Binnenkort exposeert schilder Enrico Freitag zijn werken in de Rutger Brandt Gallery. De Duitse kunstenaar onderzoekt met zijn tentoonstelling The Pursuit of Happiness de belofte van het vrijemarktkapitalisme en onze valse zoektocht naar geluk.
Entico Freitag (1981) debuteert met een solotentoonstelling in de Amsterdamse galerie en laat hier een reeks nieuwe werken zien. Zijn schilderijen gaan over de beloften en de hoop die het kapitalisme ons geeft. De werken tonen het zwoegen dat schuilgaat achter onze zoektocht naar geluk. Ook wijzen ze ons op de mechanismen, van zowel politieke als economische hogere machten, die ons steeds weer aanzetten tot consumeren.
Ambachtelijk werk
De serie LabOra bestaat uit verschillende harmonieuze, maar onheilspellende composities van uniform geklede werknemers die aan bureaus en tafels zitten. De titel van de reeks is gebaseerd op de bekende Latijnse uitdrukking ‘Ora et Labora’, oftewel ‘Bid en Werk’. De figuren op de schilderijen stralen gelijktijdig overpeinzing en lichamelijke activiteit uit. Ze zijn bezig met een ambacht. Dit handwerk zou zomaar het laatste arbeidsproces kunnen zijn dat nog niet is geautomatiseerd door technologische vooruitgang.
Utopie versus dystopie
The Promise is een serie die refereert aan het Bijbelse idee van het Beloofde Land. Het gaat in dit geval om dorpen in de 19de en begin 20ste eeuw waar bedrijven woningen en omliggende voorzieningen bouwden en beheerden voor hun medewerkers. Dit kan worden gezien als een utopisch ideaal, waarbij veiligheid en welvaart voorop staan. Echter kan het ook worden bekeken als een manier om goedkope arbeiders te trekken, uit te buiten en te behouden. Enrico Freitag kijkt naar de aard van zo’n paternalistische en dystopische omgeving. Hij schildert rijen identieke huizen, die herinneren aan geprefabriceerde huizen en sociale woningen uit zijn kinderjaren in Oost-Duitsland.
Romantiek van de arbeider
De onderwerpkeuzes van Freitag verwijzen vaak naar de verschuiving die in de 19de eeuw binnen de Europese schilderkunst plaatsvond. Statige portretten van aristocratische mannen en vrouwen werden toen verruild voor heldhaftige afbeeldingen van arbeiders, het volk. Freitag biedt ons ook beelden van arbeiders aan, alleen wordt in onze hedendaagse wereld zware lichamelijke arbeid niet meer als iets bijzonders gewaardeerd. In de 21ste eeuw zien we andere beelden. We zien de uitbuiting van mensen in minder geïndustrialiseerde landen, die wegwerpproducten maken in geautomatiseerde fabrieken. Vanwege de repeterende bewegingen veranderen deze werknemers in mechanische individuen.
Noodzakelijke bezittingen
Freitag laat ons nadenken over het leven van vervulde dromen, dat ons wordt voorgehouden door industrieën. In de moderne maatschappij is er een gigantische kloof tussen wat we nodig hebben en wat we allemaal willen hebben. Continu worden we, vaak onwetend, verleid tot consumeren. Er is sprake van valse hoop op geluk. Onze geliefde bezittingen staan voor een onstandvastige greep op dit geluk. Wat als deze bezittingen verdwijnen? Dan hebben we volgens Freitag alleen de liefde voor elkaar nog over. We zijn als individuen niet compleet verantwoordelijk voor ons eigen geluk, maar eerder als collectief.
Veel stof tot nadenken dus! Bovenstaand stuk is vrij vertaald naar een tekst van David-Ashley Kerr. Vanaf volgende week kun je Freitags indrukwekkende schilderijen zelf aanschouwen.