Het hoofdpersonage in Zomerslaap, de debuutroman van Martijn Simons, slijt zijn zomerse vakantiedagen met een beetje hangen en herinneringen ophalen. Aan het begin van het boek lijkt het dat het verhaal in deze lijn verder gaat, maar enkele hoofdstukken later blijkt er meer aan de hand te zijn.
De echte hoofdpersoon in het boek is niet de naamloze hoofdrolspeler, maar de broeierige zomerse hitte. Wie de Oostenrijkse film Hundstage heeft gezien , weet wat een hittegolf bij mensen kan losmaken. Zomerslaap gaat niet zo ver als de film, maar de hitte stijgt de mensen in het stadje duidelijk naar het hoofd. De hoofdrolspeler lijkt verliefd op Lisa, net meisje waar hij de hele dag aan denkt, maar gaat na een feestje net zo makkelijk mee met een ander meisje. Dit is allemaal de schuld van de losbandigheid opwekkende zomer. Aan het eind van het boek blijkt wat dat allemaal voor gevolgen heeft.
Dubbele lading
Martijn Simons is in dit boek vooral sterk in het schetsen van een doorsnee Nederlands stadje waarvan de bewoners in een Zomerslaap lijken te verkeren, maar waar onder de oppervlakte van alles broeit. Als aan het einde van het boek opeens dingen duidelijk worden, merk je dat de hoofdstukken waarin ogenschijnlijk niet veel gebeurde een dubbele lading hebben.