Dave Eggers staat bekend om de lezer mee te nemen naar plaatsen waar we normaal met een grote boog omheen lopen. In De Parade is dat een fictief Afrikaans land dat heel lang heeft geleden onder een burgeroorlog.
Twee mannen krijgen de opdracht om een asfaltweg aan te leggen tussen het zuiden en noorden van het land (de voormalige tegenstanders uit de oorlog). Uit veiligheidsoverwegingen gebruiken de mannen niet hun eigen naam maar noemen ze zich Vier en Negen. Vier is de ervaren bestuurder van een hypermoderne asfalteermachine en Negen krijgt de taak om te zorgen dat Vier ongestoord zijn werk kan doen.
Voor Negen is het de eerste keer dat hij een klus als deze doet. Hij moet op een quad heen en weer rijden langs de route om te zien dat alles vlekkeloos verloopt en niemand Vier en zijn machine in de weg staat. Voor Negen lonkt echter de spanning van het onbekende. Hij verkent liever dorpjes langs de route, want daar kun je lekker eten en zijn er mooie vrouwen.
Onvoorspelbaar
Je kunt er natuurlijk op wachten dat zoiets uit de hand loopt en dat doet het dus ook, maar niet op de manier waarop je denkt. Dave Eggers weet het verhaal zowel spannend als onvoorspelbaar te maken. Niets is wat het lijkt. Of toch wel? Het enige dat vast staat, is dat de weg op tijd af moet zijn, want dan zullen het noorden en zuiden verenigd zijn. Dit zal gevierd worden met een feestelijke parade.
Heel mooi weet Dave Eggers een wereld te schetsen waar de meesten van ons nooit zullen komen, maar wel van alles bij kunnen voorstellen. De briljant uitgewerkte personages maken deze wereld voor de lezers extra bijzonder. De Parade voelt als een sprookje, maar leest als een pageturner.