“If you know it is a funeral, make it the best funeral ever”, aldus het motto aan het begin van Shut Up and Play the Hits.
Bij optredens viel het altijd al op: naast een aimabele en ernstig geprincipieerde frontman, is LCD Soundsystem-frontman en DFA-labelbaas James Murphy een volslagen control freak. Wie anders durft het aan om op het commerciële hoogtepunt van zijn band een afscheidsoptreden te plannen en gewoon van het ene op het andere moment te stoppen? Hij dus. Ruim een jaar na de roemruchte concertserie in New Yorks Madison Square Garden kwam gisteravond de documentaire Shut Up and Play the Hits als eenmalige vertoning in een 50-tal Amerikaanse bioscopen. De film, mede geproduceerd door Murphy, combineert concertbeelden van de allerlaatste show met een interview met Murphy van een week voor de show en met beelden van de bekaterde frontman die “the morning after” doormaakt.
André Hazes
Murphy vertelt de interviewer in de film dat hij nooit van plan is geweest om met een band op tournee te gaan. Het was de bedoeling dat hij een plaat uit zou brengen (het titelloze debuutalbum), en het daarbij zou laten. De populaire ontvangst van de plaat heeft hem gedwongen om mensen te verzamelen en een aantal optredens te gaan doen, en een band was geboren. En waarom wil hij er eigenlijk mee ophouden? De man blijkt een meester in het verzinnen van non-antwoorden, en de echte motivatie wordt niet echt duidelijk. Wat duidelijk wordt, is dat Murphy ook bij deze film alles onder controle heeft gehouden. De scènes die de volgende dag moeten afbeelden zijn haast tenenkrommend nep (met een vibe die zo uit de overigens meesterlijke Hazes-film Zij Gelooft in Mij lijkt te zijn gekopieerd), maar dat vergeven we hem.
Want de concertbeelden, die ruwweg twee derde van de haast twee uur durende film vullen, zijn van een dermate topkwaliteit, dat dit de lichte zwakte van “the morning after” en de arrogantie van de interviewer meer dan compenseert. De cinematografie is vlijmscherp, foutjes (de feedback tijdens de opening van 45:33) worden niet uit de weg gegaan. En de band heeft zichtbaar Lol met een hoofdletter L. Hoogtepunten zijn naar mijn mening de blik van verstandhouding tussen Murphy en toetseniste Nancy Whang aan het einde van Someone Great, de volslagen gekte die door een viertal leden van Arcade Fire wordt toegevoegd aan het refrein van North American Scum, en de kleine handgebaartjes waarmee de zanger zijn band en publiek tijdens All My Friends tot extatische hoogte weet te drijven. De titel van de film komt overigens van een sarcastische opmerking die Arcade Fire-frontman Win Butler maakt bij tijdens een pauze voor zijn rol als achtergrondzanger. De publieksbeelden zijn ook schitterend – de passie en (tegen het einde) het verdriet en de wanhoop zijn van de gezichten af te lezen. In de pauzes is de grote regelaar Murphy backstage te zien, terwijl hij in één zin netwerkt, een producer vraagt om wijzigingen in het podiumgeluid, en een achtergrondkoor naar de juiste kant van het podium wijst.
Losing My Edge
Ergens is het begrijpelijk dat Shut Up… niet uitsluitend een concertregistratie kon zijn. Daar is de band te eigenzinnig en de gelegenheid te bijzonder voor. Ergens zijn de documentaire-stukken ook best aandoenlijk en voegen ze iets toe – Murphy’s worsteling met ouder worden, de behoefte om songs te beschrijven op basis van de emotionele afkomst in plaats van de inhoud. Zijn beschrijving van Losing My Edge is geweldig – niets ironie; hij was oprecht pissig dat een jong ventje met een internet-aansluiting meer wist dan hij, ondanks zijn jarenlange liefde voor muziek.
“Every band can be defined by its biggest successes and its one singular failure. What was your singular failure?” vraagt de interviewer tegen het eind van de film, voordat New York I Love You (But You’re Bringing Me Down) als afsluiter wordt ingezet. “It might be quitting this band”. Als liefhebber ben ik het daar volmondig mee eens. Aan de andere kant – voor de mythe rondom LCD Soundsystem en James Murphy zelf was dit vrijwillige afscheid een geweldige boost. Alle 50 voorstellingen waren binnen no-time uitverkocht. Mensen stonden in het gangpad te dansen tijdens de vertoning die wij zagen.
En Murphy zelf? Enerzijds komt hij over als een goedsullige jongen die oprecht liever op de achtergrond blijft, graag koffie zet en zijn hond optilt bij het oversteken. Aan de andere kant: een control freak als hij moet een diepere motivatie hebben gehad met de film en distributiemethode. Iets zegt me dat we het laatste nog niet hebben gezien of gehoord van deze bijzondere muzikant. Shut Up and Play the Hits is een waardig eerbetoon aan een fantastische liveband met ijzersterk songmateriaal. We vergeven hem dan ook de zwakkere punten van wat eigenlijk een kruising tussen een concertfilm en een reality-serie-achtige mockumentary is.
Jacco Kuipers (die de film zag in Chicago).