Bij het bezoeken van een festival draait het allemaal om keuzes maken. Van te voren maakt je een strak tijdschema aan de hand van het programmaboekje, maar in de praktijk pakt dat vaak anders uit. Van te voren had ik ook zo’n strakke planning voor de slotdag van North Sea Jazz, maar op het festival zelf liet ik dat bewust los. Dit is dan ook geen recensie van de muziek, maar een verslag van een zomerse zondag op een mooi festival.
Festivalsfeer
De dag begon wel met muziek. Calexico stond vroeg op de dag geprogrammeerd en dat leek me een goede start van de dag. En dat was het ook. De lome mix van pop en traditionele Mexicaanse muziek klonk prima. Wel jammer dat de zaal waar Calexico speelde, de Maas, net even een tikje te groot is om voor een intieme sfeer te zorgen. De band moet het niet hebben van de bruisende podiumpresentatie, maar meer van hun goede muziek. Na een dik half uur begon het te kriebelen en ging ik op zoek naar meer muziek en de festivalsfeer.
Die sfeer was buiten goed aanwezig. Naast en tussen de gebouwen van Ahoy was de ruimte goed benut met kraampjes met lekker eten en drinken, terrasjes en natuurlijk ook muziek. Onder het genot van een sateetje, een mojito en de stralende zon was de muziek van Tim Wes de perfecte soundtrack. De jonge saxofonist was heel goed op dreef en trakteerde tussendoor ook op flarden van Street Player van Chicago en Get Lucky van Daft Punk.
Social Media
De volgende naam die omcirkeld stond op mijn lijstje was Bettye Lavette. De tent waar zij speelde, de Congo, bevond zich echter op een uithoek van het terrein en toen ik daar arriveerde was de Congo echt al bomvol. Na een klein stukje geluisterd te hebben, ben ik toch maar weer omgekeerd. Dat is een van de luxeproblemen van een uitverkocht festival. Wil je iets echt heel graag zien, dan moet je op tijd aanwezig zijn en andere dingen laten schieten. Een ander luxeprobleem is social media. Kijk nooit naar je timeline op Facebook, Twitter of Instagram want je zult zien dat vrienden altijd ergens anders staan te genieten van een legendarisch goed optreden. In dit geval zag ik meerdere enthousiaste berichten over Colin Stetson. Een blik op het tijdschema en de route leerde me dat ik die maar moest laten schieten en moest overschakelen van de recensent-modus naar die van festivalganger. Oftewel: nog een rondje langs de heerlijke kraampjes en de cocktailbar.
Om vervolgens weer in de Maas terecht te komen. Dit maal voor Ben Harper en Charlie Musselwhite. Laatstgenoemde is een legendarische mondharmonicaspeler waarop de rol van Dan Akroyd in de Blues Brothers is gebaseerd. Ben Harper is altijd goed. Hij speelt altijd vol passie, heeft een prachtige stem en de manier waarop hij op zijn Weissenborn-gitaar speelt is een genot om naar te kijken. Samen brengen ze een stevig potje bluesrock. Een stuk steviger dan op hun gezamenlijke album Get Up! dat eerder dit jaar verscheen. Als de slaggitarist er vervolgens een dubbele gitaar bij pakt is het tijd om op zoek te gaan naar de jazz.
Stampvol
Die vind ik bij José James. Zijn naam stond extra dik omcirkeld in het boekje. Het is maar goed dat ik op tijd in de zaal was, want die raakt uiteindelijk stampvol. José James stelt niet teleur. Dat was van te voren natuurlijk al bekend. Ikzelf schreef al begin 2008 zeer enthousiast over de New Yorkse zanger. Inmiddels staat hij dan ook al weer voor de vijfde keer op North Sea Jazz.
De set van José James is lekker divers en laat de vele kanten van zijn muziek zien. Natuurlijk speelt hij Trouble, zijn bekendste nummer en het prachtige liedje Come To My Door, maar José James is op zijn best als hij gaat improviseren met zijn stem. Dit keer gebruikt hij daar de muziek van Bill Withers voor. Hij mixt Ain’t No Sunshine en Grandma’s Hands tot één nummer om te laten horen waar hij vocaal tot in staat is. José James is daarmee het verwachte hoogtepunt van de dag. Ook de acts die ik daarna bekijk komen niet over zijn niveau heen.
Spagaat
Van te voren was ik het meest benieuwd naar Miguel. Ook hij heeft een indrukwekkende stem en zijn laatste album Kaleidoscope Dream staat vol hitsige liedjes over seks en verlangen. In (alweer) de Maas aangekomen zie ik meteen hoe de zanger zijn sixpack showt aan de dames op de eerste rij. Van vrienden die al wat langer staan te kijken hoor ik dat het optreden eerder grappig is dan goed. En dat blijkt ook wel. Miguel is vooral heel druk bezig met danspasjes dan met zingen. Het doet me allemaal erg denken aan de hoogtijdagen van Prince. Miguel is druk met snelle voetbewegingen en zelfs spagaten. Het grote verschil is echter dat Prince daarbij niet de muziek vergat en met The Revolution een geweldige band had. De band van Miguel heeft dat niveau niet waardoor de zanger een beetje verzuipt in zijn goedbedoelde showpasjes. Afsluiter Adorn maakt gelukkig wel een deel goed. Niet dat de band opeens veel beter is geworden, maar vooral omdat het een heel goed nummer is.
Daarna sloeg het dilemma weer toe. Tussen de afsluiters in de verschillende zalen zat heel veel goeds. Wat ging het worden: Charles Bradley, Robert Glasper, Ebo Taylor of misschien zelfs Sting? De keuze viel op Kendrick Lamar. Volgens velen is zijn album good kid, m.A.A.d city het beste album van 2012 en ook ik heb het afgelopen jaar heel veel naar zijn muziek geluisterd. Bij live hiphop-shows is het altijd afwachten wat de muzikale omlijsting is. Is het een DJ of een band? Kendrick Lamar koos voor beiden. Een DJ zorgde voor de basis en een band die bestond uit een drummer, een gitarist en twee toetsenisten (waarvan een soms bas speelde) vulde de rest in.
Charismatisch
Een minpunt was dat de bassen niet goed stonden afgesteld waardoor het geluid tijdens het eerste deel erg lelijk was. Gelukkig compenseerde de charismatische Kendrick Lamar dat ruimschoots. Voordeel daarbij is dat hij kan kiezen uit een ruime selectie hits. Zijn laatste album staat er immers vol mee: Bitch, Don’t Kill My Vibe, Poetic Justice en natuurlijk Swimming Pools (Drank) werden echt letter voor letter meegerapt door het publiek. Ook kwam Fuckin’ Problems langs, dat hij samen met A$AP Rocky opnam, en speelde hij in de vorm van A.D.H.D. zelfs oud werk van voor zijn doorbraak.
Om weer terug te komen op het maken van keuzes. Ook het besluit om niet met te auto te gaan zodat je alcohol kunt drinken is zo’n festivaldilemma. De cocktails en biertjes smaakten prima, maar zorgden er wel voor dat ik na Kendrick Lamar weg moest om de laatste trein te halen. In de trein naar huis las ik lovende tweets over Robert Glasper. Dat zal je altijd zien….