Vroeger, toen boeken nog fysieke voorwerpen waren in plaats van bestanden op een e-Reader, was er de Amerikaanse schrijver Neal Stephenson.
Hij was vooral goed in het verzinnen en beschrijven van zaken als Second Life voordat Second Life bestond (Snow Crash), de invloed die de financiële markten kunnen uitoefenen op het politieke speelveld in een democratisch land (Interface), en de gekte van Isaac Newton die onder meer leidde tot het steken van naalden achter zijn oogbollen om te zien hoe het zijn gezichtsveld veranderde (Kwikzilver). Kortom – een man van ideeën. Hij werd geroemd om zijn vermogen om dergelijke ideeën te verpakken in compacte, meeslepende romans die ondanks een hoog technisch gehalte goed leesbaar en meeslepend bleven.
Dikke pil
Litrerair hoogtepunt in Stephenson’s carrière tot nu toe was het briljante Cryptonomicon, over internet-valuta’s, encryptie-technieken in de Tweede Wereldoorlog en geheime goudvoorraden op eilandjes in de Filipijnen. In de daaropvolgende pil Anathem leek Stephenson het spoor een beetje bijster. Wat op zich een mooi idee was (een alternatief universum waar wiskunde en natuurwetenschappen als religie worden beschouwd) raakte verloren in een veel te dikke pil met een hoop gekakel over hoe een dergelijke kerk / universiteit er nu uit zou zien.
Wij werden echter weer enthousiast toen Stephenson in interviews begon te vertellen over zijn huidige obsessie met “gold farming”, de praktijk in MMO-computerspellen om zo veel mogelijk virtueel goud te verzamelen en te verkopen aan andere spelers die meer geld dan tijd hebben. En nu is daar zijn nieuwe roman Reamde (geen spelfout). Excuses voor de vertraging in de recensie, maar ook wij hebben even tijd nodig om door de dikke 1.100 pagina’s heen te worstelen.
Verslaving
Reamde gaat over Richard Forthrast, een internet-magnaat die met de MMO T’Rain een opvolger van World of Warcraft heeft ontwikkeld. Waar Blizzard, de eigenaar van World of Warcraft, in de dagelijkse praktijk haar best doet om gold farming tegen te gaan, wil Forthrast dit juist aanmoedigen als manier om het spel aantrekkelijker te maken. Dit blijkt te werken: T’Rain neemt de macht over van World of Warcraft, en wordt de de facto verslaving van de rijke (betalende) wereldbevolking, evenals een inkomensbron voor veel gold-farmende Aziaten. We maken ook kennis met Forthrast’s uit Eritrea gevluchte geadopteerde nichtje Zula, een jonge vrouw die samen met haar vriendje Peter in Seattle woont en werkt voor 9592, het bedrijf achter T’Rain.
Peter blijkt naast zijn gewone baan een illegale inkomstenbron te hebben door creditcardnummers door te verkopen aan de Russische media. Als hij een transactie wil afwikkelen met zijn tussenpersoon, blijken de mannen slachtoffer te zijn geworden van “ransomware”, een virus dat informatie versleuteld en alleen door de virusmaker wordt vrijgegeven na het betalen van losgeld. Dit losgeld dient echter in virtueel goud achtergelaten te worden in de wereld van T’Rain. Al gauw blijkt dat de Russische contactpersonen dit als aanleiding zien om de virusmaker te gaan opzoeken, met Peter en Zula als gijzelaars.
Een hoop ideeën
Vanaf daar vliegt het verhaal naar China, Taiwan, en de Canadees-Amerikaanse grens – maken we kennis met een terroristenleider, Chinese reisgids, en een aantal geharde oud-strijders die inmiddels als “security consultant” hun geld verdienen. Richard merkt dat de vaste verhaallijnen die hij met zijn twee hoofd-auteurs in de virtuele wereld van T’Rain had ontwikkeld door de menigte ongedaan worden gemaakt. Kortom – het boek vliegt alle kanten op, en Stephenson knalt, vooral in de eerste helft, een hoop ideeën op papier.
Dat maakt Reamde intrigerend, maar niet per se van hoogstaande kwaliteit. Naarmate het boek vordert bekruipt het gevoel dat dit niet “de nieuwe” Stephenson is, maar een soort extreem script voor een nieuw seizoen van de televisie-serie 24. Het laatste kwart is ronduit teleurstellend: Stephenson vervalt in een soort slap spionage-terrorisme-thriller verhaal dat veel te lang wordt uitgesponnen. Wat voor ons vooral teleurstellend is, is het gebrek aan diepgang in de ideeën waarvoor Stephenson zo geroemd wordt. De basis van T’Rain is sterk, maar de verhaallijn over de sociologische verschuivingen in de virtuele wereld hadden veel verder uitgewerkt kunnen worden. In plaats daarvan is gekozen voor de Tom Clancy-aanpak, hetgeen voor een schrijver van het kaliber Stephenson een zwaktebod is.
Korte zinnen
Wij vroegen ons halverwege Reamde af of Stephenson überhaupt een redacteur heeft gebruikt in het schrijven van dit boek. Een wat assertiever persoon had makkelijk een kwart uit dit boek kunnen schrappen, hetgeen de urgentie die hij zo graag aan het einde in het verhaal zou willen brengen ten goede zou zijn gekomen. Korte zinnen houden weliswaar de vaart in een spannende scène, maar 300 pagina’s met korte zinnen werken alleen maar afstompend.
Sinds Cryptonomicon lijkt Stephenson het spoor dus een beetje bijster. Hij lijkt in het genre “meer science dan fiction” in de afgelopen jaren te zijn voorbijgestreefd door jongere schrijvers als de hier eerder beschreven Cory Doctorow en Paolo Bacigalupi. De eerste verkoopcijfers voor Reamde vallen ook tegen – wellicht dat zijn publiek een spionagethriller van meer dan 1.000 pagina’s wat teveel van het goede vindt. Wij hopen dat zijn uitgever dit signaal ook oppikt, en de ideeënmachine die Neal Stephenson heet voor zijn volgende boek een stevigere redacteur toewijst die meer schrapt in het overvloedige materiaal. Het zal Stephenson’s carrière ten goede komen.
Jacco Kuipers