Drie magische dagen in New Orleans

Simon
Simon

Clichés zijn vaak clichés geworden, omdat er een kern van waarheid in zit. Zo heeft New Orleans een reputatie hoog te houden als een losbandige stad waar het gaat om drank, muziek en (naar Amerikaanse maatstaven) pikante seks. Wij brachten 3 dagen door in de stad, en kwamen tot de conclusie dat je al die clichés kunt vinden, maar dat de stad zo veel meer magie en kwaliteit te bieden heeft.

Wij hadden het geluk dat we door een voormalige inwoonster op sleeptouw werden genomen. Zij bepaalde de sfeer direct door de lokale zender WWOZ  voor ons te vinden, met daarop 24 uur per dag jazz, blues, soul, funk, zydeco, skiffle en andere genres die regelmatig in de stad te horen zijn.

Vanuit de Garden District (ten westen van het toeristische French Quarter) gingen we de eerste dag op ontdekking naar onder meer het prachtige Lafayette-kerkhof, en naar de plantage-woningen in de buurt. In het verleden schreef Anne Rice haar vampierenverhalen in en over de buurt, vandaag de dag wonen John Goodman en Sandra Bullock er.

Jazz brunch

De plantage-architectuur langs St Charles en ten zuiden van deze verkeersader is een geweldige introductie van zowel de sfeer als de geschiedenis van deze bijzondere stad. In de Garden District is ook Commander’s Palace te vinden: sinds 1893 is dit chique restaurant de beste plaats voor een wat formelere jazz brunch, waarin de band (in ons geval contrabas, banjo, trompet) tussen de tafels loopt om verzoeknummers te spelen.

De muur is gevuld met James Beard-awards (denk Amerikaanse Michelin-sterren), en veel van Amerika’s beroemdste celibrity chefs zijn bij Commander’s Palace begonnen. Culinaire New Orleans-klassiekers als schildpaddensoep en broodpudding met warme whiskysaus maken het maal compleet. Het restaurant verwacht wel een dresscode, dus laat de slippers, korte broeken en T-shirts thuis!

Commander's Palace
Commander’s Palace

Gespijsd en gelaafd gaan we vervolgens met de streetcar richting downtown. Deze ouderwetse trams zijn niet alleen bedoeld voor toeristen, maar ook voor de lokale bevolking: $1.25 voor een enkele reis, en gepast geld is nodig. Eenmal downtown kwamen we in het French Quarter terecht. Deze buurt is zo goed of zo slecht als je ‘m zelf wilt maken, maar wij kunnen de tiki-bar Latitude 29 aanbevelen voor een startersborrel, en Saint Lawrence voor de ‘Pimm’s Cup’, een piepschuimen beker met een gin-slushie.

Voodoo

Een ander voordeel dat New Orleans heeft op vrijwel alle andere Noord-Amerikaans steden: je mag met een blik, fles of beker met alcohol over straat. Vanaf Saint Lawrence bezoeken we onder andere Jackson Square (een prachtig park met de St. Louis Cathedral), Pirate Alley’s Cafe (precies zoals de naam doet vermoeden: een piratenbar, met een prachtige absint-installatie) en Marie Laveau’s House of Voodoo, een winkel waar je al je voodoo-benodigdheden (?) kunt vinden.

Onderweg komen we tot de conclusie dat het legendarische Bourbon Street vandaag de dag nog het meeste wegheeft van de Damstraat in Amsterdam. Dat wil zeggen, veel winkels met toeristische artikelen, luidruchtige thema-bars en heel veel dronken toeristen. Aan de noordoost-punt van Bourbon Street zit wel Lafitte’s Blacksmith Shop Bar. Vandaag de dag niet heel spannend, maar in het gebouw zijn duidelijk nog de sporen te zien van het verleden als smederij.

Creoolse keuken

Dan maar snel door naar het diner bij Sylvain, een heerlijk klein restaurantje met zowel de lokale Creoolse keuken als bredere Noord-Amerikaans kost van goede kwaliteit. Aan de muur hangt een vlag uit vervlogen tijden: de Amerikaanse vlag met 48 sterren, dus van voor de tijd van de toevoeging van Alaska en Hawaii.

Voor het nachtleven begeven we ons naar The Dungeon, een bar die nog het meeste weg heeft van een martelkamer. Hier worden snoeiharde metal en andere stevige platen gedraaid. En met bijzondere kunst aan de muur een mooie stop op ontdekkingsreis door The French Quarter.

Met de oren suizend belanden we ten slotte bij d.b.a., één van de vele jazzclubs aan Frenchmen Street. Toegang is gratis, maar er is een minimum van één (fatsoenlijk geprijsde) consumptie per set van de band. In ons geval was dit The Palmetto Bug Stompers, een combo van contrabas, wasbord, klarinet, trombone en trompet. En in deze speakeasy voelde het zowaar weer even als de jaren ’20 (de swing dansers voorin de zaal hielpen hier trouwens goed bij).

Katrina

De volgende ochtend moet de kater met behulp van de koffie van Hivolt worden weggewerkt. Daarna gaan we op weg naar een andere buurt: Bywater. Zoals de naam doet vermoeden, zit deze buurt vlak achter de dijken die de stad tijdens orkaan Katrina in 2005 zo in de steek hebben gelaten. Na de orkaan is deze buurt flink opgeknapt, waardoor het nu een smeltkroes van hippe eet- en drinkgelegenheden en spannende artistieke uitstapjes is geworden.

Wij brengen de middag door bij Bacchanal, een wijnbar met prachtige achtertuin, waar de hele dag prima live jazz te horen is op een volume dat een goed gesprek niet in de weg zit. Het personeel heeft verstand van wijn en de kazen en andere snacks zijn heerlijk. In het zonnetje voel je zo de uren voorbijglijden.

Bacchanal
Bacchanal

Daarna gaan we door naar The Music Box, een relatief nieuw project in dezelfde Bywater-buurt. In deze ommuurde tuin zijn allemaal unieke muziekinstrumenten gemaakt (denk: percussie gemaakt van keukengerei, een telefooncel met een Leslie-speaker eraan gehangen, heel veel alternatieve slag- en snaarinstrumenten), met daaraan gekoppeld een bar en kleine eetgelegenheid.

Magische ervaring

Bands kunnen hier optreden, waarbij het publiek tussen de artiesten verspreid kan gaan zitten. Als er geen georganiseerd entertainment is (zoals toen wij er waren), kun je als bezoeker zelf achter de instrumenten plaatsnemen. In eerste instantie leidde dat tot kakofonie, maar zodra er een paar mensen achter instrumenten echt naar elkaar gingen luisteren, leidde dat tot een haast magische ervaring.

De laatste dag vindt overigens vooral plaats rondom Magazine Street, de lange winkelstraat die door de Garden District heenloopt. Hier zijn ladingen winkels te vinden met allerlei kleine snuisterijen. Wij hadden de meeste pret bij Simon, de (in New Orleans) wereldberoemde artiest. Als je om je heen kijkt, zie je overal wel de kleurrijke borden en posters van zijn hand.

Blik op maat

Daarnaast waren we erg  gecharmeerd van de Craft Beer Cellar – een bierwinkel waar je favoriete bier van de tap in een op maat gemaakt blik wordt geschonken, zodat je ermee over straat kunt lopen. De aanwezigheid van grootheden als Mikkeller, Omnipollo en Dolle Brouwers geeft aan dat men verder kijkt dan alleen het thuisland. En ook hier is het personeel goed op de hoogte van wat past bij je smaakprofiel.

En toen werd het tijd om terug te gaan naar Louis Armstrong International Airport. Onderweg rijden we langs Tulane en Loyola University aan Saint Charles, twee prachtige universiteiten gelegen aan een mooi stadspark. Hadden we een vierde dag gehad, dan was dat ons volgende doel geworden. Maar aan alles komt een eind. En in dit geval kwam een eind aan een weekend dat ons liet zien dat de clichés er allemaal zijn, maar dat je de magie van deze fantastische stad helemaal naar je eigen hand kunt zetten.

Tekst en foto’s: Jacco Kuipers

Musicbox
Musicbox
Lafayette
Lafayette
D.b.a.
D.b.a.
Craft Beer Cellar
Craft Beer Cellar