Recensie: Leonard Cohen – Akoo Theater, Rosemont IL

Leonard Cohen
Foto CC: Takahiro Kyono

Als Tom Waits dertig jaar later was begonnen, had hij waarschijnlijk hele albums kunnen wijten aan de omgeving rond Chicago O’Hare Airport. Amerikaanse zakenlieden pingpongen van vliegveld naar vliegveld, brengen hun avonden door in hotels zo dicht mogelijk bij de vertrekhal, en eten en vermaken zich in te dure thema-restaurants, bioscopen en theaters waar filmvertoningen van Elvis en Abba worden afgewisseld met optredens van Frankie Valli en andere vergane glorie.

Het Akoo Theater is een voorbeeld van een dergelijk uit de grond gestampt etablissement: midden tussen het Renaissance hotel en de Holiday Inn, waar de dag na Thanksgiving alle kerstversiering al uitbundig aanwezig is. Om de een of andere reden besloot men om Leonard Cohen hier neer te zetten, in plaats van in het vele malen sfeervollere Chicago Theater.

Cohen, de 78-jarige Canadese singer-songwriter is sinds 2008 vrijwel non-stop op tournee. Er wordt beweerd dat zijn tour noodzaak was: in 2006 klaagde Cohen zijn toenmalige manager Kelley Lynch aan wegens het verduisteren van zijn financiële bezittingen. Cohen won de rechtszaak, maar Lynch is nooit met de naar schatting 9 miljoen dollar over de brug gekomen. Een dergelijk verhaal past ironisch gezien goed in de duistere beschouwingen van zijn werk. Cohen is gedurende vrijwel zijn hele carrière gefascineerd geweest met innerlijke demonen en de zelfkant van het bestaan. Zijn teksten (die door de jaren heen meerdere malen gebundeld zijn als poëzie) zijn doordrongen van de strijd tussen goed en kwaad, religie en depressie. De recente tours hebben Cohen opnieuw onder de aandacht gebracht bij een jongere generatie, die hem vooral kent als de schrijver van Jeff Buckley’s meesterlijke versie van Hallelujah.

BZN

Diverse artiesten hebben bewezen dat een duistere ziel gebaat kan zijn bij een manische “side kick”. Denk Marc Ribot, die de potten- en pannen-blues van Tom Waits nog verder het absurde in jaagt me zijn atonale gitaarpartijen. Denk aan Warren Ellis en Blixa Bargeld, die in Nick Cave’s Bad Seeds bewijzen dat persoonlijke intensiteit en manische energie meer impact kunnen hebben dan welke overstuurde instrumenten dan ook. Ergens hoopten wij gisteravond dan ook op een dergelijke wisselwerking tussen een meesterlijke songsmid en een bezwerende backing band. En dat is precies waar de avond mis ging: Cohen is nog steeds een innemende persoonlijkheid in zijn blauwe double-breasted pak en fedora, zijn diepe diepe bas-stem en zijn podiumpresentatie (de helft van de tijd bracht Cohen in een biecht-achtige geknielde pose door). Zijn band… leek echter meer op BZN dan op the Bad Seeds. Niks ten nadele van de individuele kwaliteit van de muzikanten. Bandleider en bassist Roscoe Beck is in de jazz-wereld niets minder dan een levende legende, maar de muzikanten waren duidelijk gekozen voor hun technische vaardigheden, en minder voor chemistry met de muziek van Cohen. Gevolg was dat de songs stuk voor stuk lauwwarm werden gebracht. Geen onvertogen noot, geen erupties, veel driestemmige damesharmonieën om elke plooi zo glad te strijken als Cohen’s eerder genoemde pak. De (vaardige maar weinig bijzondere) violist en mandoline-speler zorgden nog veel meer het kitschy nep-Zuideuropese gevoel bij de songs. En de engelachtige backing vocals waren ronduit vreemd bij teksten waarin een getergde ziel duidelijk met zichzelf in gevecht is.

De ironie van de avond was dat als de muzikale omlijsting wegviel, de sfeer omsloeg. Het spoken word-stuk “A Thousand Kisses Deep” had precies de gejaagde, getergde energie en de minimale invulling (wat synths) die het stuk, en de avond, nodig had. De zaal viel muisstil, en de expliciet geprononceerde “P” aan het eind van elke frase viel als een mokerslag in het sfeerloze theater. Dat was waar we voor kwamen. Direct daarna werd de sfeer in “No Cure for Love” weer teruggegooid naar “André Hazes in Griekenland“. Het gevoel dat overbleef was dan ook alsof de grootvader van Nick Cave met een band die op een cruise-schip niet zou misstaan een greatest hits tour deed. Toen wij op driekwart van de set richting de auto liepen, waren we in ieder geval niet alleen. Leonard Cohen is een muzikale grootmacht, een parel in het genre, en de schrijver van vele invloedrijke songs. Maar zijn optreden van gisteravond was deze grootmacht onwaardig.

Recensie: Jacco Kuipers