“No one needs to know, we laid around all day”. Heidi Spencer (echt haar naam, geen link met het aandachtsgeile reality-koppel uit TV-serie The Hills) windt er geen doekjes om op dit album: schoonheid en genot is in rust te vinden.
De singer-songwriter uit Milwaukee brengt rond deze tijd het album Under Streetlight Glow uit, met een lijzige sfeer die perfect wordt samengevat in de eerste zin van het album.
Verschuivende maatsoorten
De instrumentatie is dan ook rustig: drums worden verstild of met brushes gespeeld, gitaren zijn akoestisch dan wel met slide, en de wat pingelende piano vult het geheel mooi aan. Onder het oppervlak gebeurt echter meer dan de eerste beluistering zou doen vermoeden. Spencer verstaat als geen ander de kunst van het maatsoorten verschuiven. Ze doet dit door een liedje stil te leggen en op een onlogisch moment weer op te pakken. Dit geeft de liedjes iets instabiels, hetgeen de aandacht erbij houdt.
Wat ook helpt, is de stem van Spencer: een kruising tussen een jonge Marianne Faithfull en Lou Rhodes (Lamb), dus met een randje en een klankkleur die niet helemaal traditioneel genoemd kan worden. Haar stem geeft de muziek dan ook het gevoel dat erin geleefd is. Als het met de kwaliteit van de songs dan ook nog eens over het algemeen dik in orde is (met single Alibi en het country-eske Hibernation als hoogtepunten), dan hebben we met Heidi Spencer en haar Rare Birds een fijne toevoeging aan het singer-songwriter genre.