brownie met cornflakes en gezouten caramel? ’s Avonds aten we bij L’Envers, een sfeervol restaurant waar ze lekkere gerechten maken met producten van het seizoen. Ook heel geschikt voor vegetariërs! En als laatste noemen we graag Mémé Tartine, waar ze fantastische broodjes serveren. In de omschrijving op hun Facebookpagina staat ’troostvoedselrestaurant’ en dat is eigenlijk wel de juiste omschrijving. Wij kozen voor een rijkelijk belegd broodje met hummus, olijven, munt, kikkererwten en tabouleh.
Street art
Al dat lekkere eten moeten we er natuurlijk wel weer aftrainen. En wat is dan leuker om dat te doen, terwijl je een street art-wandeling maakt? Tegenwoordig is dit bijna een vast onderdeel tijdens een stedentrip. Het aanbod is niet zo groot(s) als in de Vlaamse steden Gent en Oostende, maar er is in Mons zeker wel straatkunst te zien. En het leuke aan dit soort wandelingen vol straatkunst is dat je als toerist op plekken komt waar je anders niet zo snel zou geraken. Echt een pluspunt! We maakten een wandeling die Visit Mons op de site heeft staan, naast de vele andere wandelingen die ze organiseren. Onder het mom ‘Kunst bewoont de Stad’ gingen we op pad. In samenwerking met lokale scholen voor grafische kunsten zijn er door de hele stad plekken versierd.
Musea
Bij een stedenreis hoort natuurlijk ook een bezoek aan een museum. Het liefst meer dan eentje natuurlijk! Ook in Mons is er genoeg te beleven qua aanbod. We bezichtigden als eerst het Mundaneum, ook wel ‘papieren Google’ genoemd. Hier wordt kostbaar erfgoed in de vorm van kranten, boeken en documenten bewaard. Ook zijn er allerlei tentoonstellingen. Omdat het zo’n unieke plek is, staat het Mundaneum op de lijst van UNESCO.
Daarna brengen we een bezoek aan Maison Losseau, een prachtig huis helemaal in de stijl van Art Nouveau. Onlangs is de woning, ooit ontworpen door advocaat Léon Losseau, helemaal gerenoveerd. Dit maakt het echt een aanrader voor liefhebbers van de kunststroming. In het naastgelegen pand is ook nog een inlichtingencentrum over Losseau, inclusief een bibliotheek en curiositeitenkabinet. Wegens tijdgebrek lukt het helaas niet om meer musea te bezichtigen, maar op ons lijstje voor de volgende keer staat zeker nog het Museum van de Doudou, het BAM (Beaux Arts Mons), het Mons Memorial Museum (over soldaten en burgers in oorlogstijd) en de Neolithische Vuursteengroeven in het nabijgelegen Spiennes.
Hotel
Het boeken van een stedentrip begint natuurlijk met het uitzoeken van een plek om te overnachten. In Mons zijn enkele hotels, maar je kunt ook een Airbnb of Bed & Breakfast huren. Wij verbleven in het Dream Hotel, gevestigd in een voormalig klooster middenin het centrum van de stad. In sommige kamers zijn nog oude details zichtbaar, heel bijzonder. En de bedden waren heel goed, niet geheel onbelangrijk om te melden.
The end
En toen kwam er een einde aan ons bezoek, waarbij we het erg naar ons zin hebben gehad. We waren op voorhand niet bekend met de stad, maar Mons heeft ons aangenaam verrast. Het is een stad die erg geschikt is voor een weekendje weg. Het centrum is niet heel groot en daardoor kun je op korte loopafstand van elkaar veel zien. Daarnaast is het ook leuk om de prachtige omgeving van de stad te verkennen per fiets. Boek eens een tripje, zouden we zeggen!