De JRPG heeft de laatste jaren door Final Fantasy, Dragon Quest en Persona weer een flinke boost gekregen. Dat niet al deze games gelijk hoeven te zijn bewijst Edge of Eternity, wat veel te grote schoenen aan trekt en uiteindelijk zich niet kan meten met de status quo.
Ontwikkeld door een zeer klein team uit Frankrijk is de ambitie voor Edge of Eternity te bewonderen. Het zet uit om een (initieel) interessant verhaal te brengen over een broer en zus die de wijde wereld in trekken om genezing te vinden voor The Corrosion – een zeer besmettelijk en dodelijke ziekte die de mensheid langzaam in monsters veranderd. Niet veel anders dan de huidige staat van de wereld eigenlijk.
Prachtig en matig tegelijk
Die wijde wereld is werkelijk adembenemend mooi! De kwaliteit van de graphics is hier uiteraard debet aan, maar het is vooral de art direction die hier schittert. Fraai gekleurd paars blauw gras, azuur blauw verlichte grotten en zwevende kastelen die je met de ruime field of view kunt bekijken. Zoveel aan deze game is prachtig en daarmee interessant om door te bewegen. Andere zaken daarentegen hebben minder van deze aandacht gekregen, zoals de personages. Niet alleen lijken ze niet correct in elkaar te steken met haar wat niet goed blijft zitten en roepen ze een vreselijk gevoel van uncanny valley op. Onze helden gaan doorgaans nog wel, maar zeker de NPC’s voelen duidelijk van lagere kwaliteit. Dit wordt ook niet geholpen doordat hun belichting ervoor zorgt dat ze gigantisch afsteken tegen de prachtige wereld. Die wereld zelf voelt ook vele malen te groot en geregeld was ik lang heen en weer aan het rennen voor fetch quests waarbij er niets gebeurt. Ook breekt de illusie in de stad ook wel een beetje wanneer je op een plein vijf keer hetzelfde model vrouw in dezelfde kleding met elkaar ziet praten. Het is een teken van een te kleine studio die teveel wil bereiken, en duidelijk baat had gehad bij een kleinere scope.
Interessante turn based combat
De combat daarentegen maakt wel wat goed. In ware turn based stijl waarbij bewegen in hexagonale vakken gaat voelt de combat fris. Uiteraard is de je standaard affair van wachten tot de ATB balk gevuld is waarna je standaard of magische aanvallen plaatst. De besturing hiervan zit onder face buttons en trekkers wat bijzonder goed werkte, zeker wanneer ik de opties voor de snelheid van het gevecht vond. Plaatsing van de vijand is ook van belang, zoals dat er een hogere kans op een critical hit is wanneer je het wezen in de rug aanvalt. Zwaardere aanvallen van jezelf en vijanden vereisen een oplaadperiode, waarmee je handig uit de area effect kan stappen in jouw beurt. Dat is waar de ATB wel echt toevoegt, als het erom spant en je de balkjes ziet vollopen in de hoop dat je net iets iets sneller bent dan de tegenstander. De combat is zeer vermakelijk en uniek genoeg om het interessant te houden.
Conclusie
Wanneer de scope iets was teruggedraaid had Edge of Eternity een betere game kunnen zijn. Er is namelijk veel om van te houden met een prachtige open wereld en een interessante take op turn based combat. Deze wereld voelt echter te groot met lange perioden van lopen terwijl er niets gebeurt. Het verhaal begint interessant maar valt uit elkaar met aardig wat gaten erin. Daarnaast steken de personages erg af tegen de prachtige wereld wat de illusie nog verder breekt. Uiteindelijk blijkt Edge of Eternity het allemaal net niet, maar ik hoop op verbetering in de volgende titel van de kleine studio Midgar.