Een van de meest opvallende families in de geschiedenis van de kunst is zonder twijfel die van Pieter Bruegel de Oude. Maar liefst vijf generaties maakten prachtige kunst. In het Noordbrabants Museum staat tot en met 7 januari 2024 de hele familie centraal.
Met zo’n 80 werken kun je de tentoonstelling een heuse familiereünie noemen. Zeker als je bedenkt dat voor het eerst de vrouwen in de familie ook aandacht krijgen. Zo zijn er werken te zien van Anna Maria Janssens en Clara Eugenia Brueghel, maar kom je tevens meer te weten over de belangrijke rol van Mayken Verhulst, die naast kunstenaar ook een zeer slimme zakenvrouw was. Mede door haar inzet waren de Brueghels zo succesvol.
De expositie in Den Bosch laat dus veel nieuwe inzichten en minder bekende werken zien, maar is er ook zeker plaats voor een aantal internationale topstukken: De ekster op de galg (1568) van Pieter Bruegel de Oude uit het Hessisches Landesmuseum in Darmstadt, De bedelaars (1568) van Pieter Bruegel de Oude uit Musée du Louvre in Paris, Bloemenvaas met juweel, munten en schelpen (1606) van Jan Brueghel de Oude, uit de Pinacoteca Ambrosiana in Milaan, Allegorie op de schilderkunst (ca. 1625 – 1630 ) van Jan Brueghel de Jonge, van de JK Art Foundation, Nederland en Dronkaard in de zwijnenstal (1557) van Pieter Bruegel de Oude, uit een particuliere collectie in New York.
Wat al die werken van de familie Brueg(h)el gemeen hebben, is het gevoel voor detail en de verborgen boodschappen die vaak te vinden zijn. Met gewoon langslopen en even kijken doe je de kunst eigenlijk tekort. De Brueghels nodigen uit om te onthaasten en de tijd te nemen voor de schilderijen. Je zult dan heel veel moois en bijzonders ontdekken. Ook is het mogelijk om een workshop of een rondleiding te boeken, waardoor je nog dieper in kan gaan op wat de familie probeerde te vertellen.