Recensie: Argo (Ben Affleck)

in een drukke straat

Wie had ooit verwacht dat van het duo uit Good Will Hunting Ben Affleck de interessantere filmpersoonlijkheid zou worden? Matt Damon en Affleck broken midden jaren-90 door met de door hun geschreven film, en zijn lange tijd onafscheidelijk gebleven op het witte doek.

Waar Damon vervolgens richting actiefilms als de Bourne-trilogie en familiefilms als We Bought A Zoo ging, verdween Affleck na een paar miskleunen (Daredevil, Gigli, Jersey Girl) achter de camera. En daar bleek hij goed in te zijn. Gone Baby Gone, met broertje Casey Affleck in de hoofdrol, was een prima film. En nu komt Argo, een film die hem zowel voor als achter de camera zet.

De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal – een verhaal waar Amerika met een flinke deuk uit komt. In de jaren ’50 verkoos het Iraanse volk een shah die een ware hervormer bleek: scholing, sociale zekerheid en het nationaliseren van buitenlandse olieproductie. Dat laatste zat niet lekker met (onder andere) de Verenigde Staten, die via de CIA meehielp om Shah Mohammed Reza Pahlavi aan de macht te krijgen die meer plooibaar was naar Amerikaanse prioriteiten. Pahlavi leefde als een playboy, terwijl zijn volk verhongerde. Eind jaren ’70 was de maat vol: onder aanvoering van de uit ballingschap teruggekeerde Ayatollah Khomeini vond in Iran een revolutie plaats waaruit de tegenwoordige islamitische republiek voortkwam. De Shah kreeg asiel in Amerika, waardoor dit land meer dan ooit door de Iraanse revolutionairen als de vijand werd gezien. Een protest bij de Amerikaanse ambassade in Teheran eindigde in een bestorming van het gebouw en een gijzelingsdrama dat ruim een jaar zou duren.

Gijzelnemers

De film Argo gaat voornamelijk over de zes ambassade-medewerkers die tijdens de bestorming wisten te ontsnappen en uiteindelijk verzeild raakten bij de Canadese ambassade. Dit was problematisch: de gijzelnemers kregen door dat een aantal medewerkers was ontkomen, en startten een zoektocht, daarbij geholpen door het revolutie-gezinde Iraanse volk. In Amerika werd men bij het ministerie van Buitenlandse Zaken steeds wanhopiger over hoe dit zestal ontzet zou kunnen worden zonder risico te lopen voor de gijzelaars.

Hier begint het verhaal van Tony Mendez (Affleck), een CIA-agent die is gespecialiseerd in het laten ontsnappen van Amerikanen in precaire situaties in het buitenland. Alle plannen lijken wanhopig, totdat wordt besloten om mee te liften rondom de hype van de eerste Star Wars-film; een film die vrijwel volledig in het Midden-Oosten was opgenomen. Er wordt besloten om de zes Amerikanen met Canadese paspoorten en een verhaal dat het een filmcrew op locatie betreft, uit het land te smokkelen. Het is echter van het grootste belang dat de film aannemelijk oogt. Hiervoor worden twee producers aangenomen (John Goodman en Alan Arkin, die samen de komische noot in dit verder pittige verhaal verzorgen), die de volledige productie dusdanig moeten opstarten, dat de Iraanse Revolutionaire Garde gelooft dat de film inderdaad geschoten zal worden. Mendez neemt een valse naam aan, reist naar Iran, en begint zijn project van het overtuigen van diverse militaire en overheidsleiders van zijn verhaal.

Race tegen de klok

Zoals al eerder gemeld – Affleck is een degelijke regisseur. Hij besefte zich duidelijk dat dit een film moest zijn over de absurditeit van het filmproject, en over de claustrofobische spanning van de medewerkers, die bij iedere misstap een heel volk tegen zich zouden hebben. De sterkste momenten in de film zitten dan ook in het laatste half uur, als de ontsnappingspoging begint. De scène waarin de hele groep in een Volkswagen-busje dwars door een demonstratie moet, evenals de scènes op het vliegveld zijn van grote klasse. Waar de film een beetje tekort schiet is in de emotionele balans. Enerzijds is dit een zakelijke film, met agenten die druk bezig zijn met het uitvoeren van een onmogelijke taak. Anderzijds wil Affleck naar het einde toe wel erg een mooie race tegen de klok presenteren, waarin het oponthoud van mensen aan de ene kant van de oceaan direct nadelig kunnen zijn voor mensen aan de andere kant van de oceaan. Hier is duidelijk artistieke vrijheid toegepast op het verder heel waarheidsgetrouwe script. En dat is jammer en onnodig – het gegeven van de film is dusdanig sterk, dat het toevoegen van fictieve interpretatie de spanning eerder afbreekt dan opvoert.

Bij de aftiteling wordt het nog duidelijker hoe ontzettend waarheidsgetrouw de film verder is. Er worden foto’s van het daadwerkelijke evenement naast stills uit de film getoond. Set design blijkt ontzettend “echt” te zijn, en de casting van de hoofd- en bijrollen is bijna eng. Behalve Affleck zelf, overigens. Deze authenticiteit is de grootste kracht van een sterke politieke film, waarvan het verhaal zo ongelofelijk is dat de ontknoping een haast Bourne-achtige actiefilm wordt. Maar dan met doodsbange mensen, en een held die niet meer kan bieden dan de waterdichtheid van zijn verhaal. Argo is een sombere, intrigerende en bij vlagen bloedspannende film met een degelijke maar af en toe wat te enthousiaste productie. Goodman en Arkin kunnen trots zijn.

Recensie: Jacco Kuipers